ECLI:NL:RBNHO:2022:8477
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in jeugdzorgzaak
Op 16 mei 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, in de wrakingskamer, een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door verzoekster, de moeder van twee uithuisgeplaatste kinderen. Het verzoek was gericht tegen mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest, de rechter die de hoofdzaak behandelde. Verzoekster had op 3 mei 2022 tijdens een zitting in de zaak van haar dochter, die eerder was behandeld, haar bezwaren geuit over de handelswijze van de rechter. Ze stelde dat de rechter subjectief had gehandeld en niet de relevante onderwerpen had besproken die van belang waren voor de uithuisplaatsing van haar kinderen.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de bezwaren van verzoekster enkel betrekking hadden op de zitting van haar dochter, die al was beëindigd met een mondelinge uitspraak van de rechter. Hierdoor was wraking in die zaak niet meer mogelijk. De kamer oordeelde dat de bezwaren van verzoekster niet voldoende onderbouwd waren om te concluderen dat de onpartijdigheid van de rechter in de hoofdzaak over haar zoon in het geding was. De rechter had de gelegenheid geboden om relevante onderwerpen aan de orde te stellen en verzoekster had geen concrete feiten aangedragen die haar wrakingsgrond konden onderbouwen.
De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar konden brengen en wees het verzoek tot wraking af. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.