In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. naar aanleiding van een instapweigering van passagiers op een vlucht van Fertilia Airport Alghero naar Amsterdam Schiphol op 9 april 2019. De passagiers hebben hun vorderingsrecht gecedeerd aan AirHelp, die compensatie heeft gevorderd op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de passagiers zelf hebben afgezien van hun vlucht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vervoerder onvoldoende heeft onderbouwd dat de passagiers de overeenkomst eenzijdig hebben opgezegd. AirHelp heeft gesteld dat passagier [betrokkene 2] onwel is geworden door de langdurige vertraging, maar de kantonrechter oordeelt dat deze stelling onvoldoende is onderbouwd. De vordering tot compensatie wordt afgewezen, en de proceskosten worden toegewezen aan de vervoerder, met een veroordeling van AirHelp tot betaling van deze kosten.