ECLI:NL:RBNHO:2022:8497
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening sluiting pand op grond van artikel 13b Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, eigenaar van een pand dat door de burgemeester van Wormerland voor zes maanden was gesloten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De burgemeester had besloten tot sluiting na een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin werd vermeld dat er materialen voor hennepteelt in het pand waren aangetroffen. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter gevraagd om het besluit te schorsen of te vernietigen, stellende dat het pand enkel werd gebruikt voor legale activiteiten en dat er geen overlast was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 7 april 2022, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren. De burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. Na de zitting hebben partijen hun standpunten schriftelijk verder toegelicht. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om het pand te sluiten, gezien de aangetroffen materialen en de context van de situatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat de sluiting onevenredig was in verhouding tot de doelen die met het besluit waren gediend. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.