Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
meermalentegen het hoofd slaan. Het dossier bevat op zichzelf voldoende wettig bewijs daarvoor. Echter, er zijn ook bevindingen die heel duidelijk wijzen op één klap.
meermalenslaan tegen het hoofd van [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer). Getuigen en ook de verdachte hebben verklaard dat er meerdere keren geslagen is, maar naar het oordeel van de rechtbank kan niet zonder redelijke twijfel worden vastgesteld dat meer dan 1 slag op het hoofd van de verdachte was gericht.
Uit deze verklaringen volgt dat de verdachte met grote kracht tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geslagen. Het hoofd is bij uitstek een kwetsbaar en vitaal deel van het lichaam. Naar algemene ervaringsregels kan het toepassen van fors geweld tegen het hoofd, zodanig schedel- en hersenletsel veroorzaken dat het kan leiden tot de dood van een slachtoffer. Door met grote kracht met een houten stok op het hoofd te slaan, was naar het oordeel van de rechtbank daarom sprake van een aanmerkelijke kans op het overlijden van het slachtoffer als gevolg van het handelen van de verdachte.
Naar het oordeel van de rechtbank moeten de gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op de dood, dat het – behoudens contra-indicaties waarvan hier niet is gebleken – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer bewust heeft aanvaard.
De onder feit 1 primair ten laste gelegde poging doodslag kan daarom wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
- meldplicht bij reclassering;
- ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname);
- meewerken bij dagbesteding.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren voor zover de vordering ziet op vergoeding van de aan [slachtoffer] in rekening gebrachte post medische kosten. Dit deel van de vordering kan desgewenst nog wel bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
poging tot doodslag] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. De rechtbank bepaalt dat bij gebreke van betaling of verhaal bij de verdachte 86 dagen gijzeling kunnen worden toegepast.
8.Vordering tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
36 (zesendertig) maanden.
12 (twaalf) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Meldplicht bij reclassering
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
Meewerken aan dagbesteding
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.299,68, bestaande uit € 299,68 als vergoeding voor de materiële en € 10.000 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 10.299,68, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 86 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.