ECLI:NL:RBNHO:2022:6645

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
C/15/328285 / KG ZA 22-249
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke geschil over licentieovereenkomst en gewijzigde uitgave van een boek

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen de auteur van een boek, eiser, en de uitgeverij Xander Uitgevers B.V., gedaagde. Eiser heeft in 2014 een licentieovereenkomst gesloten met een zustervennootschap van gedaagde, Karakter Uitgevers B.V., voor de uitgave van zijn boek. In 2021 heeft Karakter haar activiteiten stopgezet en begin 2022 heeft gedaagde een gewijzigde druk van het boek van eiser uitgegeven zonder zijn toestemming. Eiser stelt dat de licentieovereenkomst is beëindigd en dat de nieuwe druk ingrijpend afwijkt van eerdere drukken, waardoor hij niet heeft ingestemd met de uitgave. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser gedeeltelijk toegewezen, oordelend dat gedaagde met eiser had moeten overleggen voordat zij een sterk gewijzigde druk van het boek uitgaf. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat gedaagde het drukken, verkopen en exploiteren van de zevende druk van het boek onmiddellijk moet stopzetten totdat in een bodemprocedure over de vorderingen van eiser is beslist. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor iedere dag dat zij in gebreke blijft.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/328285 / KG ZA 22-249
Vonnis in kort geding van 26 juli 2022
in de zaak van
[eiser], handelend onder de naam
CONCEPTUAL CONTINUITY,
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat: mr. G.E.J. Kornet te Zwolle,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
XANDER UITGEVERS B.V.,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde,
advocaat: mr. M.R. van Leeuwen te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna [eiser] en Xander genoemd worden.
De zaak in het kort
Eiser is de auteur van een boek. Hij heeft in 2014 met een zustervennootschap van gedaagde een licentieovereenkomst gesloten. Die vennootschap is eind 2021 gestopt met haar uitgeverij-activiteiten. Begin 2022 heeft gedaagde een gewijzigde druk van het boek van eiser uitgegeven. Eiser maakt daartegen bezwaar, omdat hij de licentieovereenkomst met de zustervennootschap had opgezegd en omdat de nieuwe druk ingrijpend afwijkt van eerdere drukken en hij daarmee niet heeft ingestemd.
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiser gedeeltelijk toe. Weliswaar is niet uitgesloten dat gedaagde de licentieovereenkomst heeft overgenomen, maar gedaagde had met eiser moeten overleggen voordat zij een sterk gewijzigde druk van het boek van eiser zou uitgeven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 4 juli 2022 met producties 1 tot en met 5 en de aanvullende producties 6 tot en met 8;
  • de door Xander in het geding gebrachte producties 1 tot en met 8;
  • de mondelinge behandeling van 12 juli 2022, waarbij namens Xander pleitaantekeningen zijn overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Xander is een uitgever. Zij is een zustervennootschap van Karakter Uitgevers B.V. (hierna: Karakter).
2.2.
[eiser] is de auteur van het boek “
Wat je als whiskyliefhebber moet weten” (hierna: het boek).
2.3.
[eiser] is, samen met zijn echtgenote, vennoot van de vennootschap onder firma Conceptual Continuity (kvk-nummer: [nummer]).
2.4.
Op 28 oktober 2014 heeft “
Conceptual Continuity, in rechte vertegenwoordigd door Hans [eiser], vennoot”met Karakter een licentieovereenkomst gesloten, waarin aan Karakter een licentie is verleend om het boek uit te geven en te exploiteren. In de licentieovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“ARTIKEL 6 EXPLOITATIEVORM
6.1
De exploitatie van het werk berust hij de uitgever, voorzover bij deze overeenkomst niet anders schriftelijk is bepaald. De eindverantwoordelijkheid en de beslissingsbevoegdheid over de wijze van exploitatie en over de definitieve vormgeving van een uitgave berusten bij de uitgever. De uitgever is verplicht elke uitgave van het werk naar behoren te verzorgen en de verkoop ervan te bevorderen.
(…)
ARTIKEL 13 OVERDRACHT OVEREENKOMST
13.1
De uitgever is gerechtigd deze overeenkomst na schriftelijke mededeling aan de auteur geheel of
gedeeltelijk aan een derde over te dragen, onder het beding dat de verkrijgende partij ten opzichte
van de overgedragen rechten en verplichtingen geheel in de plaats van de uitgever treedt.
(…)
ARTIKEL14 RECHT TOT HERDRUK EN REPRODUCTIE
14.1
De uitgever heeft het recht om steeds wanneer hij dit wenselijk acht een herdruk c.q. reproductie van een uitgave van het werk uit te geven.
14.2
Voor een ongewijzigde of niet ingrijpend gewijzigde herdruk c.q. update gelden alle bepalingen van deze overeenkomst onverkort met dien verstande dat overeengekomen royaltypercentages worden berekend over het totaal aantal verkochte exemplaren.
14.3
Indien de uitgever of de auteur een herdruk of heruitgave of nieuwe versie wenselijk acht die ingrijpend van de voorgaande afwijkt, zullen partijen zo nodig nadere afspraken maken en schriftelijk vastleggen. Ten behoeve van de leverbaarheid is de uitgever te allen tijde bevoegd het benodigd aantal exemplaren van de lopende druk c.q. versie bij te drukken cq. te reproduceren.
(…)
ARTIKEL 15 BEËINDIGING
15.1
Indien 7 (zeven) jaren zijn verstreken na verschijning van de eerste uitgave van het werk, is ieder der partijen gerechtigd deze overeenkomst met een opzegtermijn van één (1) maand schriftelijk op te zeggen. (…)
15.5
Indien de uitgever in staat van faillissement wordt verklaard of indien haar bedrijf in liquidatie treedt, heeft de auteur het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. Het auteursrecht p het werk valt daarop terstond volledig terug aan de auteur.
(…).”
2.5.
Door Karakter zijn in totaal vijf drukken van het boek uitgegeven.
2.6.
In september 2021 is [eiser] er mee bekend geworden dat Karakter haar uitgeverij-activiteiten zou staken. Tussen [eiser] en de directeur van Karakter is toen besproken dat Xander een zesde druk van het boek zal uitgeven.
2.7.
Op 4 oktober 2021 heeft Xander aan [eiser] een aangepaste omslag en binnenwerk van de zesde druk van het boek aan [eiser] toegestuurd en gemeld dat als [eiser] akkoord is, de bestanden naar de drukker zullen worden gestuurd. Deze bestanden waren gebaseerd op een variant van de omslag die door partijen ‘het blauwe boek’ is genoemd (hierna: de blauwe omslag). De blauwe omslag werd ook gebruik bij de eerdere drukken van het boek. Bij het ontwerp van de blauwe omslag is [eiser] intensief betrokken geweest.
2.8.
Op diezelfde dag (4 oktober 2021) heeft [eiser] zijn akkoord gegeven. Daarop heeft Xander gereageerd dat het even zal duren voordat de zesde druk in de winkel zal liggen vanwege de papierschaarste.
2.9.
Tussen partijen heeft op 30 oktober 2021 een bespreking plaatsgevonden. Op 1 november 2021 heeft [eiser] Xander bedankt voor het leuke gesprek.
2.10.
Op 15 november 2021 heeft [eiser] Xander gevraagd om toezending van tien exemplaren van het boek aan Mitra. Daarop heeft Xander op 20 november 2021 gereageerd dat sprake is van een misverstand en dat het boek is uitverkocht. Ook meldt Xander dat geen herdruk is gemaakt, maar een nieuwe editie tot stand zal worden gebracht.
In reactie daarop heeft [eiser] op 20 november 2021 gemeld dat hij een proef voor de zesde druk ter goedkeuring heeft gekregen en dat was gesproken over een oplage van 2.000 stuks. [eiser] heeft in zijn e-mail gevraagd om contact met Xander om misverstanden uit de weg te helpen. Xander heeft daarop niet gereageerd.
2.11.
Per brief en e-mail van 2 december 2021 heeft Conceptual Continuity de licentieovereenkomst met Karakter opgezegd met onmiddellijke ingang.
2.12.
Begin 2022 heeft [eiser] geconstateerd dat een zevende druk van het boek, uitgegeven door Xander, werd verkocht. De zevende druk van het boek is voorzien van een omslag met gewijzigde vormgeving, die door partijen is aangeduid als ‘het bruine boek’ (hierna: de bruine omslag).
2.13.
[eiser] heeft zich (onder meer in een brief van 11 maart 2022) tegenover Xander op het standpunt gesteld dat de licentieovereenkomst is beëindigd en alle rechten met betrekking tot het boek per 1 januari 2022 aan [eiser] zijn teruggevallen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Xander veroordeelt tot:
I. de onmiddellijke stopzetting van het drukken, uitgeven en exploiteren van het boek: "
Wat je als whiskyliefhebber moet weten", zevende druk 2022 (ISBN 978 90 452 22417);
II. het terughalen van alle gedrukte en nog niet verkochte exemplaren hiervan;
III. de rectificatie in twee landelijke dagbladen, onder meer vermeldend:
• uitgave zonder toestemming van de auteur;
• opmaak, vormgeving en inhoud zouden nimmer instemming van de auteur krijgen;
IV. betaling van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Xander hiermee in gebreke blijft met een maximum van € 30.000,00;
een en ander met veroordeling van Xander in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat de licentieovereenkomst is vervallen en dat Xander onrechtmatig heeft gehandeld door het boek met de bruine omslag zonder zijn toestemming in de markt te brengen.
3.3.
Xander voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Formele verweren

4.1.
Xander heeft primair een ontvankelijkheidsverweer gevoerd. Zij stelt dat de dagvaarding is uitgebracht door [eiser], terwijl niet [eiser], maar de vof Conceptual Continuity contractspartij is bij de licentieovereenkomst. De voorzieningenrechter volgt Xander hierin niet. Blijkens de aanhef van de dagvaarding is de dagvaarding uitgebracht door [eiser], “
h.o.d.n. Conceptual Continuity (KvK [nummer])”. Het genoemde KvK-nummer behoort tot de vennootschap onder firma Conceptual Continuity. Xander heeft daaruit moeten begrijpen dat zij werd gedagvaard door [eiser] mede in hoedanigheid van vennoot van de vof Conceptual Continuity.
4.2.
Ook het verweer van Xander dat [eiser] haar rauwelijks heeft gedagvaard volgt de voorzieningenrechter niet. Aan de dagvaarding is namelijk correspondentie tussen partijen voorafgegaan (waaronder de brief van 11 maart 2022), waarin hetzelfde geschil aan de orde was als in dit kort geding. Dat in die correspondentie niet dezelfde sommaties zijn verwoord als in deze procedure, doet daaraan niet af.
Overdracht van de licentieovereenkomst aan Xander
4.3.
Xander heeft zich tegen de vorderingen van [eiser] verweerd met de stelling dat de rechten en plichten uit de licentieovereenkomst door Karakter zijn overgedragen aan Xander. Volgens Xander is van die overdracht mondeling mededeling gedaan aan [eiser], hetgeen blijkt uit het feit dat [eiser] er in oktober/november 2021 mee heeft ingestemd dat een nieuwe druk van zijn boek door Xander zou worden uitgegeven.
[eiser] heeft aangevoerd dat hij de mededelingen van Karakter ([betrokkene]) en Xander in september/oktober 2021 niet heeft opgevat als een overdracht van de licentieovereenkomst. Volgens [eiser] is hij destijds met Xander in onderhandeling getreden over een nieuwe druk van zijn boek, maar hebben zij geen overeenstemming bereikt.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt dat de licentieovereenkomst (artikel 13.1) bepaalt dat de overdracht van de licentieovereenkomst aan een derde (Xander) door Karakter schriftelijk moet zijn medegedeeld aan [eiser]. Daarvan is ook volgens de eigen stellingen van Xander geen sprake geweest. Dit heeft tot de (onwenselijke) situatie geleid waarin bij [eiser] onduidelijkheid kan bestaan over de vraag óf de rechten en plichten uit de licentieovereenkomst inderdaad zijn overgedragen aan Xander.
4.5.
[eiser] heeft zich er echter niet op beroepen dat de overdracht van de licentieovereenkomst ongeldig is. De voorzieningenrechter zal daarom van een geldige overdracht uitgaan. Daarbij weegt de voorzieningenrechter ook mee dat partijen zijn overeengekomen dat voor de overdracht geen toestemming van [eiser] is vereist en dat een eenzijdige schriftelijke mededeling van Karakter voldoende is. Voor zover de schending van het vormvoorschrift al zou leiden tot ongeldigheid van de overdracht, kan Karakter een dergelijke schriftelijke mededeling dus nog steeds doen (hetgeen ook niet uitgesloten is, aangezien Xander en Karakter zustervennootschappen zijn), waardoor (alsnog) een overdracht van de licentieovereenkomst aan Xander zou plaatsvinden.
Opzegging van de licentieovereenkomst van 2 december 2021
4.6.
[eiser] heeft zich beroepen op de opzegging van de licentieovereenkomst van 2 december 2021. Die opzegging is in de eerste plaats gebaseerd op artikel 15.1 van de licentieovereenkomst. Daarin is bepaald dat de overeenkomst door ieder der partijen kan worden opgezegd na zeven jaar na verschijning van de eerste uitgave van het boek, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. [eiser] heeft in dit kort geding echter erkend dat weliswaar zeven jaren zijn verstreken sinds het ondertekenen van de licentieovereenkomst (oktober 2014), maar nog geen zeven jaar sinds de eerste verschijning van het boek. De opzegging op grond van artikel 15.1 op 2 december 2021 was dus te vroeg. Volgens de onweersproken stelling van [eiser] kan de overeenkomst op grond van artikel 15.1 in november 2022 wél worden opgezegd met een opzegtermijn van één maand.
4.7.
De opzegging van 2 december 2021 is tevens gebaseerd op artikel 15.5 van de licentieovereenkomst, waarin is bepaald dat [eiser] de licentieovereenkomst kan opzeggen indien Karakter in staat van faillissement of liquidatie verkeert. Xander heeft betoogd dat daarvan geen sprake is en dat de beëindiging van de uitgeverij-activiteiten van Karakter geen opzeggingsgrond vormt. [eiser] heeft daarop niet meer gereageerd, zodat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat artikel 15.5 geen toepassing vindt.
4.8.
Het voorgaande leidt tot het voorlopig oordeel dat de opzegging van de licentieovereenkomst van 2 december 2021 geen rechtsgevolg heeft gehad.
Wijze van uitvoering van de licentieovereenkomst
4.9.
Het voorgaande betekent dat de rechtsverhouding tussen [eiser] en Xander wordt beheerst door de licentieovereenkomst. Ter beoordeling ligt daarom voor of Xander aan haar verplichtingen uit die overeenkomst heeft voldaan. Partijen zijn het daarover niet eens.
4.10.
[eiser] verwijt Xander dat zij met zijn boek aan de haal is gegaan, door plotseling de bruine omslag te gebruiken in plaats van de door hem goedgekeurde blauwe omslag, die ook werd gebruikt bij alle eerdere drukken van het boek. De uitstraling van het boek is volgens [eiser] drastisch gewijzigd. Bovendien is op de bruine omslag de foto van [eiser] verdwenen en is het gebruikte papier van een lagere kwaliteit. Verder maakte het boek met de blauwe omslag onderdeel uit van een serie, waarvan bij de bruine omslag geen sprake meer is. Op de bruine omslag wordt bovendien een recensie van De Telegraaf vermeld, waarmee [eiser] niet instemt. [eiser] stelt dat hij bij verschillende uitgeverijen diverse andere boeken heeft uitgebracht, maar dat hij een werkwijze zoals door Xander gehanteerd nog nooit heeft meegemaakt.
4.11.
Xander heeft zich op het standpunt gesteld dat zij op grond van artikel 6.1 van de licentieovereenkomst de volledige zeggenschap heeft over de wijze waarop het boek in de markt wordt gezet. Zij bepaalt naar eigen inzicht onder meer de vormgeving van de omslag van het boek en hoeft daarover niet in overleg te treden met [eiser], aldus het betoog van Xander. De bruine omslag sluit volgens [eiser] beter aan bij de vraag vanuit grote klanten. Volgens Xander is het in de uitgeverijbranche vaste praktijk dat de auteur enkel zeggenschap heeft over de inhoud van het boek, maar is de wijze waarop een boek wordt gepresenteerd, inclusief de stijl van de omslag van het boek, het exclusieve terrein van de uitgever, die op dat gebied deskundig is. Dit laatste blijkt volgens Xander ook uit de omstandigheid dat de behaalde omzet met de bruine omslag hoger is dan de behaalde omzet met de blauwe omslag in een vergelijkbare periode.
4.12.
Bij de beoordeling van de standpunten van partijen acht de voorzieningenrechter van belang dat Xander in de e-mailcorrespondentie van 4 oktober 2021 uitdrukkelijk de goedkeuring van [eiser] heeft gevraagd voor een nieuwe druk van het boek met de blauwe omslag. Daarbij heeft Xander gemeld dat als [eiser] akkoord was, het boek naar de drukker zou worden gezonden. [eiser] heeft daarop zijn akkoord gegeven.
4.13.
Hieruit wordt duidelijk dat óók Xander er van uit ging dat, hoewel d
eeindverantwoordelijkheid en de beslissingsbevoegdheid over de vormgeving op grond van artikel 6.1 van de licentieovereenkomst berust bij Xander, zij daarover wel met [eiser] moet overleggen, althans hem daarvan in ieder geval op de hoogte moet brengen. Het één sluit het ander ook niet uit. Een dergelijk overleg getuigt bovendien van respect voor het geesteskind van de auteur en kan als zodanig worden gezien als een uitvoering van de overeenkomst waarop deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanspraak kan maken.
4.14.
Daar komt bij dat [eiser] op grond van de genoemde e-mailcorrespondentie mocht vertrouwen dat een nieuwe druk van het boek met de blauwe omslag zou verschijnen. Deze verwachting heeft [eiser] nogmaals geuit in zijn e-mail van 20 november 2021, waarin hij Xander uitdrukkelijk heeft gevraagd om spoedig contact.
4.15.
Dit verzoek heeft Xander genegeerd en in plaats van het uitgeven van het boek met de blauwe omslag, heeft zij een nieuwe druk van het boek uitbracht met de bruine omslag. Het staat tussen partijen vast dat sprake is van een ingrijpende wijziging, waardoor de uitstraling van het boek is veranderd ten opzichte van de door [eiser] goedgekeurde blauwe omslag. Er wordt een andere doelgroep aangesproken en er is door Xander gekozen voor een andere stijl. [eiser] is hierdoor verrast: hij werd pas bekend met de nieuwe uitstraling van het boek nadat het boek met de bruine omslag al in de winkels lag.
4.16.
Onder de geschetste omstandigheden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat Xander niet zonder overleg met [eiser] het boek met de bruine omslag mocht uitgeven. De vraag of de bruine omslag beter is dan de blauwe omslag, zoals Xander verdedigt, is voor dat oordeel niet relevant. Doorslaggevend is dat Xander deze volledig nieuwe koers met het boek van [eiser] is gaan varen, zonder dat [eiser] daarbij is betrokken of daarvan op de hoogte was.
4.17.
Dit oordeel vindt bovendien steun in artikel 14.3 van de licentieovereenkomst. Daarin is met zoveel woorden bepaald dat “
indien de uitgever (…) een herdruk wenselijk acht die ingrijpend van de voorgaande afwijkt, (…) partijen zo nodig nadere afspraken[zullen]
maken”. In artikel 14.4 is vervolgens een regeling opgenomen voor het geval de partijen geen overeenstemming bereiken over een ingrijpend gewijzigde herdruk. Het standpunt van Xander dat deze rechten en bevoegdheden van [eiser] alleen betrekking hebben op de
inhoudvan het boek en niet op de vormgeving of omslag daarvan, volgt de voorzieningenrechter niet. Die beperking volgt niet uit de tekst van artikel 14.3. Bovendien is dit standpunt niet te rijmen met het feit dat Xander [eiser] op 4 oktober 2021 goedkeuring heeft gevraagd voor de blauwe omslag en met de onweersproken stelling van [eiser] dat hij intensief betrokken is geweest bij het ontwerp van de blauwe omslag.
4.18.
De voorzieningenrechter is gezien het voorgaande van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat in een eventueel tussen partijen te voeren bodemprocedure zal worden beslist dat Xander tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de licentieovereenkomst.
4.19.
Aan het betoog van Xander dat met de bruine omslag een hogere omzet wordt behaald dan met de blauwe omslag, gaat de voorzieningenrechter voorbij. Xander heeft dit betoog namelijk niet van enige onderbouwing voorzien. [eiser] heeft de stellingen van Xander betwist en aangevoerd dat het boek (met de blauwe omslag) enige tijd uitverkocht is geweest voordat de druk met de bruine omslag verscheen, zodat uit de tijdelijk hogere omzetcijfers van het boek met de bruine omslag geen conclusies kunnen worden getrokken. Daarbij komt dat de belangen van [eiser] met betrekking tot zijn boek breder zijn dan enkel de recent behaalde verkoopcijfers.
De vorderingen van [eiser]
4.20.
Vervolgens moet beoordeeld worden welke consequenties het voorgaande heeft voor de door [eiser] ingestelde vorderingen.
4.21.
Xander heeft toegelicht dat een oplage van 2.000 exemplaren met de bruine omslag is gedrukt en dat de voorraad goed verkoopt, maar nog niet op is.
4.22.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de besproken tekortkoming van Xander niet rechtvaardigt dat rectificatievordering en de vorderingen strekkende tot het terughalen van alle gedrukte, maar nog niet (door-)verkochte exemplaren van het boek in dit kort geding worden toegewezen. [eiser] heeft onvoldoende toegelicht dat zijn belangen opwegen tegen de ernstige gevolgen die Xander hierdoor voorzienbaar zou ondervinden. Gelet op de schadelijke gevolgen van toewijzing van deze vorderingen, had het op de weg van [eiser] gelegen om concreet toe te lichten op welke wijze de reeds uitgeleverde boeken schade toebrengen aan zijn eer of de naam. Dat heeft hij niet gedaan. Dat sprake is van onjuistheden die voor rectificatie in aanmerking komen, is evenmin aannemelijk geworden.
4.23.
Het voorlopig oordeel over de tekortkoming van Xander met betrekking tot het boek met de bruine omslag, rechtvaardigt wel dat Xander wordt geboden het drukken, verkopen en exploiteren van het boek stop te zetten, totdat in de bodemprocedure over de vorderingen van [eiser] is beslist.
Het gebod om de verkoop stop te zetten heeft uitsluitend betrekking op de verkoop door Xander en niet op de (door)verkoop van het boek door klanten van Xander van reeds door Xander aan die klanten verkochte/geleverde exemplaren.
4.24.
Ter zitting heeft [eiser] verklaard dat hij er mee zou kunnen instemmen dat de nog bij Xander aanwezige voorraad van het boek met de bruine omslag door Xander wordt verkocht, mits na de verkoop van die voorraad alle rechten van het boek terugvallen bij [eiser]. De voorzieningenrechter zal daarom bepalen dat het gebod om de levering en exploitatie van de bestaande voorraad stop te zetten komt te vervallen indien en zodra Xander schriftelijk aan [eiser] bevestigt dat zij er mee instemt dat na verkoop van de nog bij haar, Xander, aanwezige voorraad de licentieovereenkomst definitief eindigt en alle rechten van het boek aan [eiser] terugvallen.
Hierbij weegt de voorzieningenrechter ook mee dat het - op basis van een eerste lezing van de licentieovereenkomst en het beperkte debat dat partijen in dit kort geding daarover hebben gevoerd - aannemelijk is dat de licentieovereenkomst hoe dan ook op relatief korte termijn tot een einde kan komen. In november 2022 verloopt volgens de onweersproken stelling van [eiser] immers de zeven jaar-termijn van artikel 15.1 en kan [eiser] de licentieovereenkomst met een opzegtermijn van één maand opzeggen.
Proceskosten
4.25.
Xander zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [eiser] worden begroot op € 1.438,21 (waarvan € 108,41 aan dagvaardingskosten, € 314,- aan griffierecht en € 1.016,- aan salaris advocaat). De wettelijke rente en de nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt Xander het drukken, verkopen en exploiteren van het boek: "
Wat je als whiskyliefhebber moet weten", zevende druk 2022 (ISBN 978 90 452 22417) onmiddellijk stop te zetten, totdat in een bodemprocedure op de vorderingen van [eiser] is beslist, en veroordeelt Xander tot betaling van een dwangsom van € 500,- per dag dat Xander hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,- is bereikt;
5.2.
bepaalt dat het gebod om de levering en exploitatie van de bestaande voorraad stop te zetten vervalt indien en zodra Xander schriftelijk aan [eiser] bevestigt dat zij er mee instemt dat na verkoop van de nog bij haar, Xander, aanwezige voorraad de licentieovereenkomst definitief eindigt en alle rechten van het boek aan [eiser] terugvallen;
5.3.
veroordeelt Xander in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.438,21, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Xander niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening van de nakosten;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 26 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1538