Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Slot Revision Message” overgelegd van vlucht LH253. Uit het vluchtrapport van de vlucht LH253 volgt dat de vertraging het gevolg is van meerdere oorzaken, waardoor meerdere codes aan de vertraging zijn gekoppeld. Uit het vluchtrapport van vlucht LH253 volgt dat de vlucht in totaal 36 minuten vertraging had, waarvan 5 minuten vertraging is veroorzaakt wegens code 93, hetgeen staat voor: “
AIRCRAFT ROTATION, late arrival of aircraft from another flight or previous sector”. De resterende vertraging van 31 minuten is veroorzaakt wegens code 81, hetgeen staat voor: “
ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand / capacity problems”. Ten aanzien van de verlate aankomst van de (aan vlucht LH253) voorgaande vlucht, doet de vervoerder geen beroep op een buitengewone omstandigheid.
RESTRICTIONS AT AIRPORT OF DEPARTURE WITH OR WITHOUT ATFM RESTRICTIONS, including Air Traffic Services, start-up and pushback, airport and/or runway closed due to obstruction of weather, industrial action, staff shortage, political unrest, noise abatement, night curfew, special flights”. Deze vertraging is naar het oordeel van de kantonrechter tevens het gevolg geweest van een buitengewone omstandigheid. De kantonrechter verwijst naar hetgeen hiervoor onder 5.6 is overwogen. Gesteld noch gebleken is dat de luchtverkeersleiding de CTOT wegens code 89 heeft opgelegd door toedoen van de vervoerder. AirHelp heeft betwist dat de aan de vlucht opgelegde CTOT een buitengewone omstandigheid vormt, omdat deze CTOT tot een vertraging van 40 minuten heeft geleid, hetgeen volgens AirHelp niet valt aan te merken als een ‘langdurige vertraging’ als bedoeld in overweging 15 van de considerans van de Verordening. AirHelp heeft verzocht om hierover prejudiciële vragen aan Het Hof te stellen. De kantonrechter ziet hier geen aanleiding toe. Een besluit van de luchtverkeersleiding in de zin van paragraaf 15 van de considerans van de Verordening wordt vermoed een buitengewone omstandigheid op te leveren. Dit betekent niet dat een ander besluit van de luchtverkeersleiding geen buitengewone omstandigheid kan opleveren. Daarnaast is naar het oordeel van de kantonrechter de vertraging waarmee de passagiers hun eindbestemming hebben bereikt leidend, zodat wel degelijk sprake is van een langdurige vertraging. Resumerend is van de vertrekvertraging van de vlucht van in totaal 42 minuten, 39 minuten vertraging het gevolg van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.