ECLI:NL:RBNHO:2022:8253
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van geregistreerd partnerschap en wijziging van gezag over minderjarige na veroordeling van de man wegens seksueel misbruik
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 15 september 2022 uitspraak gedaan over de ontbinding van een geregistreerd partnerschap en de wijziging van het gezag over een minderjarige. De vrouw, verzoekster, heeft verzocht om ontbinding van het geregistreerd partnerschap, stellende dat dit duurzaam is ontwricht. De man, die thans gedetineerd is, heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat het geregistreerd partnerschap inderdaad duurzaam is ontwricht en heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om het eenhoofdig gezag over het minderjarige kind van partijen. De rechtbank heeft overwogen dat de hoofdregel is dat ouders gezamenlijk gezag uitoefenen, maar in dit geval is wijziging van het gezag noodzakelijk. De man is eerder veroordeeld voor seksueel misbruik van een minderjarige dochter uit een eerdere relatie, wat een onaanvaardbaar risico voor de minderjarige met zich meebrengt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de man geen verweer heeft gevoerd en dat hij de vrouw als een goede moeder beschouwt.
De rechtbank heeft besloten dat het gezag over het minderjarige kind alleen aan de vrouw toekomt, en heeft het aangehechte convenant, dat door partijen is ondertekend, deel uit laten maken van de beschikking. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beschikking is gegeven door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier A.M. Bergen.