ECLI:NL:RBNHO:2022:6791
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming onder curatele voor erkenning van een kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan over de rechtsgeldigheid van de toestemming van een onder curatele staande moeder voor de erkenning van haar kind door de vader. De rechtbank oordeelt dat de moeder, die onder curatele staat wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand, rechtsgeldig toestemming kan verlenen voor de erkenning van haar kind, mits zij hiervoor toestemming heeft gekregen van de kantonrechter. In dit geval is die toestemming achteraf verleend, waardoor de rechtshandeling van de moeder alsnog is bekrachtigd.
De procedure begon met een verzoek van de officier van justitie tot nietigverklaring van de akte van erkenning van het kind, omdat de moeder op het moment van de erkenning onder curatele stond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder handelingsonbekwaam was en dat de toestemming van de kantonrechter noodzakelijk was voor de erkenning. Echter, de rechtbank concludeert dat de erkenning nietig is verklaard, omdat de kantonrechter achteraf toestemming heeft verleend, waardoor de erkenning alsnog geldig is.
De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie afgewezen, omdat alle betrokkenen, inclusief de ambtenaar van de burgerlijke stand, het erover eens waren dat de erkenning in het belang van het kind was. De bijzondere curator heeft ook verzocht om vervangende toestemming voor de erkenning, maar dit verzoek behoeft geen verdere bespreking nu de verzoeken van de officier van justitie zijn afgewezen.