ECLI:NL:RBNHO:2022:8271

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
16 september 2022
Zaaknummer
9736244
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vervangende schadevergoeding wegens gebrekkige uitvoering van badkamerverbouwing

In deze zaak vordert eiser, [eiser], een vervangende schadevergoeding van [gedaagde] wegens gebrekkige uitvoering van een badkamerverbouwing. Eiser had [gedaagde] opdracht gegeven om zijn badkamer te verbouwen, maar na de uitvoering van de werkzaamheden bleek dat er tal van gebreken waren. Eiser heeft [gedaagde] in gebreke gesteld en uiteindelijk een schadevergoeding van € 15.000,00 gevorderd, gebaseerd op een rapport van Premium Keur dat de gebreken en de kosten voor herstel beschrijft. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, aangezien hij het werk niet heeft afgemaakt en de geleverde werkzaamheden ondeugdelijk waren. De rechter heeft echter ook opgemerkt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de omvang van de schade en heeft hem in de gelegenheid gesteld om dit te onderbouwen. De zaak is aangehouden voor een akte van eiser om de schade te specificeren en te onderbouwen, waarna [gedaagde] de kans krijgt om hierop te reageren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9736244 \ CV EXPL 22-1470
Uitspraakdatum: 5 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. A.A.J. Immink
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.De feiten

1.1.
[eiser] heeft opdracht gegeven aan [gedaagde] om zijn badkamer te verbouwen. Per e-mail d.d. 4 maart 2021 heeft [gedaagde] een offerte gestuurd naar [eiser] . In de offerte staat vermeld:
Het volgende kan ik je aanbieden wat betreft de badkamer
• Badkamer wordt volledig gestript.
• Na het verwijderen van de gehele badkamer wordt het leidingwerk gemonteerd op de juiste plek
• Waar het bad nu staat komt een inloop douche met drain.
• De inloopdouche kan 90 cm breed zijn.
• Het toilet kan naar links opgeschoven worden.
• Er komt een nieuwe geberet toilet reservoir
• Deze wordt afgetimmerd toto een hoogte van ongeveer 115 cm hoog.
• Aan de wand van de wastafel kan er een grote wastafel meubel geplaatst worden met bovenkast.
• Nu kan het tegelwerk beginnen met vloer en wand.
• Na het tegelwerk worden de voegen ingewassen en de hoeknaden gekit.
• Nu worden de badkamer accessoires en geïnstalleerd, zoals toiletpot, kranen, wasbakmeubel en douchewand.
• De werkzaamheden duren 13 werkdagen
Wat betreft de materialen zijn in deze offerte meegenomen;
Al het leidingwerk, stuukwerk, lijmen en voegen, reservoir toilet merk geberet,
U regelt de tegels, badkamer accessoires, toiletpot, radiator, wastafel meubel en kranen.
1.2.
Op de offerte wordt voor de verbouwing van de badkamer een totaalbedrag van
€ 7.900,00 exclusief 21 % btw gerekend. [eiser] heeft de offerte geaccordeerd waarna [gedaagde] met de werkzaamheden is begonnen. Tot 27 april 2021 heeft [gedaagde] werkzaamheden verricht aan de badkamer. Toen is hij met vakantie gegaan.
1.3.
Per brief d.d. 4 november 2021 heeft (de gemachtigde van) [eiser] het volgende – voor zover hier relevant – aan [gedaagde] geschreven:
Het door u geleverde werk voldoet niet aan de eisen die daaraan redelijkerwijs mogen worden gesteld.
Cliënt heeft een video opname van het door u geleverde werk gemaakt. Uit de opname blijkt dat het geleverde werk niet deugdelijk is en op bepaalde punten zelfs zeer slecht.
De bezwaren zet ik onderstaand uiteen:
- gebroken wandtegel en cement op wandtegels;
- diverse hoogteverschillen wand- en vloertegels;
- geen plint/rand tussen vloertegels en muur;
- voegwerk nog niet afgerond;
- muur achter wastafel is niet recht;
- stucwerk plafond/muur slordig (op diverse plaatsen schade of gaten);
- toilet onjuist bevestigd/zit los en beweegt;
- gat voor de verlichting is te klein waardoor spot loshangt;
- afwatering van douche niet correct; water stroom buiten de douche;
- en douchewater stroomt buiten de badkamer; ook door ontbrekende kit in de hoek.
- douchescherm laat water door naar andere zijde;
- douchestang zit los;- kraan wasbak niet correct bevestigd: lekt water (houten wastafel altijd nat);- de houten wastafel is niet goed afgesteld;- de leidingen naar de gootsteen zijn niet goed geïnstalleerd;- de badkamerverwarming is niet correct geïnstalleerd en zit nog los;- de leiding van de badkamerverwarming lekt;- op muur is geen waterafstotend materiaal gebruikt: water trekt in muur;- kitwerk is zeer slordig en in verschillende kleuren;- wandcontactdozen zitten los;- de maat van het gebruikte leidingwerk is te klein;
- geen voegwerk.
Middels dit schrijven stel ik u formeel in gebreke.
Cliënt lijdt schade ten gevolge van de gebrekkige uitvoering van de badkamer. Voor de reeds geleden en nog te lijden schade, stel ik u bij deze reeds aansprakelijk.
U dient de opdracht die cliënt u gegeven heeft alsnog, zoals overeengekomen en goed uit te voeren.
Ik verzoek u en voor zover nodig som meer ik u om binnen 14 dagen na ontvangst van dit schrijven de gebreken te herstellen. Als u dit niet doet raakt u van rechtswege in verzuim.
1.4.
In zijn reactie van 22 november 2021 heeft [gedaagde] aangegeven verrast te zijn door voormelde brief omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat [eiser] de badkamer door een andere vakman had laten afmaken.
1.5.
Per brief van 30 november 2021 heeft (de gemachtigde van) [eiser] zijn vordering tot herstel op grond van artikel 6:87 BW omgezet in een vordering vervangende schadevergoeding. [eiser] heeft toen betaling van € 13.827,00 van [gedaagde] gevorderd.
1.6.
Tussen partijen is hierna over de situatie gecommuniceerd waarbij [gedaagde] heeft aangegeven langs te willen gaan om de zaken met [eiser] door te nemen.
1.7.
Op 14 januari 2022 heeft Premium Keur een bouwkundige inspectie uitgevoerd. In de conclusie van het rapport staat het volgende:
Conclusie
Op basis van de visuele inspectie is een groot aantal gebreken naar voren gekomen zoals beschreven in deze rapportage. Dit sluit echter niet uit dat er bij sloop- en breekwerkzaamheden, aanvullende (destructieve) inspecties en metingen, meer gebreken aan het licht kunnen komen.De werkzaamheden in de badkamer zijn ver van afgerond. De wel uitgevoerde werkzaamheden zijn niet volgens de regels van goed vakmanschap uitgevoerd. Niets van de uitgevoerde werkzaamheden is vrij van visueel waarneembare gebreken.
Dit doet ernstig vermoeden dat ook achter afwerkingen en dus buiten het visueel waarneembare, grove gebreken en tekortkomingen voorkomen.
Houdt ook rekening met schade aan onderliggende constructies door indringen van vocht.
Om installatiewerk, ondergronden en waterkeringen in orde te maken zal alles open gebroken moeten worden.
De enige manier om de problemen op te lossen is het volledig opnieuw strippen en opbouwen van de badkamer.
Hergebruik van materiaal is zo goed als uitgesloten door reeds ontstane schade.
Ik schat de kosten voor slopen van de huidige badkamer en het aanleggen van een volledig nieuwe badkamer inclusief materiaal door een vakkundig aannemer op ruim € 15.000
Onderaan deze rapportage vindt u meer beeldmateriaal van de badkamer. Dit geeft een goed beeld van de slechte staat van de badkamer.

2.De vordering

2.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van
€ 15.000,00 te vermeerderen met de rente vanaf 1 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] ondeugdelijk werk heeft geleverd en het werk ook niet heeft afgemaakt. [eiser] heeft hierdoor schade geleden. Blijkens het rapport van Premium Keur moet het werk volledig worden overgedaan. Ook zijn de materialen die [eiser] heeft aangekocht onherstelbaar beschadigd zodat [eiser] deze nieuw moet aanschaffen. [eiser] vordert de geleden schade terug van [gedaagde] .

3.Het verweer

3.1.
[gedaagde] betwist de vordering en voert aan – samengevat – dat de badkamer inderdaad niet is afgemaakt. Dat zou hij na zijn vakantie doen, maar toen ging [eiser] zelf voor een tweetal weken op vakantie. Een collega is langs de woning gegaan om te kijken of de wanden van de badkamer droog waren maar er werd niet open gedaan. Pas zes maanden later werd er ineens een bedrag van € 13.000,00 geclaimd. Het rapport dat [eiser] in het geding heeft gebracht, is suggestief en [eiser] heeft de badkamer inmiddels negen maanden gebruikt terwijl deze niet af was. Tot slot heeft [eiser] zelf verkeerde materialen gekocht.

4.De beoordeling

4.1.
De eerste vraag die moet worden beantwoord is of [gedaagde] is tekort geschoten in de nakoming van de tussen hem en [eiser] gesloten overeenkomst. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Ten eerste heeft [gedaagde] erkend dat hij het werk nooit heeft afgemaakt. Op 28 april 2021 is [gedaagde] voor het laatst bij [eiser] geweest en daarna ging hij op vakantie. Hij zou in elk geval nog terug moeten keren om het stuukwerk dat nog nat was, af te werken, om de tegel die bij het aanbrengen van het toilet tot twee keer toe gebroken was, te vervangen en om de nieuwe douchewand die [eiser] nog moest bestellen, te plaatsen. Volgens [gedaagde] is zijn medewerker [medewerker] op 24 mei 2021 nog een keer langs gegaan om het werk af te maken, maar toen werd niet open gedaan en daarna is er tussen [gedaagde] en [eiser] geen contact meer geweest. Hoewel hij bij brief van 4 november 2021 in de gelegenheid is gesteld om binnen twee weken het werk af te maken, heeft hij dat nagelaten en pas op 22 november 2021 op de brief gereageerd. Daarmee staat vast dat het werk niet is afgemaakt en dat [gedaagde] in die zin al is tekort geschoten.
4.2.
Ten tweede heeft [eiser] onder verwijzing naar een door hem overgelegd rapport aangevoerd dat [gedaagde] het werk dat hij wel heeft uitgevoerd, ondeugdelijk heeft verricht. Uit het rapport volgt dat sprake is van vele visuele gebreken die gelet op de in dat rapport opgenomen foto’s ook voor een leek te constateren zijn. Volgens [gedaagde] was de badkamer in betere staat toen hij deze op 28 april 2021 verliet, is de staat van de badkamer verslechterd doordat [eiser] daarvan gebruik is gaan maken terwijl deze nog niet opgeleverd was, wordt een deel van de geconstateerde gebreken verklaard door het feit dat de badkamer nog niet gereed was en [gedaagde] deze nog af moest maken en wordt ook een deel van de gebreken verklaard doordat [eiser] zelf ondeugdelijke materialen had besteld.
4.3.
De verweren van [gedaagde] kunnen niet slagen. [gedaagde] heeft zijn verweer dat de badkamer in betere staat verkeerde toen hij op 28 april 2021 vertrok, slechts onderbouwd met enkele foto’s en een filmpje die een weinig compleet beeld geven. Een deel van de geconstateerde gebreken moet toen in elk geval ook al aanwezig zijn geweest, zoals het niet evenwijdig gemonteerd zijn van bepaalde leidingen en de handdoekradiator, het niet vlakke en hol klinkende tegelwerk, het niet haaks geplaatst zijn van de douchedeur en de plaatsing van de douchedrain op de verkeerde plek. Verder kan uit het rapport worden opgemaakt dat sommige onderdelen van de badkamer in de loop der tijd in slechtere staat zijn komen te verkeren doordat ze niet goed zijn gemonteerd, zoals de loskomende douchekraan, de speling in het hangtoilet en het loskomen van de beugels van de handdoekradiator. Indien en voor zover de verslechtering het gevolg is geweest van het in gebruik nemen van de badkamer terwijl deze nog niet was opgeleverd, dient dat voor rekening van [gedaagde] te blijven. Hij heeft immers het werk op 28 april 2021 verlaten en is niet meer teruggekeerd terwijl hij zelf ook meende dat nog de nodige werkzaamheden verricht moesten worden.
Gesteld noch gebleken is dat hij [eiser] er toen op heeft gewezen dat de badkamer niet bruikbaar was, nog daargelaten dat hij wist dat het hier gaat om een badkamer in al bestaande en door [eiser] gebruikte woning, zodat hij er rekening mee moest houden dat de bewoners dagelijks van die badkamer gebruik zouden maken.
4.4.
Ook het verweer van [gedaagde] dat een deel van de gebreken het gevolg is van het feit dat de badkamer op 28 april 2021 nog niet gereed was, kan niet slagen. Zoals hiervoor al is overwogen lag het op de weg van [gedaagde] om zijn werkzaamheden alsnog af te ronden, hetgeen hij heeft nagelaten zelfs nadat hij hiertoe in gebreke was gesteld. Tenslotte kan [gedaagde] zich er ook niet op beroepen dat een deel van de gebreken het gevolg is van door [eiser] bestelde verkeerde materialen. Uit de door [eiser] overgelegde stukken blijkt immers dat al die materialen in nauw overleg met [gedaagde] zijn besteld. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om [eiser] er tijdig op te wijzen als hij verkeerde materialen bestelde. Verder had [gedaagde] , toen hij bemerkte dat sprake was van verkeerd materiaal, deze niet moeten plaatsen of gebruiken, maar [eiser] meteen in de gelegenheid moeten stellen om het verkeerde materiaal om te ruilen.
4.5.
Gelet op het voorgaande staat voldoende vast dat [gedaagde] toerekenbaar is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Op de sommatiebrief van 4 november 2021 waarbij [gedaagde] is gesommeerd om binnen veertien dagen de gebreken te herstellen, heeft [gedaagde] pas bij e-mail van 22 november 2021 en dus na de door [eiser] gegeven termijn, gereageerd. Bovendien heeft hij daarin op geen enkele wijze kenbaar gemaakt dat hij de gebreken wilde herstellen of het werk wilde afmaken. Dat betekent dat [gedaagde] in verzuim was en dat [eiser] bevoegd was de verbintenis om te zetten in een tot vervangende schadevergoeding, zoals zijn gemachtigde bij brief van 30 november 2021 heeft gedaan.
4.6.
[eiser] heeft een bedrag van € 15.000,- aan vervangende schadevergoeding gevorderd, waarbij hij zich heeft beroepen op het door hem overgelegde rapport van Premium Keur. Daarin worden de kosten voor het slopen van de huidige badkamer en het aanleggen van een volledig nieuwe badkamer inclusief materiaal geschat op dat bedrag. Daarbij is er van uit gegaan dat hergebruik van materiaal zo goed als uitgesloten is. Volgens [gedaagde] is het schadebedrag (veel) te hoog.
4.7.
Aangezien de vervangende schadevergoeding in de plaats treedt van de prestatie zelf, zal het in beginsel gaan om een vergoeding van de waarde van de prestatie. Die waarde zal moeten worden bepaald aan de hand van de vervangingswaarde in het economisch verkeer, waardoor de opdrachtgever ( [eiser] ) in staat wordt gesteld de gemiste prestatie door een derde te laten verrichten. Als die derde daarvoor een hogere prijs rekent, dan is dat in beginsel een risico van degene die is tekort geschoten ( [gedaagde] ).
4.8.
[eiser] heeft geen offertes van derden in het geding gebracht en uitsluitend een beroep gedaan op de schatting van de deskundige, welke schatting niet nader is gemotiveerd of onderbouwd. Het bedrag van € 15.000,- (exclusief of inclusief btw?) is aanzienlijk hoger dan het door [gedaagde] geoffreerde bedrag van € 7.900,- exclusief btw. In dat laatste bedrag was ook het slopen van de oude badkamer begrepen. Weliswaar maakte een deel van het materiaal daarvan geen deel uit, maar [eiser] heeft ook niet nader onderbouwd welke kosten hij daaraan heeft gehad. Verder blijkt uit het rapport onvoldoende waarom materialen zoals toilet met inbouwcloset, wastafelmeubel, wasbak, kranen, handdoekradiator, plafondverlichting en douchewanden/deur niet opnieuw gebruikt zouden kunnen worden.
4.9.
De stelplicht (en bewijslast) ten aanzien van de (omvang van de) schade rust op [eiser] . Daaraan is nog onvoldoende voldaan. [eiser] zal echter in de gelegenheid worden gesteld om bij akte de (omvang van de) schade gemotiveerd en onder overlegging van bewijsstukken te onderbouwen, waarbij hij in elk geval nader moet ingaan op de hiervoor genoemde punten. [gedaagde] zal daarna in de gelegenheid worden gesteld om op die akte te reageren.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 2 november 2022 voor het nemen van een akte door [eiser] met het in r.o. 4.9 omschreven doel;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter