ECLI:NL:RBNHO:2022:7752

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
9968475
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van gemeenschappelijke VvE-ruimte in kort geding

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een flatgebouw een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die zijn verplichtingen uit het Splitsingsreglement en het Huishoudelijk Reglement niet nakomt. De VvE heeft de gedaagde op 7 juli 2022 gedagvaard en de mondelinge behandeling vond plaats op 19 juli 2022. De gedaagde is niet verschenen, waardoor de kantonrechter verstek heeft verleend. De VvE vorderde onder andere dat de gedaagde zijn persoonlijke spullen uit de gemeenschappelijke VvE-ruimte en de gang zou ontruimen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom. Daarnaast vorderde de VvE betaling van verbeurde boetes en proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen, omdat de VvE-ruimte dringend nodig is voor noodzakelijke werkzaamheden aan het complex. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de VvE toewijsbaar zijn, nu de gedaagde niet is verschenen en de VvE haar stellingen voldoende heeft onderbouwd. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de VvE-ruimte, betaling van boetes en proceskosten, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9968475 \ VV EXPL 22-82
Uitspraakdatum: 22 juli 2022
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
Vereniging van Eigenaars van het flatgebouw [VvE]
gevestigd te [plaats]
eiseres
verder te noemen: VvE
gemachtigde: mr. L.J.G. Knorringa
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
VvE heeft [gedaagde] op 7 juli 2022 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 juli 2022, waar de VvE (vertegenwoordigd door [x] en [y] ) met haar gemachtigde mr. Knorringa is verschenen. [gedaagde] is niet ter zitting verschenen.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat de VvE ter toelichting van haar standpunten, mede aan de hand van door de gemachtigde voorgedragen pleitaantekeningen, naar voren heeft gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft de VvE bij brieven van 18 juli 2022 nog stukken toegezonden.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
VvE vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] :
(i) gebiedt het Splitsingsreglement na te komen, waaronder moet worden verstaan het ontruimen van zijn persoonlijke spullen uit de VvE-ruimte en de gang, binnen een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 500,- voor iedere dag dat de heer [gedaagde] niet nakomt, tot een maximum van € 25.000,-;
(ii) veroordeelt tot betaling aan de VvE van de aan hem verbeurde boetes ter hoogte van
€ 250,-, te vermeerderen met de administratiekosten van € 225,- als bedoeld in artikel 14 aanhef en lid 2 van het Huishoudelijk Reglement en de contractuele rente als bedoeld in artikel 13 lid 1 Splitsingsreglement van € 200,-.
(iii) veroordeelt in de kosten van deze procedure met bepaling dat, als deze kosten niet binnen veertien dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd; en
(iv) de nakosten met bepaling dat, als deze kosten niet binnen veertien dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.
2.2.
De Vve legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat VvE-lid [gedaagde] zijn verplichtingen uit het toepasselijke Splitsingsreglement en het Huishoudelijk Reglement niet nakomt. Ondanks meerdere verzoeken/aanmaningen van de VvE heeft [gedaagde] geweigerd zijn persoonlijke spullen weg te halen uit de algemene VvE-ruimte en de gang van het VvE-complex. [gedaagde] moet daarom tot ontruiming van de VvE-ruimte en gang worden veroordeeld.
De gevorderde boetes is [gedaagde] verschuldigd, omdat het bestuur hem, na het toesturen van twee waarschuwingsbrieven, boetes heeft opgelegd wegens de niet-nakoming van zijn verplichtingen. Op grond van het Splitsingsreglement en Huishoudelijk reglement is [gedaagde] over de verbeurde boetes ook de gevorderde administratiekosten en (contractuele) rente verschuldigd.
De VvE heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen, omdat de (oneigenlijk door [gedaagde] in gebruik genomen) VvE-ruimte dringend nodig is voor de opslag van werkmateriaal ten behoeve van noodzakelijke en spoedeisende (reparatie- en verduurzamings-) werkzaamheden aan het VvE-complex.

3.De beoordeling

Verstek verleend
3.1.
De VvE heeft de originele betekende dagvaarding overgelegd. De kantonrechter heeft geconstateerd dat [gedaagde] correct is opgeroepen voor de zitting van 19 juli 2022. Omdat ook de overige bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, heeft de kantonrechter verstek verleend tegen [gedaagde] .
3.2.
Ter zitting is het de kantonrechter gebleken dat [gedaagde] op 13 juli 2022 een brief aan de kantonrechter heeft gestuurd waarin hij op de dagvaarding heeft gereageerd. Aangezien de kantonrechter deze brief (ten tijde van de zitting nog) niet had ontvangen [1] , heeft de gemachtigde van de VvE de kantonrechter een kopie verstrekt. Deze brief leidt er echter niet toe dat geen verstek tegen [gedaagde] wordt verleend. Een schriftelijke reactie voorafgaand aan de mondelinge behandeling ontslaat gedaagde namelijk niet van zijn verplichting om ter terechtzitting in persoon of bij gemachtigde te verschijnen. In de wet is bepaald dat, als een gedaagde niet voldoet aan de verplichting om ter terechtzitting te verschijnen, de zaak (ondanks de schriftelijke reactie) bij verstek zal worden afgedaan (artikel 139 jo artikel 80 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikelen 11.2 en 12.1 van het ‘Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken, kanton’).
Vorderingen worden toegewezen
3.3.
Voldoende is gebleken dat de VvE een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorzieningen, zodat zij ontvankelijk is in haar vorderingen.
3.4.
Bij gebreke van verweer daartegen, moet in rechte worden uitgegaan van de juistheid van de stellingen van de VvE, die ter zitting nog nader zijn toegelicht door de VvE en haar gemachtigde. Aannemelijk is dan dat op grond van het gestelde de vorderingen in een bodemprocedure zullen worden toegewezen. Nu de vorderingen de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, zullen deze worden toegewezen.
3.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. [gedaagde] wordt ook veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de VvE worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
gebiedt [gedaagde] het Splitsingsreglement na te komen, waaronder moet worden verstaan het ontruimen van zijn persoonlijke spullen uit de VvE-ruimte en de gang, binnen een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 500,- voor iedere dag dat de heer [gedaagde] niet nakomt, tot een maximum van € 25.000,-;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan de VvE van € 675,00 aan verbeurde boetes, administratiekosten en contractuele rente;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van VvE tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 125,03
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 498,00,
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan de VvE van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de VvE worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over de nakosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.De brief is op 20 juli 2022 ontvangen door de griffie.