3.2.Op 19 april 2022 heeft de deskundige een meetrapport uitgebracht. In de
bijlage bij dit rapport heeft de deskundige de hiervoor genoemde vragen beantwoord. Hierin
staat onder meer vermeld:
“Zoals gebruikelijk bij juridische kwesties voor Object&co is het object door twee
deskundige en ervaren medewerkers van Object&co ingemeten. Dit is op de klassieke
manier gedaan met een lasermater en op een moderne manier middels een zogenaamde
Lidar scanner. Beide manieren van inmeten zijn samengevoegd en geven een gemiddelde
meetnauwkeurigheid dan van 1 mm.
Voor het berekenen van de gebruiksoppervlakten is gebruik gemaakt van de Meetinstructies
zoals geldig op de datum verkoop object (4 juli 2017) zijnde versiedatum januari 2016.
Deze meetinstructies zijn afgeleid van de NEN 2580 (NEN 2580:2007 JL, inzake
‘Oppervlakten en inhouden van gebouwen – Termen, definities en bepalingsmethoden’,
inclusief het correctieblad C1:2008 en voor zover relevant conform de NTA 2581 ‘Opstellen
van meetrapporten volgens NEN 2580’) en feitelijk een branche specifieke vereenvoudigde
versie voor de woningmarkt en in gebruik bij de navolgende organisaties en hun leden: (…)
Op verzoek van de rechtbank is er tevens een berekening gemaakt op basis van de NEN 2580 zonder gebruik te maken van de Meetinstructies. Tussen de NEN 2580 en de Meetinstructies bestaan immers wel enige verschillen. De Meetinstructies wijken op twee aspecten af van NEN 2580:
1. De Meetinstructies verdelen de inpandige gebruiksoppervlakte onder in
gebruiksoppervlakte wonen en gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte. De NEN 2580
kent deze onderverdeling niet.
2. Omdat het vaak lastig te bepalen is of een wand of muur al dan niet dragend is, gaan de
Meetinstructies uit van de oppervlakte inclusief dragende binnenwanden. De NEN 2580
gaat uit van de oppervlakte exclusief dragende wanden.
1. Wat is de grootte van het (binnen)woonoppervlak van de woning aan het adres [adres]
[adres], [postcode] [plaats 2] gemeten conform de NEN-2580 norm?
Conform de verplichte Meetinstructies welke gangbaar waren voor makelaars op dat moment is het vastgestelde gebruiksoppervlakte wonen 91,6 m2. Indien de NEN 2580 zou gehanteerd is hetzelfde gebruiksoppervlakte 0,4 m2 minder, zijnde 91,2 m2.
2. Kunt u vaststellen of de door u gemeten (binnen)woonoppervlak als bedoeld onder 1
hetzelfde was vóór de door en/of in opdracht van de heer [gedaagde] uitgevoerde
verbouwing? Zo ja; is het (binnen)woonoppervlak na deze verbouwing hetzelfde gebleven?
Voor de destijds gangbare Meetinstructies maakt e.e.a. geen verschil en blijft het
vastgestelde gebruiksoppervlakte wonen 91,6 m2. Doordat de dragende muur bij de keuken
is weggehaald komt er bij de hetzelfde gebruiksoppervlakte conform de NEN 2580 0,4 m2
bij en daarmee is het gebruiksoppervlakte gelijk aan de Meetinstructies.
3. Kunt u vaststellen of er tijdens de onder vraag 2 bedoelde verbouwing voorzetwanden
en/of andere objecten zijn geplaatst die van invloed zijn op de uitkomst van de meting?
Daar zijn geen verschillen door ontstaan.
4. Indien het (binnen)woonoppervlak na de door en/of in opdracht van de heer [gedaagde]
uitgevoerde verbouwing niet hetzelfde is gebleven; kunt u vaststellen wat de grootte was
van het (binnen)woonoppervlak van de woning aan het adres [adres], [postcode]
[plaats 2], vóór de door en/of in opdracht van de heer [gedaagde] uitgevoerde
verbouwing?
Zie punt 2.
Het verwijderen van de muur tussen de eetkamer en de keuken heeft indien de
Meetinstructies worden gevolgd geen invloed. Indien de NEN 2580 wordt gehanteerd
zonder de Meetinstructies komt er 0,4 m2 in mindering op het gebruiksoppervlakte wonen
van 91,6 m2 en levert dat dan 91,2 m2 aan gebruiksoppervlakte wonen op.
5. Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden
kunnen zijn?
De voorgaande inmetingen door makelaar en Soo Media zijn allemaal uitgevoerd
conform de Meetinstructies daar dit voor partijen de verplichting is om te gebruiken.
Dat de NEN 2580 minder aan mutaties onderhevig is, dat is een gegeven, echter de mutaties
in de Meetinstructie versies hebben vooral een verduidelijking als oorzaak en ook een uitleg
voor complexere situaties welke niet in de NEN 2580 worden behandeld.
De gangbare norm in de markt is dus om het werk uit te voren conform de Meetinstructies.
Deze zijn uiteraard gebaseerd op de NEN 2580 en deze norm is ook altijd het “naslagwerk”
indien de Meetinstructies niet tot een bevredigend antwoord kunnen leiden.”