ECLI:NL:RBNHO:2022:8016
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming bedrijfsruimte wegens stelselmatige te late huurbetalingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarbij de eiseres, vertegenwoordigd door mr. F.B.M. Groos, een vordering heeft ingesteld tegen de gedaagde. De eiseres verhuurt een bedrijfsruimte aan de gedaagde, maar de gedaagde heeft sinds januari 2021 haar huurbetalingen niet tijdig en volledig voldaan. Ondanks meerdere aanmaningen en een sommatie om de huurachterstand te voldoen, bleef de gedaagde in gebreke. De eiseres vorderde onder andere ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het bedrijfspand.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde ernstig tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen. Hoewel de gedaagde na de dagvaarding een deel van de huurachterstand heeft betaald, was dit niet voldoende om de ontbinding van de huurovereenkomst te voorkomen. De kantonrechter oordeelde dat de herhaalde te late betalingen een ernstige tekortkoming vormen die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De gedaagde heeft geen overtuigend bewijs geleverd van financiële problemen als gevolg van de coronapandemie, waardoor haar verweer niet werd gehonoreerd.
De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte toegewezen. Daarnaast zijn de gedaagde ook buitengerechtelijke incassokosten opgelegd, terwijl de vordering tot betaling van de huurachterstand werd afgewezen, omdat de gedaagde deze inmiddels had voldaan. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.