Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
- [eiser 1] c.s., bijgestaan door mr. Lubach voornoemd;
- namens Obvion: mevrouw [betrokkene 1] (jurist), bijgestaan door mr. Jans voornoemd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 27 juni 2022, hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een kort geding aangespannen tegen Obvion N.V. De eisers vorderden dat Obvion zou worden veroordeeld om de hypothecaire financieringsovereenkomst na te komen. De achtergrond van de zaak betreft een hypothecaire lening die door Obvion was aangeboden en door eisers was aanvaard. Obvion had echter op 23 mei 2022 de hypotheekaanvraag afgewezen en op 25 mei 2022 het bindend aanbod ingetrokken, wat leidde tot de rechtszaak.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de mededelingen van Obvion geen rechtsgevolg hadden, omdat de overeenkomst al tot stand was gekomen op 18 mei 2022 door de ondertekening van het bindend aanbod door eisers. De rechter benadrukte dat de afwijzing van de hypotheekaanvraag en het intrekken van het aanbod geen invloed hadden op de reeds bestaande overeenkomst. Obvion werd daarom verplicht om de overeenkomst na te komen en het overeengekomen bedrag van € 447.080,-- te voldoen op de bankrekening van de notaris.
Daarnaast werd Obvion ook verplicht om medewerking te verlenen aan het passeren van de hypotheekakte. De vordering van eisers tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat Obvion had toegezegd de veroordelingen onvoorwaardelijk na te komen. De proceskosten werden aan Obvion opgelegd, aangezien zij als in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk moest worden nageleefd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.