ECLI:NL:RBNHO:2022:9040

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
C/15/331962 / FA RK 22-4318
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een dementerende man op basis van de Wet zorg en dwang

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 september 2022 een rechterlijke machtiging verleend voor de opname en verblijf van een dementerende man, hierna te noemen betrokkene, op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 16 september 2022, naar aanleiding van het wegloopgedrag en de onveilige verkeersdeelneming van betrokkene. De rechtbank oordeelde dat er geen alternatieven voor opname op een gesloten afdeling konden worden gerealiseerd op de open afdeling waar betrokkene zich bevond, omdat er geen alarmeringssysteem aanwezig was om te signaleren wanneer hij naar buiten wilde gaan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2022 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, zijn advocaat en zorgprofessionals. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek een dementieel syndroom. Ondanks de pleitnota van de raadsman van betrokkene, die stelde dat het wegloopgedrag weinig voorkwam en dat technische voorzieningen het ernstig nadeel konden afwenden, concludeerde de rechtbank dat de veiligheid van betrokkene en anderen in gevaar was. Observaties toonden aan dat betrokkene niet veilig kon deelnemen aan het verkeer, wat leidde tot een aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel.

De rechtbank oordeelde dat de opname en het verblijf noodzakelijk waren om het ernstig nadeel te voorkomen en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden beschikbaar waren. De machtiging werd verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 30 maart 2023. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. W.P. van der Haak, met mr. A. Kuip als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
zaak-/rekestnr.: C/15/331962 / FA RK 22-4318
beschikking van de rechtbank van 30 september 2022,
naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.E. Helder, kantoorhoudende te Bovenkarspel.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift ingekomen ter griffie op 16 september 2022 heeft het CIZ verzocht om afgifte van een rechterlijke machtiging voor de duur van zes maanden ten aanzien van betrokkene.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het indicatiebesluit van 11 februari 2022;
- de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 23 augustus 2022;
- het besluit tot opname en verblijf (art. 21) van het ciz van 30 augustus 2022;
- een afschrift van het zorgleefplan van 1 september 2022;
- een verklaring van de zorgaanbieder [verblijfplaats] , de accommodatie waarin betrokkene is opgenomen, van 5 september 2022;
- de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam] , van 7 september 2022;
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 september 2022, op voornoemde locatie.
1.3.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [zoon van betrokkene] , zoon van betrokkene;
- [specialist ouderengeneeskunde] , specialist ouderengeneeskunde;
- [verpleegkundig specialist] , verpleegkundig specialist;
- [zorgcoördinator] , zorgcoördinator.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten een dementieel syndroom met multifactoriële oorzaak.
2.2.
De raadsman van betrokkene heeft ter zitting gepleit voor afwijzing van het verzoek. Ten aanzien van het ernstig nadeel heeft de raadsman aangegeven dat het wegloopgedrag van betrokkene, dat de voornaamste reden voor deze aanvraag vormt, heel weinig voorkomt. De rechtbank overweegt dat betrokkene al in de thuissituatie beschikte over een GPS-tracker, omdat hij niet altijd de weg naar huis kon vinden en dan was aangewezen op hulp van anderen. De rechtbank stelt op grond van de stukken en de bespreking ter zitting vast dat betrokkene enkele malen per week naar buiten gaat en dat uit observaties van ergotherapeuten en een bewegingsagoog op 9 augustus 2022 volgt dat betrokkene niet meer veilig kan deelnemen aan het verkeer. Deze observaties tonen aan dat betrokkene onvoldoende rekening houdt met andere weggebruikers en dat de veiligheid van hemzelf en medeweggebruikers niet gewaarborgd kan worden. Zo steekt betrokkene over zonder goed te kijken en loopt hij door het rode licht.
De rechtbank is van oordeel dat dit gedrag leidt tot ernstig nadeel, te weten het bestaan van het aanzienlijk risico op:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
De raadsman van betrokkene heeft verder betoogd dat het ernstig nadeel ook middels technische voorzieningen in de vorm van een alarmeringssysteem kan worden afgewend, omdat hiermee in de gaten kan worden gehouden of betrokkene naar buiten wil gaan en betrokkene gezagsgetrouw is, waardoor hij niet naar buiten zal gaan als hij hierop wordt aangesproken.
2.4.
De rechtbank overweegt dat uit de stukken en de behandeling ter zitting volgt dat het niet lukt om op de open afdeling van [verblijfplaats] (locatie [locatie] ) alternatieven voor opname op een gesloten afdeling te realiseren. Het personeel van [verblijfplaats] heeft aangegeven geen alarmeringssysteem voorhanden te hebben of te kunnen aanleggen waarbij de zorg gealarmeerd wordt op het moment dat betrokkene bij de lift staat om naar buiten te gaan. Daarbij heeft de afdeling niet de capaciteit om continu in de gaten te houden of betrokkene aanstalten maakt om naar buiten te gaan en mag het personeel betrokkene niet tegenhouden op het moment dat hij naar buiten wil gaan.
2.5.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de opname en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden en er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Gebleken is dat betrokkene zich verzet tegen de opname en het verblijf.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt dus tot en met 30 maart 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
30 maart 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, in tegenwoordigheid van mr. A. Kuip als griffier en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 oktober 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.