Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 december 2021, met producties 1-9;
- een bericht van 11 januari 2022 van mr. Schildwacht voornoemd, met een stuk getiteld “conclusie van antwoord”, met producties 1-18;
- een bericht van 12 januari 2022 van mr. Hoyng voornoemd, met drie aanvullende producties (genummerd 5A, 5B en 10);
- de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 13 januari 2022;
- de pleitaantekeningen van de man;
- de pleitnotities van de vrouw.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
25 november 2021 is verlopen. Volgens de man, die hypotheekadviseur is, is het echter een feit van algemene bekendheid dat de (eerste) termijn met drie maanden wordt verlengd, wat in dit geval ook is gebeurd. De termijn loopt dus nog tot 25 februari 2022. Dat is door de vrouw niet (gemotiveerd) betwist.
Het voorgaande is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen.
1.016,00