ECLI:NL:RBNHO:2022:8352

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 augustus 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
9676489 \ CV EXPL 22-836
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling en schadevergoeding door opdrachtgever aan aannemer wegens niet uitgevoerde en gebrekkige werkzaamheden

In deze zaak vordert de opdrachtgever, aangeduid als [eiseres], terugbetaling van een aanbetaling en schadevergoeding van de aannemer, aangeduid als [gedaagde]. De opdrachtgever heeft een aanbetaling van € 19.000,- gedaan voor aannemingswerkzaamheden, maar de aannemer heeft niet alle geoffreerde werkzaamheden uitgevoerd en een deel van de werkzaamheden is gebrekkig gebleken. De kantonrechter heeft op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. De opdrachtgever stelt dat de overeenkomst moet worden vernietigd omdat de aannemer zijn informatieverplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter oordeelt dat artikel 6:230l BW niet van toepassing is op deze overeenkomst, omdat het gaat om ingrijpende verbouwingswerkzaamheden. De kantonrechter concludeert dat de aannemer in verzuim is geraakt en dat de opdrachtgever recht heeft op terugbetaling van een deel van de aanbetaling, omdat de aannemer niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen. De kantonrechter heeft de aannemer veroordeeld tot terugbetaling van € 15.021,60 aan de opdrachtgever, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. De proceskosten komen voor rekening van de aannemer, omdat hij voor het merendeel ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9676489 \ CV EXPL 22-836
Uitspraakdatum: 17 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: Incasso Federatie Nederland B.V.
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam]
gevestigd te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: DAS
de zaak in het kort
Opdrachtgever vordert terugbetaling van zijn aanbetaling althans een schadevergoeding van aannemer. De overeenkomst wordt niet geheel of gedeeltelijk ontbonden of vernietigd. Wel moet de aannemer een deel van de aanbetaling terugbetalen omdat hij niet alle geoffreerde werkzaamheden heeft uitgevoerd. Ook hoeft opdrachtgever niet voor de aangelegde vloer te betalen, omdat die werkzaamheden waardeloos zijn gebleken. De aannemer moet daarnaast een schadevergoeding betalen omdat opdrachtgever de vloer heeft moeten laten verwijderen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 1 februari 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 19 juli 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiseres] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft [eiseres] op 28 oktober 2019 een offerte gestuurd voor het verrichten van aannemingswerkzaamheden. In de offerte staat een totaalbedrag van € 26.779,33 inclusief btw.
2.2.
Op enig moment zijn partijen overeengekomen dat [gedaagde] aannemingswerkzaamheden aan de woning van [eiseres] zou gaan uitvoeren. [eiseres] heeft een bedrag van € 19.000,- aanbetaald.
2.3.
[gedaagde] is op of omstreeks 8 juni 2020 begonnen met de werkzaamheden. Op 29 juni 2020 is hij daarmee gestopt. Op dat moment waren nog niet alle werkzaamheden op de offerte voltooid. [gedaagde] heeft de (toenmalig) partner van [eiseres] een briefje overhandigd waarop stond dat de kosten voor de tot dat moment verrichte werkzaamheden € 18.010,- bedroegen en dat een bedrag van € 416,- aan meerwerk niet in rekening was gebracht. [gedaagde] heeft toen een bedrag van € 990,- of € 1.000,- van de aanbetaling aan de partner van [eiseres] terugbetaald.
2.4.
Vóór 29 juni 2020 had [eiseres] [gedaagde] al op enig moment te kennen gegeven dat de loodgieter die door [gedaagde] was ingeschakeld, zijn werkzaamheden niet mocht afmaken.
2.5.
Op 30 juni 2020 heeft [eiseres] via WhatsApp aan [gedaagde] gestuurd:
‘kunnen wij er samen nog uit komen? Het is geen probleem dat jullie stoppen. Maar het is wel netjes om dit samen op te lossen. […] Je hebt in jouw op papier geschreven bon berekeningen gemaakt. In deze berekeningen staan kosten voor niet uitgevoerde werkzaamheden. Graag willen wij de kosten van de niet gemaakte werkzaamheden terug krijgen.’
2.6.
Daarop heeft [gedaagde] een berekening met de totale kosten van het geleverde werk gestuurd. Hij schrijft daarbij:
‘Dus de eigenlijke kosten die er gemaakt zijn incl al het meerwerk zijn € 19165,- wij hebben dit afgerond naar € 18000,- voor de dingetjes die nog niet gedaan zijn en deze zijn keukenplafond tengelen en het geheel dichtschroeven met gipsplaten. Ik zou graag ook jou eigen berekening willen zien kijken waar dan de verschillen zitten’
2.7.
Bij e-mail van 6 juli 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres] [gedaagde] een e-mail gestuurd. In de kop is aangegeven dat het onderwerp ‘sommatie plus aansprakelijk stellen wegens wanprestatie’ betreft. Verder staat in de e-mail:
‘Nadat uw werkzaamheden zijn aangevangen, op 15 juni jl., heeft u uw werkzaamheden plots beëindigd zonder enige mededeling en bij gebreke van een juridische grondslag. Nogmaals, tegen de achtergrond gehouden dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en cliënte 71% heeft aanbetaald, kunt u niet zomaar – eenzijdig – de overeenkomst wijzigen dan wel staken.Verzuim treedt van rechtswege in langs de weg van artikel 6:83 aanhef en onder sub c BW. Cliënte is toevallig op de bouwplaats terwijl zij u ziet inpakken en vertrekken. Indien cliënte niet aanwezig was dan had zij helemaal niet op de hoogte gebracht geworden van uw/deze onnavolgbare handelswijze.’[eiseres] vordert via die e-mail betaling van € 11.001,-, rente en incassokosten, waarbij de hoofdsom bestaat uit ‘schuld niet cf. geleverd werk’ (€ 3.912,-), ‘schuld onverschuldigd betaald loodgieter’ (€ 5.089,-) en ‘schade niet cf. leveren vloer en herstelwerkzaamheden’ (€ 2.000,-). Bij e-mail van 13 juli 2020 is de vordering herhaald.
2.8.
Op 8 juli 2020 heeft gerechtsdeurwaarder [x] een proces-verbaal opgemaakt van de staat van de woning van [eiseres] .
2.9.
Bij e-mail van 22 juli 2020 heeft de gemachtigde van [gedaagde] aan de gemachtigde van [eiseres] geschreven dat de vordering van [eiseres] iedere grondslag ontbeert en dat [gedaagde] betwist iets aan [eiseres] verschuldigd te zijn.
2.10.
Op 24 augustus 2020 heeft We Build 4 You op verzoek van [eiseres] een kostenrapport opgemaakt waaruit volgt in hoeverre het geleverde werk volgens We Build 4 You voldoet aan de kwaliteitsnormen en wat volgens haar de financiële waarde is van het geleverde werk. In het rapport staat, voor zover relevant:
‘De vloer kraakt nu als je er op loopt, de oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk in een onjuiste opleggen, maar hoogst waarschijnlijk in een onjuiste montage van de zwaluwstaart platen, deze is volgens de DouFor niet goed vast geschroefd. […] Echter de ondervloer is niet vlak gelegd waardoor deze voor variabele zand cement diktes zorgt. […] De zandcementdekvloer is onvoldoende dik gesmeerd voor de vloerverwarming en constructieve stabiliteit van de vloer. Er bestaat een kans dat de vloer gaat scheuren door deze minimale laagdikte. […] De vloer dient er ons inziens uit gehaald te worden en opnieuw te worden aangebracht. Kosten reparatie vloer: […] € 3.700,-. Hier dienen de kosten van het opnieuw aanleggen en de opgelopen vertraging nog bij opgeteld te worden.
Plafond bgg (Begane grond) keukenDeze is deugdelijk aangebracht maar niet compleet afgeleverd. Alleen de tengels (latte verdeling) zijn aangebracht in de woonkamer evenals de isolatie tussen de balken naar de 1e verd. De tengels in de hal en keuken zijn niet aangebracht. Eveneens is de isolatie slecht tussen de vloer aangebracht. De isolatie is niet pas gesneden en tussen de balken in gepropt, hierdoor krijgt de isolatie vouwen waardoor de isolatiedikte niet wordt gehaald. Ook is de isolatie vol gaten aangebracht waardoor warmte en geluid niet meer wordt geweerd. Kosten aanbrengen […] € 1.040,-.
L/A (Leveren en Aanbrengen) […] De stalen balk en kolom zijn correct aangebracht. […] Kosten volledig gemaakt € 1.290,-
Loodgieterswerkzaamheden. Deze werkzaamheden zijn voor een klein deel uitgevoerd. Om een goed beeld te krijgen van de openstaande werkzaamheden heeft een nieuw loodgieter een offerte gemaakt van de openstaande posten.
De werkzaamheden:- Vanaf de begande grond cv,riool,water naar de badkamer en radiatoren op de 1ste verdieping brengen daarna doorgaan naar de cv ketel op de zolder 2de verdieping.- Keuken leidingen op maat maken en buitenkraan plaatsen.- Inbouwframe plaatsen en aansluiten op de beganegrond.- Verdeler ophangen en de vloerverwarmingsslangen aansluiten.- Vloerverwarmingsverdeler aansluiten op de cv leidingen.- Gas en water in de kelder doorkoppellen.- Cv ketel aansluiten met nieuwe dakdoorvoer.Totaal excl. BTW 21% € 5675,-
[…]
Onze mening is als de € 5.675,- (kosten voor nieuwe loodgieter) gedeclareerd kan worden bij de opdracht nemer, dat het een fair deal is. […]
Totaal werkelijk gemaakte kosten door opdrachtnemer incl. klein materiaal = € 9.656 + € 200,- = € 9.856,-Aftrekposten- Demoteren bestaande vloer: € 3.700,- + aanbrengen nieuwe vloer incl. vloerverwarming € 5.412,- = € 9.112,-€ 9.856,- - € 9.112- = € 744,- is opdrachtgever verschuldigd aan opdrachtnemer indien de herstelwerkzaamheden door een derde partij worden uitgevoerd.’
2.11.
Op 24 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres] het proces verbaal van de deurwaarder en het kostenrapport van We Build 4 You aan de gemachtigde van [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft daarna op 9 september 2020 een contra-expertise laten uitvoeren door Bureau voor Bouwpathologie. Op verzoek van [eiseres] was [gedaagde] niet bij de contra-expertise aanwezig.
2.12.
In het rapport van Bureau voor Bouwpathologie staat onder andere:
‘1. De door uw cliënt opgestelde offerte 2019-0009 is weinig gespecificeerd en daardoor op vele manieren te lezen/op te vatten.2. Het betreffen (niet)uitgevoerde werkzaamheden.3. In de woonkamer zijn de plafondgipsplaten aangebracht (foto 01). Dit is een andere situatie dan ten tijde van de beëindiging van de werkzaamheden, blijkbaar zijn de werkzaamheden in eigenbeheer of door derden voortgezet. Met betrekking tot de door de wederpartij als gebrek aangemerkte zaken is door het aanbrengen van de plafondplaten niets meer zichtbaar.4. In de keuken is nog geen plafond aanwezig (foto 02). Hier is de isolatie nog zichtbaar. Door ondergetekende zijn geen gebreken aan de isolatie wargenomen.[…]7. Er bevindt zich wel een kruipruimte onder de vloer maar deze is niet meer toegankelijk.8. De begane grondvloer beweegt/veert bij het belopen, in de omgeving van de kamer-en-suite veert en kraakt de vloer tijdens het belopen. Met betrekking tot het kraken van de vloer geeft uw cliënte aan dat dit komt doordat de kamer-en-suite, op verzoek van de wederpartij, niet is verwijderd en daardoor de Lewisplaten, ter plaatse van de kamer- en suite, onvoldoende vast gezet kunnen worden.[…]10. Uw cliënt heeft, naar ondergetekende, aangegeven dat hij zich bewust was van het feit dat, door toepassing van onderhavige vloerconstructie het wooncomfort aanmerkelijk minder zou zijn dan bij de toepassing van de vloerconstructie met de hard op hard afstand van 61 cm. Dit laatste heeft uw cliënt niet met de wederpartij gecommuniceerd. Ondergetekende betwist hiermee niet de constructieve waarde van de vloerconstructie.[…]12. Het uitgevoerde loodgieters werk oogt in orde en overeenkomstig de offerte.[…]De steenachtige begane grondvloer is wel gereed maar niet als goed en deugdelijk te verklaren. Dit omdat van een steenachtige vloer veel meer stijfheid verwacht mag worden dan onderhavige vloer. De vloer dient te worden vervangen door een stevigere/stijvere vloerconstructie. Het gevolg hiervan is echter dat ook de zandcement dekvloer en de in de vloer opgenomen vloerverwarming eveneens vernieuwd moeten worden.Een ander goede optie voor herstel zou kunnen zijn; het aanbrengen van een zogenaamde onderslagbalk tegen de onderzijde van de huidige vloerbalken. Hiermee wordt de overspanning van de vloer gehalveerd waardoor er een stevigere/stijvere vloer wordt gerealiseerd. Tevens is er dan ook gelegenheid en de mogelijkheid om de vloerplaten ter plaatse van de kamer-en-suite voldoende op te sluiten waardoor ze niet meer het “krakende” geluid maken. Om dit herstel/deze aanpassing uit te kunnen voeren zal er een tijdelijk mangat in de voor- of achtergevel gerealiseerd moeten worden welke na de uitvoering van de herstelwerkzaamheden weer naar de oorspronkelijke staat wordt teruggebracht. Een bijkomend aspect is dat de cementdekvloer gehandhaafd kan blijven.’
2.13.
In de begeleidende e-mail van 22 oktober 2020 is namens [gedaagde] geschreven:
‘Hoewel cliënt zich niet kan vinden in het oordeel inzake de vloer van de (contra)expert, maakt cliënt het oordeel van de expert inzake het overige tot de zijne.Zoals uit het oordeel van de expert blijkt is het aanbrengen van een onderslagbalk een adequate oplossing voor de beweeglijkheid van de vloer, welke oplossing uw cliënt geen nadeel brengt. Aangezien uw cliënt mijn cliënt niet nodeloos op kosten mag jagen, doch voor een adequate -goedkoopste- oplossing dient te kiezen is er geen enkele aanleiding om de vloer in zijn geheel te verwijderen en daarvoor dure herstelkosten te maken. Uitgaande van het aanbrengen van een onderslagbalk kom ik met cliënt tot het volgende plaatje:Het werk is in zijn totaliteit gewaardeerd op euro 24.690,75 incl. BTW. Indien daar de herstelkosten ad euro 2.150,40 incl. BTW afgehaald worden komt de waarde van het werk op euro 22.585,35. Dat bedrag afgezet tegen de euro 18.000,= (níet euro 19.000,= zoals uw cliënt aangeeft) die uw cliënt al betaalde aan mijn cliënt levert de afrekening zoals cliënt die eerder maakte, een aanzienlijk voordeel voor uw cliënt op. Een vordering valt derhalve niet te construeren.’
2.14.
In een verklaring van 16 november 2021 heeft de directeur van All4Services, het bedrijf dat de dekvloer en vloerverwarming verwijderd heeft, het volgende geschreven:
‘Tijdens ons bezoek hebben wij inderdaad geconstateerd dat de vloer afgeschreven was zonder dat die ooit in gebruik is genomen. De vloer veerde zowat een paar centimeter door en de vloerverwarming kan dat op langere termijn niet aan. Ook hebben wij begrepen dat de vloer niet is getest voordat de vloer werd dichtgemaakt. Dat is gevaarlijk nu je er namelijk niets meer aan kan doen als er lekkage ontstaat. Dan moet de vloerverwarming vervangen worden en dus moet de hele vloer er uit gehaald worden.Wij hebben vernomen van [eiseres] dat de schadeexpert van [gedaagde] heeft geadviseerd om steunbalken onder de vloer aan te brengen om het veren te stoppen. Die optie hebben wij onderzocht, maar helaas was dat geen oplossing. Het kruipluik was weg en tijdens het slopen van de vloer zijn wij er achter gekomen dat de grond onvoldoende was weggegraven om d’r sowieso nog onder te kunnen. Er was gewoonweg geen ruimte voor aanwezig’.
2.15.
Voor het verwijderen van de dekvloer en vloerverwarming heeft All4Services € 3.327,50 inclusief btw bij [eiseres] in rekening gebracht. Voor het vervangen van de vloer (schuimbeton, vloerverwarming en zandcement) is door Klusbedrijf [naam] € 9.680,00 inclusief btw in rekening gebracht.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert primair dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot terugbetaling van de (resterende) aanbetaling van € 18.010,-. [eiseres] vordert ook betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. [eiseres] legt aan de primaire vordering ten grondslag dat de overeenkomst volgens hem vernietigd moet worden, omdat [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomst haar wettelijke verplichtingen op grond van artikel 6:230l BW heeft geschonden.
3.2.
Subsidiair vordert [eiseres] dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot terugbetaling van een bedrag van € 13.164,80 van de aanbetaling die hij heeft gedaan voor de werkzaamheden. Daarnaast vindt [eiseres] dat [gedaagde] een schadevergoeding van € 3.327,50 moet betalen in verband met de kosten voor het demonteren van de door [gedaagde] gemaakte vloer. Ook vordert [eiseres] subsidiair betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Aan de subsidiaire vordering legt [eiseres] ten grondslag dat de overeenkomst moet worden ontbonden omdat [gedaagde] in verzuim is en/of omdat [gedaagde] niet heeft voldaan aan zijn informatieverplichtingen. Volgens [eiseres] is de door [gedaagde] aangelegde vloer onbruikbaar, heeft hij teveel kosten in rekening gebracht voor het plafond en de loodgieterswerkzaamheden en is de stalen balk verkeerd geplaatst.
3.3.
Meer subsidiair vordert [eiseres] terugbetaling van de aanbetaling omdat het volgens hem naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om deze gang van zaken in stand te houden. Volgens [eiseres] is [gedaagde] aantoonbaar zijn wettelijke (zorg)verplichtingen niet nagekomen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat artikel 6:230l niet van toepassing is op de overeenkomst en dat partijen het eens waren over de beëindiging van het werk en dat de overeenkomst niet meer kan worden ontbonden. [eiseres] moet betalen voor de (meer)werkzaamheden die [gedaagde] heeft verricht. Bij het beëindigen van de werkzaamheden heeft [eiseres] niet gesproken over gebreken, [gedaagde] is ook niet in gebreke gesteld en daarom is geen sprake van verzuim. [gedaagde] betwist dat hij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] (een deel van) de aanbetaling die [eiseres] heeft gedaan voor de aannemingswerkzaamheden, moet terugbetalen. De kantonrechter zal eerst beoordelen of de overeenkomst vernietigd of ontbonden moet worden.
De informatieverplichtingen van artikel 6:230l BW gelden niet
5.2.
[eiseres] stelt dat de kantonrechter ambtshalve moet toetsen of [gedaagde] aan de informatieverplichtingen van artikel 6:230l BW heeft voldaan en op basis daarvan de overeenkomst moet vernietigen. De kantonrechter volgt die stelling niet. Artikel 6:230l BW staat in afdeling 2b van titel 5 van boek 6. In artikel 6:230h lid 2 sub g staat dat die afdeling niet van toepassing is op overeenkomsten betreffende de constructie van nieuwe gebouwen, de ingrijpende verbouwing van bestaande gebouwen en de verhuur van woonruimte. Vast staat dat partijen een overeenkomst hebben gesloten met betrekking tot ingrijpende verbouwingswerkzaamheden. Artikel 6:230l BW is niet van toepassing zodat niet hoeft te worden getoetst of [gedaagde] aan de informatieverplichtingen heeft voldaan. Het is de kantonrechter ambtshalve niet gebleken dat [gedaagde] andere informatieverplichtingen heeft geschonden. Daarom wordt de overeenkomst niet vernietigd of ontbonden wegens schending van informatieverplichtingen.
De overeenkomst wordt niet ontbonden
5.3.
[eiseres] heeft daarnaast een beroep gedaan op ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat [gedaagde] volgens hem in verzuim is. Een overeenkomst kan worden ontbonden als sprake is van een tekortkoming, tenzij de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt omdat de tekortkoming een bijzondere aard of geringe betekenis heeft (artikel 6:265 lid 1 BW). In lid 2 van voornoemd artikel staat dat een overeenkomst pas kan worden ontbonden als de schuldenaar in verzuim is, tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is.
5.4.
Gesteld noch gebleken is dat nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk was en daarom moet worden beoordeeld of [gedaagde] in verzuim is. Voor verzuim is een ingebrekestelling vereist, tenzij een situatie als beschreven in artikel 6:82 lid 2 of artikel 6:83 BW aan de orde is.
5.5.
[gedaagde] betwist dat hij in verzuim is. [eiseres] stelt dat een ingebrekestelling niet vereist was en [gedaagde] van rechtswege in verzuim is geraakt, omdat [eiseres] uit ‘de mededeling’ van [gedaagde] moest afleiden dat [gedaagde] in de nakoming van de overeenkomst tekort zou schieten (artikel 6:83 sub c BW). De kantonrechter volgt die stelling niet. Hoewel [eiseres] niet heeft toegelicht uit welke mededeling hij meent af te leiden dat [gedaagde] tekort zou schieten, begrijpt de kantonrechter dat [eiseres] doelt op het vertrek van [gedaagde] . Ter zitting is niet duidelijk geworden hoe dat vertrek precies is verlopen. [gedaagde] stelt na overleg met de partner van [eiseres] te zijn gestopt met de werkzaamheden terwijl volgens [eiseres] [gedaagde] ook was vertrokken als zijn partner niet aanwezig was geweest. Bij die onduidelijkheid kan het vertrek van [gedaagde] en het stoppen van de werkzaamheden niet worden gezien als een mededeling in de zin van artikel 6:83 sub c BW.
5.6.
Aan dat oordeel draagt bij het WhatsAppcontact dat partijen hebben gehad. Daaruit valt af te leiden dat de werkzaamheden, hoewel op initiatief van [gedaagde] , met wederzijds goedvinden zijn beëindigd. Ten aanzien van de werkzaamheden die [gedaagde] niet meer heeft kunnen verrichten, kan hij, zonder nadere ingebrekestelling die ontbreekt, dan ook niet in verzuim zijn. Voor wat betreft de werkzaamheden die volgens [eiseres] gebrekkig zijn, heeft [eiseres] niet gereageerd op het verweer van [gedaagde] dat [eiseres] hem tot de toezending van het kostenrapport nooit over zijn onvrede over de verrichte werkzaamheden heeft geïnformeerd. De kantonrechter ziet dan ook niet hoe [gedaagde] al bij de beëindiging van de werkzaamheden een mededeling kan hebben gedaan waaruit moet worden afgeleid dat [gedaagde] de volgens [eiseres] aanwezig gebreken niet zou gaan herstellen.
5.7.
In het algemeen kan daarom niet worden vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim is geraakt door een mededeling die hij heeft gedaan. Een uitzondering hierop betreft de werkzaamheden met betrekking tot de vloer; dat wordt hierna nog bij dat onderdeel toegelicht. De tekortkoming betreffende de vloer rechtvaardigt echter niet de ontbinding van de hele overeenkomst, nog daargelaten dat de overeenkomst, zoals hiervoor is overwogen, al eerder met wederzijds goedvinden is beëindigd.
[gedaagde] moet nog wel een deel van de aanbetaling terugbetalen
5.8.
De vraag is vervolgens in of en in hoeverre [gedaagde] van de door hem verkregen aanbetaling nog iets moet terugbetalen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd dat hij voor een bedrag van € 18.010,- (althans € 18.000,-) aan werkzaamheden heeft verricht. Daarom moet [gedaagde] nog een deel van de aanbetaling aan [eiseres] terugbetalen. Dat geldt ook voor werkzaamheden met betrekking tot de vloer, waarbij sprake is van een tekortkoming ten aanzien waarvan [gedaagde] in verzuim is. Dat wordt als volgt toegelicht aan de hand van de overeengekomen werkzaamheden waarvoor [eiseres] vooraf heeft betaald.
5.9.
Eerst moet worden vastgesteld wat is overeengekomen betreffende de door [gedaagde] uit te voeren werkzaamheden. Beide partijen en de experts die zij hebben ingeschakeld nemen blijkens de processtukken en de producties de offerte van [gedaagde] van 28 oktober 2019 als uitgangspunt. Ook ter zitting is aan de orde geweest dat beide partijen de offerte als uitgangspunt nemen voor de afrekening van de werkzaamheden.
De vloer (exclusief vloerverwarming)
5.10.
Conform de offerte zou [gedaagde] de volgende werkzaamheden verrichten: het plaatsen van de nieuwe begane grond vloer met een RC waarde van 3,6 en het zandcement smeren van de nieuw geplaatste vloer. Op basis van de offerte zouden de kosten daarvoor € 5.412,- exclusief btw bedragen.
5.11.
De kantonrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat de vloer is gelegd. [eiseres] stelt alleen dat de vloer gebrekkig is. [gedaagde] is het daar niet mee eens. De deskundigen van beide partijen hebben geconcludeerd dat de vloer niet deugdelijk is. [gedaagde] heeft daar niets tegenover gesteld, zodat hij zijn betwisting onvoldoende heeft gemotiveerd. Daarmee staat vast dat [gedaagde] voor wat betreft de vloer is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
5.12.
Zoals hiervoor is overwogen kan alleen de beëindiging van de overeenkomst op initiatief van [gedaagde] niet worden gezien als mededeling in de zin van artikel 6:83 sub c BW. [gedaagde] was immers op dat moment niet op de hoogte van de ontevredenheid van [eiseres] over de vloer. Echter na beide rapporten van de experts stelde [gedaagde] zich met de e-mail van 22 oktober 2020 nog altijd op het standpunt dat de vloer niet gebrekkig is en dat voor zover deze gebrekkig is, [eiseres] geen recht meer heeft op een terugbetaling omdat de waarde van de werkzaamheden volgens [gedaagde] nog altijd groter was dan de aanbetaling die [eiseres] had gedaan. Uit deze e-mail kon en mocht [eiseres] afleiden dat [gedaagde] geen (herstel)werkzaamheden meer ging verrichten aan de vloer, zodat [gedaagde] van rechtswege in verzuim was.
5.13.
Gelet op het voorgaande moet [eiseres] betalen naar de stand van het werk op het moment van het vertrek van [gedaagde] . Gebleken is dat het werk aan de vloer waardeloos is geweest; [eiseres] heeft de vloer namelijk volledig moeten laten verwijderen. De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in de stelling dat [eiseres] voor een minder kostbare oplossing (het plaatsen van een onderslagbalk) had kunnen en moeten kiezen. [eiseres] heeft immers een verklaring overgelegd waaruit volgt dat dat wegens omstandigheden niet mogelijk was. Uit het contra expertiserapport volgt niet dat die feiten en omstandigheden bij Bureau voor Bouwpathologie bekend waren en meegewogen zijn. [gedaagde] heeft daarom de stelling van [eiseres] dat de vloer vervangen moest worden, onvoldoende gemotiveerd betwist.
5.14.
Omdat de door [gedaagde] aangebrachte vloer waardeloos is gebleken, hoeft [eiseres] niet voor deze werkzaamheden te betalen.
5.15.
Daar komt bij dat [eiseres] de door [eiseres] aangebrachte vloer (en vloerverwarming) volledig heeft moeten laten verwijderen en daar kosten voor heeft moeten maken. Dat is aanvullende schade van € 3.327,50 die eveneens door [gedaagde] vergoed moet worden.
5.16.
De kosten voor de nieuwe vloer komen niet voor schadevergoeding in aanmerking. Aangezien [eiseres] voor de door [gedaagde] aangebrachte vloer niet hoeft te betalen, is het alsnog/opnieuw moeten laten aanbrengen van een vloer geen schade, maar gaat het om kosten die [gedaagde] sowieso had moeten maken. Dat de prijs voor de nieuwe vloer hoger was dan het bedrag wat [gedaagde] ervoor rekende, doet daar niet aan af. [eiseres] heeft immers niet dezelfde vloer voor een hogere prijs gekregen, maar een vloer waarvan de waarde gelijk is aan de prijs die [eiseres] ervoor heeft betaald.
Plafond begane grond en keuken
5.17.
Ten aanzien van deze post zijn de geoffreerde werkzaamheden onderverdeeld in vier onderdelen: (1) Het uittengelen van het woonkamerplafond en keukenplafond, (2) het isoleren tussen de balken ten behoeve van geluidisolatie, (3) het gipsen van het begane grond plafond en keuken plafond en (4) het (zo nodig) maken van gordijnkoven. Voor deze post is een bedrag van € 2.141,- exclusief btw aan kosten geoffreerd.
5.18.
Vaststaat dat het keukenplafond niet is uitgetengeld en het plafond niet (volledig) door [gedaagde] is gegipst. [eiseres] stelt daarnaast dat hij de door [gedaagde] aangebrachte isolatie heeft moeten laten vernieuwen, omdat die gebrekkig was aangebracht. [gedaagde] heeft dat betwist. De contra-expert heeft in het rapport opgenomen, dat dat niet meer te controleren was omdat er inmiddels gipsplaten waren aangebracht. Gelet op de betwisting van [gedaagde] komt een en ander voor rekening en risico van [eiseres] , op wie de bewijslast van het ondeugdelijk zijn van de werkzaamheden rust, en wordt uitgegaan van de deugdelijkheid van de aangebrachte isolatie.
5.19.
Voorgaande betekent dat afgerekend moet worden voor het uittengelen van het woonkamerplafond en het isoleren. Er hoeft niet te worden betaald voor het uittengelen van het keukenplafond, het gipsen van de plafonds en het (zo nodig) maken van gordijnkoven. Volgens We Build 4 You moet een bedrag van € 1.040,- exclusief btw worden betaald; er zouden voor 16 uur aan werkzaamheden zijn verricht en voor € 400,- aan materiaal zijn aangeschaft. Volgens de contra-expert van [gedaagde] vertegenwoordigen de werkzaamheden een bedrag van € 1.499,- exclusief btw. Laatstgenoemde baseert dat op haar constatering dat 70% van de geoffreerde werkzaamheden is verricht.
5.20.
Gelet op de verhouding tussen de wel uitgevoerde en niet uitgevoerde geoffreerde werkzaamheden, schat de kantonrechter de waarde van de uitgevoerde werkzaamheden op € 1.250,- exclusief btw.
Stalen balk
5.21.
Ten derde zijn de volgende werkzaamheden geoffreerd: (1) het leveren en plaatsen van een stalen balk ten behoeve van het doorbreken van de wand tussen keuken en woonkamer en (2) het ondervangen van de weg te slopen schoorsteen. Voor deze werkzaamheden is een bedrag van € 1.290,- exclusief btw geoffreerd. Ten aanzien van beide werkzaamheden staat vast dat deze zijn verricht en dat daar dus in beginsel voor moet worden betaald.
5.22.
Volgens [eiseres] is de stalen balk foutief geplaatst. Volgens hem was overeengekomen dat [gedaagde] de stalen constructie zou laten verzinken in de muur in verband met het plaatsen van het aanrechtblad. [eiseres] vordert een (schade)vergoeding van € 500,- in verband met het zoeken naar een alternatieve oplossing.
5.23.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van enige vergoeding. [eiseres] heeft, gelet op de betwisting van [gedaagde] , onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de werkzaamheden van [gedaagde] niet conform de gemaakte afspraken waren. Ook heeft [eiseres] nagelaten toe te lichten welke kosten hij heeft (gehad) voor de ‘alternatieve oplossing’. De conclusie is dat het volledige bedrag van € 1.290,- exclusief btw door [eiseres] moet worden betaald.
Loodgieterswerkzaamheden
5.24.
Voor loodgieterswerkzaamheden heeft [gedaagde] een bedrag van € 7.589,- exclusief btw geoffreerd. De werkzaamheden die zijn geoffreerd zijn: (1) het leggen van vloerverwarming in de nieuw geplaatste vloer inclusief het leveren, plaatsen en aansluiten van de vloerverwarming pomp, (2) het aanpassen en vernieuwen van het riool, (3) het maken van de voorbereidingen voor de keuken, (4) het maken van leidingwerk tot door het dak (ten behoeve van het plaatsen van de nieuwe cv), (5) het maken van de voorbereidingen voor het verbouwen van de badkamer en (6) het maken van voorbereidingen voor het aansluiten van radiatoren op de eerste verdieping.
5.25.
Na het vertrek van [gedaagde] heeft [eiseres] een offerte opgevraagd ten aanzien van de nog te verrichten werkzaamheden. Daarin staan de volgende werkzaamheden, zoals volgt uit het rapport van We Build 4 You:
- Vanaf de begande grond cv,riool,water naar de badkamer en radiatoren op de 1ste verdieping brengen daarna doorgaan naar de cv ketel op de zolder 2de verdieping.- Keuken leidingen op maat maken en buitenkraan plaatsen.- Inbouwframe plaatsen en aansluiten op de beganegrond.- Verdeler ophangen en de vloerverwarmingsslangen aansluiten.- Vloerverwarmingsverdeler aansluiten op de cv leidingen.- Gas en water in de kelder doorkoppellen.- Cv ketel aansluiten met nieuwe dakdoorvoer.
5.26.
Deze werkzaamheden zijn geoffreerd voor € 5.675,-. Daaruit concludeert We Build For You dat [gedaagde] voor € 1.914,- (namelijk het door [gedaagde] geoffreerde bedrag minus het door de nieuwe loodgieter geoffreerde bedrag) aan werkzaamheden heeft verricht. Op basis van de volgens We Build For You door [gedaagde] verrichte werkzaamheden (leveren CV ketel, aanbrengen riolering, vernieuwen waterleiding, maken aansluitingen keuken en kosten inbouw reservoir) schat We Build For You dat [gedaagde] voor € 1.710,- aan werkzaamheden heeft verricht. Daarnaast schrijft We Build For You in het rapport dat sprake is van gevolgschade (€ 260,-) door het openbreken van de stoep.
5.27.
In het rapport van Bureau voor Bouwpathologie staat dat het uitgevoerde loodgieterswerk in orde en overeenkomstig de offerte oogt. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat hij op de hele benedenverdieping het leidingwerk heeft gedaan en de vloerverwarming heeft gelegd. Daarnaast heeft hij materialen, ook voor het leidingwerk op de bovenverdieping, aangeschaft.
5.28.
[eiseres] heeft ter zitting nog gesteld dat de door (de onderaannemer van) [gedaagde] uitgevoerde loodgieterswerkzaamheden niet goed waren en dat hij het meeste moest (laten) vervangen. Ook heeft [eiseres] althans zijn nieuwe loodgieter/aannemer de materialen die door [gedaagde] waren geleverd niet gebruikt. De kantonrechter vindt dat [eiseres] onvoldoende heeft onderbouwd dat de door [gedaagde] verrichte werkzaamheden gebrekkig waren. Dat volgt ook niet uit de overgelegde deskundigenrapporten. Verder komt het niet gebruiken van de door [gedaagde] aangeleverde materialen voor rekening en risico van [eiseres] . Dat betekent dat [eiseres] in beginsel moet betalen voor alle loodgieterswerkzaamheden die [gedaagde] , althans zijn onderaannemer, heeft verricht en voor alle materialen die [gedaagde] heeft geleverd. Het voorgaande geldt echter niet voor het meerwerk, wat hierna nog wordt besproken. Ook geldt dit niet voor de aangebrachte vloerverwarming: daarvoor geldt namelijk hetzelfde als voor de vloer, zoals onder 5.10. e.v. is overwogen.
5.29.
Gelet op het voorgaande stelt de kantonrechter vast dat [gedaagde] van zijn geoffreerde werkzaamheden het volgende heeft uitgevoerd, waarvoor [eiseres] moet betalen: het aanpassen en vernieuwen van het riool en het maken van de voorbereidingen voor de keuken. Daarnaast heeft [gedaagde] materialen geleverd voor de overige geoffreerde werkzaamheden.
5.30.
Omdat beide offertes (van [gedaagde] en van de nieuwe loodgieter) onvoldoende aanknopingspunten bieden om de kosten voor deze afzonderlijke werkzaamheden vast te stellen of te begroten, worden de kosten van de werkzaamheden en materialen geschat op € 2.500,- exclusief btw.
Klein materiaal
5.31.
Op de offerte van [gedaagde] stond een bedrag van € 435,- aan klein materiaal. We Build For You heeft de kosten voor klein materiaal aan de hand van haar overige vaststellingen geschat op € 196,- exclusief btw en de kosten worden door Bureau voor Bouwpathologie gewaardeerd op € 217,50 exclusief btw. Aangezien niet alle vaststellingen van We Build For You worden gevolgd en [eiseres] verder tegen het door Bureau voor Bouwpathologie genoemde bedrag geen verweer heeft gevoerd, stelt de kantonrechter vast dat [eiseres] € 217,50 moet betalen. Aangezien in de offerte geen btw is gerekend over het klein materiaal, wordt dat in deze berekening ook niet meegenomen.
Overige geoffreerde werkzaamheden
5.32.
Voor de overige geoffreerde werkzaamheden (kamer en suite, € 1.431,- exclusief btw, dichtzetten doorgang € 450,-, stukwerk € 2.432,- en schilderwerk € 1.408,-) geldt dat partijen het erover eens zijn dat deze werkzaamheden niet zijn verricht. Deze behoeven dan ook geen nadere bespreking.
Meerwerk
5.33.
[gedaagde] vindt ten slotte dat [eiseres] voor meerwerk moet betalen. Omdat de offerte als uitgangspunt voor de overeengekomen werkzaamheden geldt, is sprake van meerwerk voor zover de werkzaamheden niet op de offerte staan. [gedaagde] stelt dat hij meerwerk heeft uitgevoerd aan de vloer in de hal en de wc, het plafond in de hal en de voorhal en de raveling ten behoeve van de vaste trap naar zolder. Bij zijn eerste berekening heeft [gedaagde] € 800,- inclusief btw voor de vloer in de hal en wc gerekend en € 200,- voor de raveling. Het meerwerk aan het plafond staat niet op dat overzicht. Volgens Bureau voor Bouwpathologie bedragen de totale kosten voor het meerwerk € 1.380,08.
5.34.
Gelet op artikel 7:755 BW kan [gedaagde] slechts betaling van het meerwerk vorderen als hij [eiseres] tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij [eiseres] die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen. In dat kader stelt [eiseres] dat [gedaagde] zijn verplichtingen op grond van voornoemd artikel geschonden heeft. [gedaagde] voert daartegenover aan dat het meerwerk in opdracht van [eiseres] is uitgevoerd en dat [gedaagde] bij zijn afrekening in juni 2020 heeft laten weten dat daarin meerwerk verwerkt was. Ter zitting heeft [gedaagde] nog aangevoerd dat de noodzaak van de prijsverhoging door [eiseres] begrepen had moeten worden zonder dat daarover iets vastgelegd was.
5.35.
De kantonrechter vindt dat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat hij ten aanzien van het meerwerk conform artikel 7:755 BW heeft gehandeld. Bovendien is gesteld noch gebleken dat over de omvang van de prijsverhoging is gesproken. De conclusie ten aanzien van het meerwerk is dat [eiseres] niet voor het meerwerk hoeft te betalen.
Conclusie
5.36.
De conclusie is dat [eiseres] de volgende werkzaamheden aan [gedaagde] moest betalen:
€ 1.250,- exclusief btw voor het plafond op de begane grond en in de keuken,
€ 1.290,- exclusief btw voor de stalen balk,
€ 2.500,- exclusief btw voor loodgieterswerkzaamheden en
€ 217,50 voor klein materiaal.
In totaal komt de waarde van de werkzaamheden neer op € 6.315,90 inclusief btw.
Daarnaast moet [gedaagde] aan [eiseres] een schadevergoeding betalen voor het verwijderen van de dekvloer en vloerverwarming ter hoogte van € 3.327,50. Deze bedragen moeten worden verrekend met het bedrag dat [eiseres] heeft aanbetaald.
5.37.
Partijen verschillen van mening over de vraag of [gedaagde] van de aanbetaling van € 19.000,-, een bedrag van € 990,- of € 1.000,- heeft terugbetaald aan de partner van [eiseres] . Aangezien [gedaagde] in zijn eerste overzicht, opgesteld op de dag van betaling, heeft geschreven dat het voor € 18.010,- aan werkzaamheden is verricht, wordt ervan uitgegaan dat [gedaagde] het verschil, te weten € 990,- aan de partner van [eiseres] heeft terugbetaald.
5.38.
[eiseres] heeft dus een bedrag van € 18.010,- aanbetaald, terwijl [gedaagde] voor een bedrag van € 6.315,90 inclusief btw werkzaamheden heeft verricht en een schadevergoeding van
€ 3.327,50 moet betalen. [gedaagde] zal daarom worden veroordeeld om een bedrag van € 15.021,60 aan [eiseres] (terug) te betalen. Ook moet [gedaagde] wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten aan [eiseres] betalen.
5.39.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij voor het merendeel ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 15.021,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 februari 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 1.119,51 inclusief btw aan incassokosten;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 136,79
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 746,00 ;
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter