ECLI:NL:RBNHO:2022:8480

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
9564217 / CV EXPL 21-7951
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de koop van een tweedehands auto en de risicoacceptatie van de koper

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en verkoper van een tweedehands auto. De koper, aangeduid als [eiser], heeft de auto op 22 augustus 2020 gekocht voor € 1.340,00. Na de aankoop constateerde hij gebreken aan de auto, die hij als gevaarlijk voor de verkeersveiligheid beschouwde, en vorderde hij schadevergoeding en ontbinding van de koopovereenkomst. De verkopers, aangeduid als [gedaagden], betwisten de vordering en stellen dat de koper niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan en dat er geen sprake is van non-conformiteit.

De kantonrechter oordeelt dat de koper bij de aankoop van een tweedehands auto bedacht moet zijn op mogelijke gebreken, vooral gezien de leeftijd van de auto (zeventien jaar) en de hoge kilometerstand (235.000 km). De rechter concludeert dat de gebreken die de koper heeft geconstateerd, zoals een kapotte EGR-klep en versleten bougiekabels, niet zodanig zijn dat ze een gevaar voor de verkeersveiligheid opleveren. Bovendien heeft de koper de auto zonder garantie gekocht en een proefrit gemaakt, wat zijn risicoacceptatie versterkt. De vorderingen van de koper worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

De beslissing van de kantonrechter benadrukt de verantwoordelijkheid van de koper om onderzoek te doen naar de staat van de auto en de aanvaarding van risico's die inherent zijn aan de aankoop van een tweedehands voertuig. De rechter wijst erop dat de koper niet zonder meer kan verwachten dat een oudere auto zonder gebreken zal zijn, en dat de prijs van de auto ook een indicatie is van de te verwachten staat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9564217 / CV EXPL 21-7951
Uitspraakdatum: 21 september 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. J.B. Craanen
tegen

1.[gedaagde 1]

2.
[gedaagde 2]
verder gezamenlijk te noemen: [gedaagden]
verder afzonderlijk te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
gemachtigde: mr. N. Altunc

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 17 november 2021 een vordering tegen [gedaagden] ingesteld. [gedaagden] hebben schriftelijk geantwoord en daarbij een voorwaardelijke tegenvordering ingediend.
1.2.
[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagden] een schriftelijke reactie hebben gegeven. [eiser] heeft vervolgens nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.

2.De zaak in het kort

2.1.
Partijen discussiëren over de vraag of de door koper gekochte auto bij de verkoop de eigenschappen bezat die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Volgens de koper vertoont de auto gebreken die een gevaar zijn voor de verkeersveiligheid, zodat sprake is van non-conformiteit. Hij heeft daarom de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en stelt schade te hebben geleden. De schade bestaat uit de herstelkosten van € 1.006,80. [gedaagden] betwisten dat zij de contractspartij zijn van [eiser] . Als de kantonrechter wel tot dat oordeel komt, dan menen zij dat geen sprake is van een consumentenkoop en van non-conformiteit.
2.2.
De kantonrechter oordeelt dat van non-conformiteit geen sprake is. Bij de koop van een tweedehands auto moet de koper er op bedacht zijn dat eerder sprake is van gebreken. De gebreken leveren geen gevaar op voor de verkeersveiligheid of zijn eenvoudig te herstellen. Doordat [eiser] een zeventien jaar oude auto met een kilometerstand van 235.000 heeft gekocht voor een koopprijs van € 1.340,00 heeft hij het risico op gebreken aanvaard door geen nader onderzoek te doen. [eiser] heeft voor de aanschaf een proefrit gemaakt en de auto vervolgens zonder garantie gekocht. De vorderingen worden afgewezen.

3.Feiten

3.1.
[gedaagde 1] drijft een onderneming gericht op de in- en verkoop van auto’s onder de handelsnamen [handelsnamen] . [gedaagde 2] is de zoon van [gedaagde 1] .
3.2.
Op 22 augustus 2020 heeft [eiser] naar aanleiding van een advertentie van [handelsnaam] op Marktplaats een auto van het merk Volkswagen, type Golf, met kenteken: [kenteken] (hierna: de auto) gekocht voor € 1.340,00. De APK vervaldatum was 29 juni 2021. De auto is zonder garantie verkocht.
3.3.
De bezichtiging en proefrit van de auto hebben plaatsgevonden in [plaats] , op het vestigingsadres van [handelsnaam] , alsmede het woonadres van [gedaagde 2] en zijn vriendin, [X] . Op de datum van de verkoop op 22 augustus 2020 stond de auto tenaamgesteld op naam van [Y] . [Y] is de broer van [X] .
3.4.
Op 5 september 2020 heeft [eiser] enkele gebreken aan een spruitstuk en bougies geconstateerd en hierover telefonisch en per e-mail contact opgenomen met [handelsnaam] , dan wel met [gedaagde 2] (namens [handelsnaam] ).
3.5.
De auto is daarop ter reparatie afgeleverd op het adres waarop ook de verkoop van de auto heeft plaatsgevonden. Na vervanging van het kapotte spruitstuk heeft [eiser] de auto op 24 oktober 2020 weer opgehaald. Binnen twee dagen vertoonde de auto dezelfde gebreken en heeft [eiser] aan [gedaagden] verzocht de auto te repareren, dan wel terug te nemen tegen terugbetaling van de koopprijs en gemaakte kosten. Aan dit verzoek hebben [gedaagden] geen gehoor gegeven.
3.6.
[eiser] heeft vervolgens de motor van de auto laten onderzoeken en herstellen door [garage] (hierna: [garage] ). Na technische keuring bleek de oorzaak voor het afslaan en niet starten van de motor te zijn gelegen in diverse luchtlekkages in het inlaatsysteem als gevolg van het onjuist monteren van een verkeerd type spruitstuk. Daarnaast was een EGR-klep kapot, zaten er scheuren in de bobine en moesten de bougies en bougieskabels vervangen worden. De totale (herstel)kosten bedroegen € 1.006,80.
3.7.
Bij aangetekende brief van 26 augustus 2021 heeft [eiser] de koopovereenkomst met [gedaagden] buitengerechtelijk ontbonden en gesommeerd tot terugbetaling van de koopsom en betaling van (ontbindings)schade).

4.De vordering

4.1.
[eiser] vordert bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde 1] is ontbonden per 1 juli 2021 wegens het toerekenbaar tekortschieten van [gedaagden] in de nakoming van deze overeenkomst;
en [gedaagde 1] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis:
II. aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.340,00 ter zake de onverschuldigd betaalde koopprijs, dan wel in het kader van de op [gedaagde 1] rustende ongedaanmakingsverplichting, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de dag van de dagvaarding, althans een door de kantonrechter te bepalen datum, tot aan de dag van volledige voldoening;
III. aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.006,80 ter zake van schadevergoeding en/of ongerechtvaardigde verrijking, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de dag van de dagvaarding, althans een door de kantonrechter te bepalen datum, tot aan de dag van volledige voldoening;
IV. aan [eiser] te betalen een bedrag van € 425,94 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf twee dagen na dit vonnis tot aan de dag van volledige voldoening;
en voorwaardelijk, indien en voor zover de vorderingen onder I tot en met IV jegens [gedaagde 1] niet toewijsbaar worden geacht,
V. de onder I tot en met IV vermelde vorderingen jegens [gedaagde 2] toe te wijzen;
één en ander met veroordeling van [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen, exclusief btw over de daarvoor in aanmerking komende kostenposten.
4.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag dat de auto bij verkoop niet de eigenschappen bezat die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De auto vertoont meerdere gebreken, hetgeen zich uitte in oplichtende waarschuwingslampjes op het besturingspaneel en het afslaan van de motor tijdens het rijden waarna hij tijdelijk niet meer wilde starten. De auto vormde hiermee een ernstig gevaar voor de verkeersveiligheid. Door ontbinding van de koopovereenkomst moet [gedaagde 1] de aankoopsom van € 1.340,00 terugbetalen. Daarnaast heeft [eiser] schade geleden bestaande uit de herstelkosten van € 1.006,80. Als de kantonrechter tot het oordeel komt dat geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen [eiser] en [gedaagde 1] , dan stelt [eiser] dezelfde vorderingen in tegenover [gedaagde 2] .

5.Het verweer en de voorwaardelijke tegenvordering

5.1.
[gedaagden] betwisten de vordering. Zij voeren aan dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn substantiëringsplicht. Verder betwisten zij een overeenkomst met [eiser] te hebben gesloten. Indien de kantonrechter tot het oordeel komt dat er wel een overeenkomst tussen partijen bestaat, dan betwisten zij dat sprake is van een consumentkoop en van non-conformiteit van de auto.
5.2.
[gedaagden] vorderen bij wijze van voorwaardelijke tegenvordering:
primair
I. afgifte van de auto met APK keuring inclusief de autopapieren en de daarbij behorende twee autosleutels onder dwangsom van € 50,00 per dag met een maximum van € 2.500,00,
II. betaling van een redelijke vergoeding van € 35,00 per dag voor elke dag dat de auto in bezit is geweest van [eiser] , in ieder geval van 22 augustus 2020 (de dag van de aankoop door [eiser] ) tot en met afgifte van de auto dan wel de APK vervaldatum, zijnde 29 juni 2021,
subsidiair
III. afgifte van de auto inclusief de autopapieren en de daarbij behorende twee autosleutels onder dwangsom van € 50,00 per dag met een maximum van € 2.500,00;
IV. betaling van een redelijke vergoeding van € 35,00 per dag voor elke dag dat de auto in bezit is geweest van [eiser] , in ieder geval van 22 augustus 2020 (de dag van de aankoop door [eiser] ) tot en met afgifte van de auto dan wel de APK vervaldatum, zijnde 29 juni 2021;
meer subsidiair
V. afgifte van de auto inclusief de autopapieren en de daarbij behorende twee autosleutels onder dwangsom van € 50,00 per dag met een maximum van € 2.500,00;
VI. betaling van een redelijke vergoeding van € 35,00 per dag van 20 november 2020 tot en met afgifte van de auto dan wel de APK vervaldatum, zijnde 29 juni 2021;
5.3.
[gedaagden] leggen aan de tegenvordering ten grondslag dat ontbinding van de overeenkomst een ongedaanmakingsverplichting met zich mee brengt. Dat betekent dat [eiser] de koopsom ontvangt en [gedaagden] recht hebben op teruggave van de auto. Verder vorderen [gedaagden] een redelijke vergoeding voor het gebruik van de auto door [eiser] , omdat hij sinds de aankoop dan wel vanaf 20 november 2020, de dag waarop de vermeende gebreken zijn hersteld, de auto heeft kunnen gebruiken.

6.Het verweer tegen de tegenvordering

6.1.
[eiser] betwist de tegenvordering en stelt dat uit de door hem overgelegde factuur [factuur] blijkt dat de auto ten tijde van verkoop al niet aan de wettelijke APK-eisen voldeed, zodat van hem niet verwacht kan worden om een APK-goedgekeurde auto terug te leveren. Ook de gevorderde redelijke vergoeding kan niet worden toegewezen, omdat [gedaagden] niet in verzuim verkeerden, dan wel omdat [eiser] zich kan beroepen op zijn retentierecht ten aanzien van de auto. Ook staat een bedrag van € 35,00 niet in verhouding tot de koopprijs van de auto, zodat dit bedrag bij toewijzing van de vordering gematigd moet worden.

7.De beoordeling

de vordering
7.1.
In deze procedure staat de vraag centraal of de auto aan de overeenkomst voldoet. Naar het oordeel van de kantonrechter bezat de auto – die APK gekeurd was – op het moment van verkoop aan [eiser] de eigenschappen die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dit wordt hierna toegelicht.
7.2.
Artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zijn, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezig die voor normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, en de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Voor tweedehands auto’s die worden gekocht om daarmee, naar de verkoper bekend is, aan het verkeer deel te nemen, heeft de Hoge Raad bepaald dat als regel moeten worden aangenomen dat de auto in ieder geval niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien als gevolg van een eraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren. [1] Van deze regel kan bij uitzondering worden afgeweken, bijvoorbeeld als de koper het risico van een zodanig gebrek heeft aanvaard. Het feit dat de auto geen gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert, wil echt niet per definitie zeggen dat deze daarmee aan de overeenkomst beantwoordt. [2] Beoordeeld moet worden wat de koper, op grond van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de zaak en de mededelingen van de verkoper, van de auto mocht verwachten.
7.3.
Niet in geschil is dat de auto op het moment van verkoop APK gekeurd was. Een APK keuring is een veiligheidskeuring, waarbij beoordeeld wordt of de auto in mechanisch en technisch opzicht voldoende veilig is om de weg op te mogen. Het gaat daarbij om een momentopname, waarbij niet is uitgesloten dat er daarna problemen aan de auto worden geconstateerd. De gebreken bestaan volgens [eiser] onder meer uit ongelijk kleurige lampen, een kapotte EGR-klep, een gescheurde bobine, versleten bougiekabels, luchtlekkage(s) in het inlaatsysteem en een defecte startschakelaar.
7.4.
Deze gestelde gebreken zijn onvoldoende om non-conformiteit van de auto aan te nemen. Niet valt in te zien hoe ongelijk gekleurde lampen een ernstig gevaar voor de verkeersveiligheid opleveren. Hetzelfde geldt voor de kapotte EGR-klep. Dit systeem zorgt ervoor dat er minder stikstofoxiden in het milieu komen. Een auto die niet voldoet aan de Europese wettelijk eisen zal niet door de APK keuring komen. Daarnaast stelt [eiser] dat de auto problemen had met het starten van de motor. Het vervangen van bougiekabels is over het algemeen een onderhoudskwestie. Het scheuren van een bobine is vaak het gevolg van versleten bougiekabels die niet tijdig vervangen zijn. Hoewel het niet kunnen starten van de auto gevaarlijke situaties kan opleveren volgt uit de door [eiser] overgelegde factuur dat de reparatiekosten van de bobine € 72,50 kostte. Dat betekent dat dit gebrek op eenvoudige wijze kon worden hersteld, zodat van non-conformiteit geen sprake is. Terecht hebben [gedaagden] daarnaast opgemerkt dat [eiser] in de periode van 20 augustus 2020 (datum koop auto, kilometerstand: 235.000) en november 2020 (datum herstel auto, kilometerstand 237.220) meer dan 2.000 kilometer heeft gereden. De kantonrechter kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet inzien dat met een auto die een gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren omdat hij tijdens het rijden afsloeg en tijdelijk niet meer wilde starten, die afstand kan worden afgelegd.
7.5.
Verder is van belang dat het gaat om de koop van een tweedehands auto van zeventien jaar oud met een kilometerstand van 235.000 en een koopprijs van € 1.340,00. Ook bij normaal gebruik is een auto aan slijtage onderhevig en de kans dat er gebreken optreden is groter naarmate die auto ouder is. Daarom is de koopprijs van een tweedehands auto lager dan die van een nieuwe(re) auto. De koper van een tweedehands auto heeft het voordeel van een veel lagere koopprijs, maar moet daarnaast bedacht zijn op het nadeel dat een tweedehands auto doorgaans eerder gebreken zal vertonen dan een nieuwe auto. Zo zijn de bougiekabels onderdelen van dien aard dat ze aan slijtage onderhevig zijn. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat [eiser] gelet op de leeftijd van de auto, de kilometerstand en de lage koopprijs erop bedacht had moeten zijn dat de betreffende gebreken zich op korte termijn zouden kunnen voordoen. [eiser] mocht niet zonder meer verwachten dat hij nog geruime tijd met de auto zonder problemen kon rijden. Op hem rustte een onderzoeksplicht ten aanzien van de technische staat van onderhoud van de auto. Doordat [eiser] dit onderzoek niet heeft gedaan, heeft hij het risico op gebreken aan de auto geaccepteerd.
7.6.
Bovendien heeft [eiser] de auto gekocht zonder garantie. Dat de koper afziet van garantie betekent nog niet dat van non-conformiteit geen sprake kan zijn, maar speelt wel een rol bij de vraag wat de koper mocht verwachten. In dat kader is van belang dat [eiser] een proefrit heeft gemaakt in de auto waarbij de auto zonder problemen reed, waarop hij vervolgens de auto zonder garantie accepteerde.
7.7.
Gelet op het voorgaande is de conclusie dan ook dat de auto beantwoordt aan de koopovereenkomst. De vraag of [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] contractspartij zijn bij de koopovereenkomst hoeft niet meer beantwoord te worden.
7.8.
De kantonrechter zal de vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst afwijzen. Als gevolg hiervan zullen ook de vorderingen tot betaling van schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen.
7.9.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt.
de voorwaardelijke tegenvordering
7.10.
De voorwaarde waaronder de tegenvorderingen zijn ingesteld is niet vervuld. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beoordeling van de tegenvorderingen.

8.De beslissing

De kantonrechter:
8.1.
wijst de vordering af,
8.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagden] worden vastgesteld op een bedrag van € 374,00 aan salaris van de gemachtigde,
8.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Hoge Raad 15 april 1994, NJ 1995,614.
2.Hoge Raad 8 juli 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3097.