Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 7
- de akte overlegging producties tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie met producties 1 t/m 14 van de zijde van Wereldhave
- de aanvullende productie 15 van de zijde van Wereldhave
- de mondelinge behandeling van 15 augustus 2022 waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
- de pleitnotities van mr. M.J. Koning namens [eiser]
- de grondslagen voor de in reconventie gevorderde ontruiming van de zijde van [eiser]
- de pleitnota van mr. le Clercq namens Wereldhave
- [betrokkene 2] (echtgenoot van [eiser])
- [betrokkene 3]
- Mr. A.A.L. Oving (kantoorgenoot mr. le Clercq)
2.De zaak in het kort
3.Feiten
4.Het geschil in conventie
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling in conventie
- dat de omstandigheid dat een huurder van 290-bedrijfsruimte die voor zijn omzet afhankelijk is van de komst van publiek,
- deze als gevolg van overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie
- niet of slechts in geringe mate kan exploiteren,
- bij een huurovereenkomst gesloten voor 15 maart 2020,
- behoudens concrete aanwijzingen van het tegendeel,
- een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 6:258 BW is,
- op grond waarvan de rechter de huurovereenkomst kan aanpassen door de huurprijs te verminderen.
door de rechter terugwerkende kracht kan worden verleend.
echteconsideratie met het belang van [eiser] om een huur die, gerelateerd aan het toenemende verval dat voortvloeit uit de status van het gehuurde als een winkel in een complex in renovatie (met nu 65% leegstand) wel op te brengen moet zijn, had haar in de afgelopen twee Corona-jaren niet misstaan. Allonge III lijkt toch vooral een middel te zijn geweest om de huur-revenuen in de Corona-tijd op peil te houden.
1.016,00