ECLI:NL:RBNHO:2022:8688

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
30 september 2022
Zaaknummer
HAA 22/4733
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gebruik van padelbanen door Tennisvereniging LTC DEM in Beverwijk en geluidsnormen

Op 30 september 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen Tennisvereniging LTC DEM en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk. De tennisvereniging had bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die hen verplichtte om de geluidsnormen, zoals vastgelegd in het Activiteitenbesluit, te respecteren. De gemeente had vastgesteld dat de geluidsproductie van de padelbanen, die in februari 2022 in gebruik zijn genomen, de toegestane normen overschreed, vooral in de avonduren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de tennisvereniging de padelbanen tot maximaal 20:00 uur mag gebruiken, zodat zij de landelijke competitie in oktober kan afmaken. De rechter stelde vast dat de geluidsnormen in de avondperiode worden overschreden en dat de tennisvereniging maatregelen moet nemen om aan deze normen te voldoen. De last onder dwangsom werd geschorst, maar de tennisvereniging moet zich vanaf 1 november 2022 aan de geluidsnormen houden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de omwonenden, die ernstige geluidsoverlast ervaren, ook in acht moeten worden genomen. De gemeente had de tennisvereniging een dwangsom opgelegd van € 2.000 per overtreding, met een maximum van € 8.000. De voorzieningenrechter vond deze dwangsom niet onredelijk en bepaalde dat de gemeente het griffierecht en de proceskosten van de tennisvereniging moest vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/4733

uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 september 2022 in de zaak tussen

Lawn Tennis Club Door Eendracht Macht, uit Beverwijk, verzoekster

(gemachtigde: mr. K. van Driel),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk, verweerder
(gemachtigde: mr. M. Dur).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
de heer [naam derde partij] ,uit [woonplaats] (derde-partij).

Inleiding

Bij besluit verzonden op 19 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekster gelast om, op straffe van een dwangsom van € 2.000,- per constatering met een maximum van € 8.000,-, overschrijding van de geluidsnormen door padelactiviteiten voor 23 september 2022 te beëindigen en beëindigd te houden door te voldoen aan de geluidsnormen gesteld in artikel 2.17, eerste lid, onder a, van het Activiteitenbesluit. Dit houdt in dat de padelbanen tot maximaal 20:00 uur gebruikt mogen worden en dat tussen 20:00 en 07:00 uur geen padel gespeeld mag worden.
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Op 22 september 2022 heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in een tussenbeslissing van 23 september 2022 bepaald dat het bestreden besluit wordt geschorst totdat de voorzieningenrechter na het houden van een zitting op het verzoek om een voorlopige voorziening heeft beslist en heeft beoordeeld of de voorziening wordt opgeheven of gewijzigd.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek vervolgens op 27 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens verzoekster: mevrouw [naam 1] ( [functie] ) en de heer [naam 2] ( [functie] ), de gemachtigde van verzoekster en de heer [naam 3] , [functie] . Namens verweerder hebben deelgenomen: de gemachtigde van verweerder en de heer [naam 4] van de Omgevingsdienst IJmond. Voorts was de derde-partij aanwezig en de heer [naam 5] .

De aanleiding

1.1
Verzoekster is een tennisvereniging die vanaf 1962 is gevestigd aan de Spaarnestraat 1B in Beverwijk. Vanaf februari 2022 heeft verzoekster 7 tennisbanen in gebruik en drie nieuwe padelbanen. Het tennispark van verzoekster wordt aan de noordzijde ontsloten door de [straat] . Ten noordoosten zijn de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige objecten / woningen gelegen. Derde-partij woont aan de [adres 1] .
1.2
Verzoekster is een “type B inrichting” en valt onder het Activiteitenbesluit milieubeheer (het Activiteitenbesluit). De inrichting moet bij de oprichting of wijziging een melding doen aan het bevoegd gezag en heeft geen omgevingsvergunning milieu nodig.
1.3
Op 5 april 2022 is door een medewerker van de Omgevingsdienst IJmond geconstateerd dat verzoekster onlangs is uitgebreid met drie padelbanen. Door deze uitbreiding is de geluidsproductie van de activiteiten van verzoekster hoger geworden ten opzichte van de eerder gemelde situatie. Er is daarom sprake van een verandering van de inrichting die gemeld moet worden op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit. Bij brief van 14 april 2022 heeft verweerder verzoekster bericht dat zij alsnog een melding op grond van het Activiteitenbesluit moet doen.
1.4
Op 23 april 2022 heeft verzoekster een melding op grond van het Activiteitenbesluit gedaan voor de aanleg en gebruik van drie padelbanen.
1.5
Op 12 juli 2022 heeft verzoekster het rapport “Akoestisch onderzoek Industrielawaai Tennisvereniging DEM, Spaarnestraat 1B” (het akoestisch onderzoek) van 11 juli 2022 aan de melding toegevoegd. Uit de berekeningen van het akoestisch onderzoek blijkt dat, zowel in de bestaande situatie als ook in de nieuwe situatie (waarbij de drie padelbanen worden gebruikt), niet wordt voldaan aan de normen van artikel 2.17, eerste lid onder a, van het Activiteitenbesluit voor de avondperiode (19:00 tot 23:00 uur).
1.6
Op 29 juli 2022 heeft verweerder verzoekster bericht dat uit het door haar overgelegde akoestisch onderzoek is gebleken dat sprake is van een overschrijding van de geluidsnorm in de avondperiode. Dit betekent dat sprake is van overtreding van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit. Verzoekster moet daarom maatregelen treffen. Als niet aan de geluidsnorm kan worden voldaan, door hoge kosten of technisch niet uitvoerbare maatregelen, kan verzoekster een verzoek tot maatwerk indienen. In een overleg van 11 juli 2022 tussen verzoekster en verweerder is besproken dat verzoekster hiervoor meer tijd nodig heeft. Verweerder heeft daarom verzoekster tot 1 oktober 2022 de tijd gegeven om de maatregelen die nodig zijn om de geluidsbelasting terug te dringen, verder te onderzoeken. Op 1 oktober 2022 verwacht verweerder van verzoekster een uitwerking van de maatregelen die haalbaar zijn om te komen tot een zo laag mogelijke geluidsbelasting op de dichtstbijzijnde woningen. Na 1 oktober controleert verweerder of verzoekster voldoet aan de normen van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit of dat een ontvankelijk verzoek tot maatwerk is ingediend om af te wijken van de normen. Verweerder heeft daarbij aangegeven dat indien sprake is van overlast alsnog handhavend kan worden opgetreden.
1.7
Verzoekster heeft op 14 september 2022 een verzoek tot het stellen van maatwerkvoorschriften ingediend. Uit het eerdergenoemde akoestisch onderzoek blijkt dat verzoekster redelijkerwijs niet kan voldoen aan de normen van artikel 2.17, eerste lid onder a, Activiteitenbesluit. De daarvoor benodigde maatregelen zijn uit bedrijfsmatig of financieel oogpunt niet haalbaar. Er kan wel worden voldaan aan een hogere geluidsnorm per etmaalwaarde in de avonduren. Daarnaast blijft ook de maatregel nodig dat verzoekster een geluidsscherm plaatst om aan die norm te voldoen.
1.8
Op 5 en 12 september 2022 heeft de Omgevingsdienst IJmond twee verzoeken tot handhaving ontvangen onder meer van de derde-partij en van de bewoner [adres 2] in verband met het ervaren van geluidsoverlast bij gebruik van de padelbanen. Ter zitting is door derde-partij toegelicht dat hij woont in een woonwagenkamp met 13 woningen en dat hij ook spreekt namens de overige bewoners. Sinds de padelbanen in gebruik zijn genomen begin 2022 ervaren de bewoners ernstige geluidshinder van de harde klappen vanaf 07:00 ‘s ochtend tot 23:00 uur ‘s avonds, gedurende zeven dagen per week. Er zijn meerdere klachten ingediend over deze geluidsoverlast bij verweerder en uiteindelijk ook twee handhavingsverzoeken bij de Omgevingsdienst IJmond. Door het geluid ervaart derde-partij veel stress. Er was na het plaatsen van de padelbanen in februari 2022 afgesproken dat er geluidschermen geplaatst zouden worden, maar die zijn er niet gekomen.
1.9
Vervolgens heeft verweerder met het bestreden besluit de in het geding zijnde last onder dwangsom opgelegd.

Het standpunt van verzoekster

2. Verzoekster voert (samengevat) in bezwaar aan dat het bestreden besluit moet worden herroepen of de begunstigingstermijn moet worden aangepast naar 6 maanden, dan wel zo lang dat verzoekster de tijd heeft om een geluidsscherm te plaatsen en/of een begunstigend maatwerkbesluit te ontvangen. Verzoekster stelt dat zij ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld om een zienswijze te geven op een voornemen van verweerder om de last onder dwangsom op te leggen. Ook is er volgens verzoekster geen sprake van een overtreding. Verweerder heeft zelf namelijk geen concreet onderzoek gedaan, zodat het de vraag is of de norm van artikel 2.17 Activiteitenbesluit wordt overschreden. Daarbij komt dat sprake is van een concreet zicht op legalisatie doordat verzoekster een verzoek tot het nemen van maatwerkvoorschriften heeft ingediend. Verzoekster onderzoekt op dit moment welke geluidsmuur geplaats kan worden om aan de geluidsnorm te voldoen. Het opleggen van de last is onredelijk omdat door de ingebruikname van de padelbanen ten opzichte van de bestaande situatie slechts sprake is van een toename van 2 dB(A). Ook heeft verweerder de belangen van verzoekster om de banen te kunnen blijven gebruiken niet meegewogen. In oktober 2022 vinden op vrijdagavond en in het weekend landelijke competitiewedstrijden op de padelbanen plaats. Verzoekster zal boetes ontvangen of er zal sprake zijn van uitsluiting van de competitie als er geen banen beschikbaar zijn. Ook bestaat het gevaar dat leden hun lidmaatschap opzeggen of hun contributie terugeisen. Daarbij komt dat de padelbanen als sinds februari 2022 worden gebruikt, zodat verzoekster niet begrijpt waarom de begunstigingstermijn nu zo kort is. Ten slotte is de dwangsom te hoog en is de last te verstrekkend omdat ook geen mini-tennis op de padelbanen gespeeld mag worden. Verweerder had er verder ook voor kunnen kiezen om alleen de padelbaan die het dichtst bij de woningen ligt te sluiten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3.1
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de in de tussenbeslissing getroffen voorlopige voorziening te wijzigen in die zin dat de in het bestreden besluit opgelegde last onder dwangsom wordt geschorst en daarvoor in de plaats komt dat verzoekster de overtreding uiterlijk op 1 november 2022 dient te beëindigen en zich verder dient te houden aan de last met dien verstande dat de voorzieningenrechter in de door verweerder gegeven motivering geen aanleiding ziet om met de last het spelen van (mini-)tennis op de padelbanen te raken. De voorzieningen zal de tennisactiviteiten uit de last onder dwangsom schrappen. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Er is sprake van een overtreding
3.2
Uit eerdergenoemd akoestisch rapport volgt dat (mede) door gebruik van de drie nieuwe padelbanen sprake is van een overtreding van de geluidsnorm met 7 dB(A) in de avondperiode. Dit is een overtreding van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit. De juistheid van dit akoestisch rapport wordt niet betwist. Er is dus sprake van een overtreding en verweerder is daarom bevoegd om handhavend op te treden. Dat verweerder niet zelf een geluidsmeting ter plaatse heeft verricht, maakt dit niet anders.
Geen bijzondere omstandigheden of concreet zicht op legalisatie
3.3
Aangezien sprake is van een overtreding dient verweerder, gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, in beginsel handhavend op te treden. Alleen onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevraagd dit niet te doen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat. Dat, of en wanneer daarvan in deze zaak sprake zal zijn, staat niet vast. Verzoekster heeft een verzoek tot het stellen van maatwerkvoorschriften ingediend, maar daarop is nog niet beslist. Een opdracht tot het plaatsen van een geluidsscherm is nog niet gegeven. Dat is afhankelijk van het besluit van verweerder over de maatwerkvoorschriften.
Handhaving niet onevenredig
3.4
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is handhavend optreden in dit geval niet onevenredig in verhouding tot de daarmee te dienen doelen. De voorzieningenrechter gaat er niet zonder meer vanuit dat de toename van de geluidsoverlast door het in gebruik nemen van de padelbanen
maar2 dB(A) is. Door verweerder is ter zitting toegelicht dat dit een exponentiele toename is. Op de zitting is door derde-partij toegelicht dat al langere tijd van ‘s ochtends tot ‘s avonds geluidsoverlast wordt ervaren door de omwonenden vanwege het gebruik van de padelbanen. Het geluid is storend en hard en niet te vergelijken met het geluid dat afkomstig is van de tennisbanen.
Hoogte dwangsom niet onjuist of onredelijk gebleken
3.5
De voorzieningenrechter vindt de hoogte van de dwangsom niet onjuist omdat verweerder dit conform het handhavingsbeleid, zoals vervat in de VTH-strategie milieu 2019-2022, heeft vastgesteld. Dat verzoekster geen geld verdient aan het gebruik van de padelbanen leidt niet tot een ander oordeel. Verzoekster heeft geen inzicht gegeven in haar financiële situatie.
Klachten bij verzoekster bekend
3.6
Verzoekster is er in de brief van 29 juli 2022 op gewezen dat sprake is van een overtreding van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit en dat door verweerder, indien door omwonenden overlast wordt ervaren, alsnog handhavend kan worden opgetreden. Verzoekster heeft ter zitting erkend dat verweerder met haar heeft gecommuniceerd dat al voor de ontvangst van de handhavingsverzoeken van 5 en 12 september 2022 verschillende klachten zijn ontvangen van omwonenden over geluidsoverlast. Dat het bestreden besluit voor verzoekster volledig uit de lucht is komen vallen, volgt de voorzieningenrechter daarom niet.
Geen rekening gehouden met belangen verzoekster
3.7
Dat betekent niet dat verweerder verzoekster kan overvallen met de in het geding zijnde last onder dwangsom zonder rekening te houden met de actuele belangen van verzoekster, zoals de lopende landelijke competitie. Verzoekster heeft ter zitting toegelicht dat de padelbanen vooral door de leden in de avonduren worden gebruikt, ook voor trainingen voor wedstrijden. In de maand oktober vindt elke vrijdagavond een landelijke competitie plaats. Die duurt tot 22 oktober 2022. Vanaf november/december start de wintercompetitie, waarbij de wedstrijden ook op vrijdagavond en in de weekenden overdag plaatsvinden. Deze competitie duurt in totaal vijf weken en de wedstrijden worden over een periode van vier maanden verdeeld. Verzoekster vreest dat zij leden zal verliezen indien de padelbanen niet gebruikt mogen worden.
Belangenafweging
4. De voorzieningenrechter zal niet de door verzoekster gevraagde voorlopige voorziening treffen maar een die recht doet aan alle betrokken belangen zoals hieronder in de beslissing bepaald. Met de hierna te treffen voorlopige voorziening kan verzoekster de lopende landelijke competitie afmaken. Ook is er tijd om voor de wintercompetitie zodanige organisatorische maatregelen te nemen dat deze, en padel in het algemeen, voor 20:00 uur kunnen worden gespeeld. Voor de omwonenden geldt dat binnen afzienbare tijd een einde komt aan de geluidsoverlast die van het gebruik van de padelbanen in de avonduren wordt ervaren.

Griffierecht en proceskosten

5. In de toewijzing van het verzoek ziet de voorzieningenrechter aanleiding te bepalen dat verweerder het griffierecht moet vergoeden en dat verzoekster een vergoeding krijgen van haar proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. De hoogte van het te vergoeden griffierecht bedraagt € 365,-. De vergoeding van de proceskosten is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeksters een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 759,-. Deze vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.518,-.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst de in het bestreden besluit opgelegde last onder dwangsom;
- wijzigt de in de tussenbeslissing genomen voorlopige voorziening en bepaalt door middel van deze voorlopige voorziening dat met ingang van 1 november 2022:
1. verzoekster wordt gelast om de overschrijding van de geluidsnormen door padelactiviteiten te beëindigen en beëindigd te houden door te voldoen aan de geluidsnormen in artikel 2.17, eerste lid, onder a, van het Activiteitenbesluit. Dit houdt in dat de padelbanen tot maximaal 20:00 uur gebruikt mogen worden en dat tussen 20:00 uur en 07:00 uur geen padel gespeeld mag worden;
2. aan voornoemde last met betrekking tot de overschrijding van de geluidsnormen door padelactiviteiten een dwangsom te verbinden van € 2.000,- (zegge tweeduizend euro) per constatering met een maximum van € 8.000,- (zegge achtduizend euro);
- bepaalt dat deze voorlopige voorziening geldt tot op het bezwaar is beslist;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 365,- aan verzoekster moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.518,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. A.W. Martens, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 september 2022.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.