Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Noord-Holland
Op 15 september 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde N.J.J. Jonk, en de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren, kantoor Amsterdam. De zaak betreft de aftrekbaarheid van kosten voor een elektrische fiets die eiseres in 2019 heeft aangeschaft. Eiseres heeft de fiets zelf betaald en geen vergoeding vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat de kosten van de fiets aftrekbaar zijn, omdat deze niet kunnen worden aangemerkt als een eigen bijdrage in het kader van de WMO. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 31 januari 2020, waarin werd geoordeeld dat het niet aanvragen van een WMO-vergoeding niet in de weg staat aan de aftrekbaarheid van specifieke zorgkosten.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt de uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst. De belastingaanslag wordt verlaagd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.190. Daarnaast wordt de Belastingdienst veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 2.056. De rechtbank oordeelt verder dat er wel sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand, wat de proceskostenvergoeding rechtvaardigt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.