ECLI:NL:RBNHO:2022:8587

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
C/15/332118 / KG ZA 22-487
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestuurder en toewijzing van vorderingen in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, hebben de eiseressen, GEPO VASTGOED B.V. en GEPO VLEESWAREN B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, waaronder een bestuurder en de besloten vennootschap CEBE BEHEER B.V. De procedure is gestart vanwege onrechtmatige onttrekkingen van geld door de bestuurder van GEPO VASTGOED B.V., die zonder recht grote bedragen van de rekeningen van de vennootschappen naar zijn persoonlijke rekeningen heeft overgemaakt. De eiseressen hebben de gedaagden meerdere keren gesommeerd om deze onttrekkingen te staken en de bedragen terug te betalen, maar de bestuurder heeft dit nagelaten en zelfs geprobeerd om opnieuw geld te onttrekken.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gedaagde verklaard dat hij een fout heeft gemaakt en dat hij zich niet verzet tegen de toewijzing van de vorderingen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen inhoudelijk verweer is gevoerd door de gedaagden en heeft de vorderingen van de eiseressen grotendeels toegewezen. De voorzieningenrechter heeft de gedaagde geschorst als statutair bestuurder van GEPO VASTGOED B.V. en hem verboden om gedurende de schorsing bestuurshandelingen te verrichten. Tevens zijn er dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van deze verboden.

Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen aan de eiseressen, waaronder een bedrag van € 6.000,00 en een bedrag van € 240.500,00, alsook de buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagden gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 27 september 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het vonnis onmiddellijk effect heeft, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332118 / KG ZA 22-487
Vonnis in kort geding van 27 september 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEPO VASTGOED B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEPO VLEESWAREN B.V.,
beiden gevestigd te Nieuw-Vennep,
eiseressen,
advocaat mr. M.S.F. Loor te Zaandam,
tegen

1.[gedaagde],

wonende te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CEBE BEHEER B.V.,
gevestigd te Nieuw-Vennep,
gedaagden,
Van de [gedaagde] verschenen in persoon en Cebe Beheer B.V. vertegenwoordigd door [gedaagde].
Partijen zullen hierna Gepo Vastgoed c.s. en Van de [gedaagde] c.s. genoemd worden. Partijen afzonderlijk zullen Gepo Vastgoed, Gepo Vleeswaren, Van de [gedaagde] en CeBe Beheer genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 13
  • de aanvullende producties 14 t/m 15 van de zijde van Gepo Vastgoed c.s.
  • de e-mailcorrespondentie tussen partijen van 23 september 2022 van de zijde van Gepo Vastgoed c.s.
  • de mondelinge behandeling van 26 september 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden.
1.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • namens Gepo Vastgoed en Gepo Vleeswaren: [betrokkene 1] en [betrokkene 2], bijgestaan door mr. Loor voornoemd.
  • [gedaagde], mede namens CeBe Beheer.
Tevens was aanwezig:
- [betrokkene 3] (echtgenote van [gedaagde])
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gepo Vastgoed is bestuurder en enig aandeelhouder van drie dochtervennootschappen: Gepo Vleeswaren, Gepo Slicing B.V. en Kroon Vleeswarenfabriek Zwaagdijk B.V. Dit zijn ondernemingen die zich bezig houden met het slagers- en vleeswarenbedrijf. Gepo Slicing BV is vennoot in ZG Slicing VOF, een vennootschap onder firma waarbinnen met Zandvliet Slicing B.V. wordt samengewerkt op het gebied van snijden en verpakken van diverse producten.
2.2.
De aandelen van Gepo Vastgoed worden gehouden en beheerd door Stichting Administratiekantoor Gepo Vastgoed (hierna: de STAK). Zowel de STAK als Gepo Vastgoed worden bestuurd door de broers [betrokkene 1] en [gedaagde]. [betrokkene 1] voert de dagelijkse leiding over de onderneming. [gedaagde] is enkel nog op papier directeur en vervult geen actieve rol meer.
2.3.
Vanaf 6 september 2022 heeft [gedaagde] zonder recht of titel grote bedragen van verschillende rekeningen van Gepo Vastgoed, Gepo Vleeswaren en Gepo Slicing tot een totaalbedrag van € 566.500,- overgeboekt naar zijn persoonlijke rekeningen en rekeningen van CeBe Beheer B.V. (hierna: CeBe Beheer), de persoonlijke holding van [gedaagde].
2.4.
Gepo Vastgoed c.s. hebben Van de [gedaagde] c.s. diverse keren aangeschreven en gesommeerd tot het staken en gestaakt houden van het doen van onttrekkingen van de bankrekeningen van Gepo Vastgoed c.s. en het terugbetalen van de overgeboekte bedragen. [gedaagde] heeft daarna opnieuw geprobeerd om geldbedragen aan de ondernemingen te onttrekken en naar zijn eigen bankrekening dan wel de bankrekening van CeBe Beheer over te maken.

3.Het geschil

3.1.
Gepo Vastgoed c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te schorsen als statutair bestuurder van Gepo Vastgoed B.V. tot en met 31 maart 2023 of zoveel eerder als de Ondernemingskamer een voorziening treft of de STAK als aandeelhouder van Gepo Vastgoed B.V. een rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit tot schorsing of ontslag van [gedaagde] als statutair bestuurder van Gepo Vastgoed B.V. heeft kunnen nemen;
II. [gedaagde] te verbieden om gedurende de schorsing bestuurshandelingen te verrichten voor Gepo Vastgoed B.V. op staffe van een dwangsom van € 100.000,00 voor iedere overtreding van dit verbod, tot een maximum van € 1.500.000,00 is bereikt;
III. [gedaagde] te verbieden om gedurende de schorsing de bedrijfslocaties van Gepo Vastgoed B.V. en daaraan gelieerde ondernemingen te betreden, op straffe van een dwangsom van € 100.000,00 voor iedere overtreding van dit verbod, tot een maximum van € 1.500.000,00 is bereikt;
IV. [gedaagde] en CeBe Beheer voor zover mogelijk hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Gepo Vastgoed B.V. van een bedrag van € 6.000,00, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 15 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling;
V. [gedaagde] en CeBe Beheer voor zover mogelijk hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Gepo Vastgoed B.V. van de buitengerechtelijke incassokosten ad
€ 816,00, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 15 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling, althans [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een zodanig bedrag door uw rechtbank in goede justitie te bepalen;
VI. [gedaagde] en CeBe Beheer voor zover mogelijk hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Gepo Vleeswaren B.V. van een bedrag van € 240.500,00, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling;
VII. [gedaagde] en CeBe Beheer voor zover mogelijk hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Gepo Vleeswaren B.V. van de buitengerechtelijke incassokosten ad
€ 3.602,78, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling, althans [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een zodanig bedrag door uw rechtbank in goede justitie te bepalen;
VIII. [gedaagde] en CeBe Beheer te veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris van de advocaat, het griffierecht en de deurwaarderskosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van opeisbaarheid, alsmede in de eventuele afwikkelingskosten welke door de deurwaarder aan eisers worden berekend, indien deze met de executie van het vonnis wordt belast.
3.2.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Van de [gedaagde] c.s. hebben geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vorderingen. Ter zitting heeft Van de [gedaagde] verklaard dat hij met de overboekingen een fout heeft gemaakt en dat hij zich niet tegen toewijzing van de vorderingen verzet. De voorzieningenrechter zal de vorderingen daarom toewijzen, met uitzondering van het volgende.
4.2.
Gepo Vastgoed c.s. vorderen een hoofdelijke veroordeling van Van de [gedaagde] c.s. tot terugbetaling van de onttrokken bedragen. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding tot een hoofdelijke veroordeling wat betreft de onttrekking van € 6.000,-, omdat vast staat dat dit bedrag naar de persoonlijke bankrekening van [gedaagde] is overgemaakt. CeBe Beheer heeft hier geen betrokkenheid bij gehad. Wat betreft de onttrekking van € 240.500,-, die naar de bankrekening van CeBe Beheer is overgemaakt, is niet alleen CeBe Beheer aansprakelijk, maar ook [gedaagde] persoonlijk. In het betoog van [gedaagde] ligt de erkenning besloten van de stelling van Gepo Vastgoed c.s. dat hij grote sommen geld heeft verduisterd. [gedaagde] heeft aldus persoonlijk een onrechtmatige daad gepleegd. De daardoor veroorzaakte schade bestaat uit het volledige bedrag van de onttrokken gelden. CeBe Beheer is immers leeg, doordat en nadat [gedaagde] heeft toegestaan dat zijn bankrekening door een derde werd overgenomen, zoals hij heeft verklaard..
4.3.
De wettelijke rente over buitengerechtelijke incassokosten gaat lopen vanaf het moment dat de betreffende schade is geleden. Bij een vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten is dit het moment waarop deze kosten door de schuldeiser zijn betaald. Omdat Gepo Vastgoed c.s. niets hebben gesteld over het moment van betaling kan de wettelijke rente worden toegewezen vanaf het moment van dagvaarding.
4.4.
De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt als in de beslissing vermeld.
4.5.
Van de [gedaagde] c.s. zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Gepo Vastgoed c.s. worden begroot op:
- betekening oproeping € 208,64
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.900,64
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
schorst [gedaagde] als statutair bestuurder van Gepo Vastgoed B.V. tot de STAK als aandeelhouder van Gepo Vastgoed B.V. een rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit tot schorsing of ontslag van [gedaagde] als statutair bestuurder van Gepo Vastgoed B.V. heeft kunnen nemen,
5.2.
verbiedt [gedaagde] om gedurende de schorsing bestuurshandelingen te verrichten voor Gepo Vastgoed B.V.,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Gepo Vastgoed c.s. een dwangsom te betalen van € 10.000,- voor iedere keer dat hij niet aan de in 5.2 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt,
5.4.
verbiedt [gedaagde] om gedurende de schorsing de bedrijfslocaties van Gepo Vastgoed B.V. en daaraan gelieerde ondernemingen te betreden,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan Gepo Vastgoed c.s. een dwangsom te betalen van € 2.000,- voor iedere keer dat hij niet aan de in 5.4 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,- is bereikt,
5.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Gepo Vastgoed B.V. van een bedrag van € 6.000,00, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 15 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling,
5.7.
veroordeelt [gedaagde] en CeBe Beheer B.V. tot betaling aan Gepo Vastgoed B.V. van de buitengerechtelijke incassokosten van € 816,00, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 22 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling,
5.8.
veroordeelt [gedaagde] en CeBe Beheer B.V. hoofdelijk tot betaling aan Gepo Vleeswaren B.V. van een bedrag van € 240.500,00, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 6 september 2022 over een bedrag van € 15.000,-, vanaf 7 september 2022 over een bedrag van € 125.000,-, vanaf 14 september 2022 over een bedrag van
€ 100.500,- telkens tot aan de dag van algehele betaling,
5.9.
veroordeelt CeBe Beheer B.V. tot betaling aan Gepo Vleeswaren B.V. van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 3.602,78, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf 22 september 2022 tot aan de dag van algehele betaling,
5.10.
veroordeelt Van de [gedaagde] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Gepo Vastgoed c.s. tot op heden begroot op € 1.900,64, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2022. [1]
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.

Voetnoten

1.Conc.: 1589