Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 mei 2022, met producties 1 tot en met 18,
- de incidentele conclusie houdende de exceptie van onbevoegdheid,
- het antwoord in het incident tot onbevoegdheid.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Noord-Holland, is op 10 augustus 2022 een vonnis in incident uitgesproken. De eiser, Van [eiser], heeft een aannemingsovereenkomst gesloten met Dakkapel.NL B.V. voor de plaatsing van een dakkapel. Van [eiser] stelt dat Dakkapel tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst en vordert onder andere nakoming en herstelkosten. Dakkapel heeft in het incident verzocht om de rechtbank zich onbevoegd te verklaren en de zaak door te verwijzen naar de kantonrechter, omdat de vorderingen volgens hen niet boven de competentiegrens van € 25.000,00 uitkomen.
De rechtbank heeft de argumenten van Dakkapel overwogen en vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat het belang van de vorderingen van Van [eiser] deze grens overstijgt. De rechtbank concludeert dat de kantonrechter bevoegd is om van de zaak kennis te nemen, aangezien de vorderingen van Van [eiser] in wezen betrekking hebben op herstelkosten die niet hoger zijn dan € 1.000,00. De incidentele vordering van Dakkapel wordt toegewezen, en Van [eiser] wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident.
De zaak wordt vervolgens doorverwezen naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken op 7 september 2022, waarbij partijen niet verplicht zijn om te verschijnen. Tevens wordt hen medegedeeld dat zij in de verdere procedure niet meer door een advocaat vertegenwoordigd hoeven te worden, en dat het teveel betaalde griffierecht zal worden teruggestort.