Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de moeder, ingekomen op 30 maart 2022;
- het bericht van de moeder, ingekomen op 9 mei 2022.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de voornamen van een minderjarige. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F.S.C. Thijsse, verzocht om de tweede voornaam van haar kind te schrappen, omdat deze voornaam een negatieve associatie met de vader met zich meebracht. De vader was niet aanwezig op de zitting, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De minderjarige had eerder zijn mening kenbaar gemaakt aan de kinderrechter, waarin hij aangaf veel last te hebben van zijn tweede voornaam en deze niet meer wilde dragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een zwaarwichtig belang aanwezig is voor het schrappen van de tweede voornaam, gezien de emotionele impact op de minderjarige en het feit dat hij geen band heeft met zijn vader. De rechtbank heeft de moeder in haar verzoek gesteund en gelast dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de wijziging doorvoert. De rechtbank benadrukt dat het schrappen van de naam de afkomst van de minderjarige niet verandert en dat het belangrijk is dat de moeder de minderjarige de ruimte biedt om in de toekomst contact met zijn vader te overwegen.