ECLI:NL:RBNHO:2022:8247

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
9581733 \ CV EXPL 21-8356
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen Vastibius B.V. en FAS Shoes & Boots B.V. over huurbetalingen en incassokosten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, heeft de kantonrechter op 3 augustus 2022 een eindvonnis gewezen in een huurgeschil tussen Vastibius B.V. en FAS Shoes & Boots B.V. Vastibius, de eiseres, had een vordering ingesteld tegen FAS, de gedaagde, met betrekking tot huurbetalingen voor een winkelruimte. De kantonrechter had eerder op 22 juni 2022 een tussenvonnis gewezen waarin de zaak werd verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een akte. FAS heeft echter op de rolzitting van 6 juli 2022 geen akte ingediend en een later ingediend stuk werd niet in overweging genomen omdat het niet tijdig was ontvangen en niet duidelijk maakte waarom de termijn was overschreden.

In het eindvonnis heeft de kantonrechter de vordering van Vastibius tot betaling van huur over de maanden oktober 2020, november 2020 en april 2021 afgewezen. FAS had de gelegenheid gekregen om haar verweer met betrekking tot de huurbetaling voor juli 2020 nader te onderbouwen, maar heeft dit niet gedaan. De kantonrechter heeft daarom de vordering van Vastibius voor de maand juli 2020, ter hoogte van € 2.117,50, toegewezen, evenals de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de datum van de dagvaarding.

Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering van Vastibius tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet duidelijk was op welke huurtermijnen deze vordering betrekking had. De proceskosten zijn door de kantonrechter gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Dijk, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9581733 \ CV EXPL 21-8356
Uitspraakdatum: 3 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vastibius B.V.
gevestigd te Amstelveen
eiseres
verder te noemen: Vastibius
gemachtigde: mr. D.N. Allick
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FAS Shoes & Boots B.V.
gevestigd te Nieuwkuijk
gedaagde
verder te noemen: FAS
verschenen bij [functies] : [betrokkene 1] en [betrokkene 2]

1.1. Het verdere procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 22 juni 2022 de zaak verwezen naar de rolzitting van 6 juli 2022 voor het nemen van een akte.
1.2.
FAS heeft op de rolzitting van 6 juli 2022 geen akte genomen. Een door FAS nog ingestuurd stuk is pas op 11 juli 2022 ontvangen waarbij FAS niet heeft duidelijk gemaakt waarom de uiterste roltermijn niet is gehaald. Met dit stuk houdt de kantonrechter dus geen rekening. Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist, namelijk dat de vordering van Vastibius wordt afgewezen voor zover deze betrekking heeft op (een restant van de) de huur over de maanden oktober 2020, november 2020 en april 2021. Verder heeft de kantonrechter FAS in dat vonnis in de gelegenheid gesteld haar verweer dat zij de huur voor de maand juli 2020 heeft betaald nader te onderbouwen.
2.2.
FAS heeft op de rolzitting van 6 juli 2022 niet met stukken onderbouwd dat zij de maand juli 2020 heeft betaald. Dit betekent dat haar verweer niet is komen vast te staan en als onvoldoende aannemelijk zal worden verworpen. De kantonrechter zal de vordering van Vastibius ten aanzien van de maand juli 2020 ad € 2.117,50 daarom toewijzen.
De gevorderde wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de datum van de dagvaarding zal als ongemotiveerd betwist eveneens worden toegewezen.
2.3.
De vordering van Vastibius tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen. Zoals in het tussenvonnis is overwogen, blijkt uit de sommatiebrieven die aan FAS zijn verzonden niet op welke huurtermijnen haar vordering zag. Evenmin kon dit zonder toelichting, die ontbrak, uit de bij die brieven gevoegde overzichten eenvoudig worden afgeleid. Voor FAS was het tot op de zitting (begrijpelijkerwijs) niet duidelijk dat de vordering van Vastibius mede betrekking had op de maand juli 2020. Onder deze omstandigheden dienen de door Vastibius gemaakte incassokosten voor rekening van Vastibius te blijven.
2.4.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt FAS om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan Vastibius te betalen een bedrag van € 2.117,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf 3 december 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter