ECLI:NL:RBNHO:2022:731

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
9134772 \ CV EXPL 21-1795
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en ontbinding leaseovereenkomst

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lease 2.0. B.V., handelend onder de naam DealerLeasing, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in persoon procedeert. DealerLeasing vordert betaling van een bedrag van € 10.068,08, voortvloeiend uit een leaseovereenkomst voor een Ford Transit Custom L2H1, die op 12 februari 2020 tot stand is gekomen. De gedaagde heeft een van de facturen betwist, maar heeft deze betwisting niet onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij schade heeft geleden en dat de facturen door DealerLeasing correct zijn verzonden naar het opgegeven adres.

Het procesverloop begon met een dagvaarding op 18 maart 2021, waarna de gedaagde schriftelijk heeft geantwoord. DealerLeasing heeft gereageerd, maar de gedaagde heeft zijn verweer niet voldoende onderbouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat DealerLeasing het recht had om de leaseovereenkomst te ontbinden vanwege betalingsverzuim van de gedaagde. De gedaagde heeft geen bewijs geleverd voor zijn claims van onjuist gefactureerde bedragen en schade.

De kantonrechter heeft de vordering van DealerLeasing toegewezen, met inbegrip van de contractuele rente en proceskosten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 9.648,85, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter heeft de vordering voor het overige afgewezen en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9134772 \ CV EXPL 21-1795 KB
Uitspraakdatum: 26 januari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
De besloten vennootschap Lease 2.0. B.V., t.h.o.d.n. DealerLeasing
gevestigd te Geldrop
eiseres
verder te noemen: DealerLeasing
gemachtigde: mr. J.D. de Kort
tegen
[gedaagde],
h.o.d.n. [bedrijfsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederende in persoon.
De zaak in het kort
DealerLeasing vordert betaling van een groot aantal facturen. [gedaagde] heeft één van deze facturen betwist. [gedaagde] heeft deze betwisting niet onderbouwd. De vordering van DealerLeasing zal worden toegewezen. Dat [gedaagde] schade heeft geleden is door [gedaagde] niet onderbouwd.

1.Het procesverloop

1.1.
DealerLeasing heeft bij dagvaarding van 18 maart 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
DealerLeasing heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Tussen DealerLeasing en [gedaagde] is op 12 februari 2020 een leaseovereenkomst tot stand gekomen voor de lease van een Ford Transit Custom L2H1.
2.2.
Het contract staat op naam van [bedrijfsnaam] , t.a.v. [gedaagde] , [adres] , [postcode] [plaats] .
2.3.
Op de leaseovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van DealerLeasing van toepassing. In artikel 8.2 staat onder meer dat DealerLeasing het recht heeft het leasecontract per direct te ontbinden bij het niet voldoen aan de betalingsverplichtingen, na herhaaldelijk te zijn aangemaand.

3.De vordering en het verweer

3.1.
DealerLeasing vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 10.068,08.
3.2.
DealerLeasing legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij [gedaagde] heeft gefactureerd op grond van de tussen partijen bestaande overeenkomst. [gedaagde] heeft de facturen niet binnen de overeengekomen betalingstermijn voldaan. DealerLeasing heeft, toen tijdige betaling uitbleef, de overeenkomst ontbonden. DealerLeasing heeft [gedaagde] diverse aanmaningen gezonden maar [gedaagde] heeft tot op heden geen enkele betaling verricht.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat alle brieven van DealerLeasing naar een onjuist adres zijn gestuurd. De dagvaarding werd op 18 maart 2021 wel op het juiste adres betekend.
3.4.
Daarnaast voert [gedaagde] aan dat DealerLeasing niet heeft gereageerd op zijn brieven uit de periode 29 juni 2020 tot en met 8 februari 2021. DealerLeasing heeft onjuist gefactureerd. Het gevorderde bedrag klopt niet. DealerLeasing heeft namelijk schade aan het voertuig in rekening gebracht. Deze schade wordt door [gedaagde] betwist. DealerLeasing heeft niet duidelijk aangegeven welk voertuig dit betreft en [gedaagde] zelf was niet aanwezig bij het opnemen van de schade. Daarnaast zijn de betaalde borgsommen niet in het gevorderde bedrag verwerkt.
3.5.
[gedaagde] wil verrekening van de door hem geleden schade. DealerLeasing heeft de auto op afstand geblokkeerd. De opdrachtgever van [gedaagde] heeft zijn goederen door een derde moeten laten ophalen. [gedaagde] is hiervoor door zijn opdrachtgever aansprakelijk gesteld. Door deze actie van DealerLeasing is [gedaagde] zijn opdrachtgever kwijtgeraakt en heeft hij geen inkomsten meer.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.068,08 aan DealerLeasing.
4.2.
[gedaagde] voert ten eerste aan dat de herinneringen en aanmaningen niet naar het juiste adres zijn gestuurd en door hem nooit zijn ontvangen. Vast staat dat de facturen die door DealerLeasing zijn gestuurd naar het adres zijn gestuurd dat [gedaagde] heeft opgegeven bij het aangaan van de overeenkomst. Door [gedaagde] is niet gesteld en ook is niet gebleken dat [gedaagde] een adreswijziging naar DealerLeasing heeft gezonden. DealerLeasing mocht dus van het adres in het contract uitgaan. Daarbij komt dat uit de door DealerLeasing overgelegde stukken blijkt dat de herinneringen en aanmaningen ook per mail naar [gedaagde] zijn gestuurd. Namelijk naar het mailadres
[mailadres]Uit dit alles blijkt dat [gedaagde] op de hoogte kon zijn van de door DealerLeasing toegezonden herinneringen, aanmaningen en ontbinding van de overeenkomst. Daar komt bij dat [gedaagde] toch niet zal hebben verwacht de auto te leasen zonder enig bedrag te hoeven betalen.
4.3.
[gedaagde] heeft alleen de juistheid van de factuur met nummer 83311 d.d. 23 juli 2020, de factuur betreffende de “ontbinding”, betwist. [gedaagde] voert aan dat de schades niet zijn aangetoond omdat niet blijkt dat het om het juiste voertuig gaat en dat er geen schade was aan het voertuig. De kosten voor reiniging waren niet nodig omdat de bus niet smerig was. En dat de transportkosten niet nodig waren geweest. DealerLeasing stelt dat zij inderdaad het voertuig heeft geblokkeerd en dat dit te wijten was aan het betalingsverzuim van [gedaagde] . Op grond van de algemene voorwaarden had DealerLeasing ook het recht dit te doen. DealerLeasing is vanwege de tekortkoming in de nakoming tot ontbinding van de overeenkomst overgegaan. Hierbij is het voertuig ingenomen en komen de door DealerLeasing in rekening gebrachte kosten op grond van de contractuele afspraken tussen partijen voor rekening van [gedaagde] . Uit artikel 9 van de algemene voorwaarden volgt dat DealerLeasing deze kosten in rekening mag brengen van [gedaagde] . DealerLeasing heeft voldoende onderbouwd dat deze kosten zijn gemaakt. De kantonrechter zal, naast de niet betwiste facturen, ook deze factuur toewijzen.
4.4.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 772,12.
4.5.
[gedaagde] heeft tegen de gevorderde contractuele rente geen verweer gevoerd. Ook dit bedrag zal worden toegewezen.
4.6.
[gedaagde] stelt schade te hebben geleden en vraagt verrekening, zo begrijpt de kantonrechter althans het verweer van [gedaagde] , met die schade. Dit verweer wordt gepasseerd nu deze schade niet is onderbouwd.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door DealerLeasing worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan DealerLeasing van € 9.648,85, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand over € 7.942,36 vanaf 18 maart 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van DealerLeasing tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 89,44
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 746,00 ;
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door DealerLeasing worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter