ECLI:NL:RBNHO:2022:909

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 januari 2022
Publicatiedatum
4 februari 2022
Zaaknummer
8828269 \ CV EXPL 20-8719
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Restitutie van vliegtickets na annulering van vlucht door luchtvaartmaatschappij

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door Lawpoint Gerechtsdeurwaarders, een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij Turk Havayollari A.O. (h.o.d.n. Turkish Airlines) wegens de annulering van hun vluchten. De passagiers hebben op 9 oktober 2020 een dagvaarding ingediend, waarna de vervoerder schriftelijk heeft geantwoord. De passagiers hebben vervolgens gereageerd op het verweer van de vervoerder. De kern van de zaak betreft de terugbetaling van de vliegtickets, die door de vervoerder is geweigerd na annulering van de vluchten. De passagiers vorderen een totaalbedrag van € 417,49, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8828269 \ CV EXPL 20-8719
Uitspraakdatum: 19 januari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]

3. [passagier sub 3]

beiden wonende te [woonplaats]
4. [passagier sub 4]wonende te [woonplaats] (Turkije)
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde Lawpoint Gerechtsdeurwaarders
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O. (h.o.d.n. Turkish Airlines)
gevestigd te Istanboel (Turkije) mede kantoorhoudend te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
verschenen bij [naam]

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 9 oktober 2020 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren
2.2.
De vluchten van de passagiers zijn geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben verzocht om terugbetaling van de vliegtickets. De vervoerder heeft geweigerd de vliegtickets terug te betalen.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen - na vermindering van eis bij conclusie van repliek - dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 330,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vluchtdatum;
- € 349,49 aan buitengerechtelijke incassokosten; - de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) De passagiers stellen dat de vervoerder de vluchten van de passagiers heeft geannuleerd. Op grond van artikel 5 lid 1 sub a in samenhang met artikel 8 lid 1 sub a van de Verordening is Turkish Airlines gehouden tot terugbetaling van de vliegticketprijs. Passagier sub 1 heeft een bedrag van € 55,00 te weinig ontvangen, passagiers sub 2 en sub 3 een bedrag van € 13,00 te weinig en passagier sub 4 heeft nog geen terugbetaling ontvangen van zijn aangekochte ticket ter hoogte van € 262,00.
3.3.
De vervoerder is eveneens de wettelijke rente verschuldigd en de buitengerechtelijke incassokosten nu de passagiers genoodzaakt waren om een incassokantoor in te schakelen om hun vordering te verhalen.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder erkent dat hij gehouden is tot terugbetaling van de vliegtickets aan de passagiers. De passagiers hebben echter de vervoerder rauwelijks gedagvaard. De vordering is niet betwist en evenmin afgewezen. De tickets van passagiers sub 1 tot en met 3 zijn voor de eerste roldatum gerestitueerd door de reisagent. Ten aanzien van passagiers sub 4 heeft de vervoerder het bedrag overgemaakt aan de gemachtigde. De passagiers hebben dan ook de zaak onnodig aanhangig gemaakt. Daarnaast worden de buitengerechtelijk incassokosten betwist.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat de vervoerder ten aanzien van passagier sub 1 een bedrag van € 55,00 te weinig heeft gerestitueerd en ten aanzien van passagiers sub 2 en sub 3 een bedrag van € 13,00 te weinig. De vervoerder voert hiertoe aan dat de reisagenten wellicht in verband met servicekosten een bedrag in mindering hebben gebracht. De vervoerder biedt bij conclusie van dupliek aan deze bedragen alsnog te betalen. De kantonrechter vat dit op als een erkenning zodat het bedrag van totaal € 68,00 voor toewijzing gereed ligt.
5.3.
De vervoerder heeft voorts voldoende onderbouwd aangevoerd dat de vliegticketprijs van passagier sub 4 op de derdenrekening van de gemachtigde is overgemaakt. De passagiers hebben dit onvoldoende gemotiveerd weersproken, zodat dit deel van de vordering voor afwijzing gereed ligt.
5.4.
De passagiers hebben hun vordering bij conclusie van repliek gewijzigd in die zin dat zij de wettelijke rente vorderen vanaf de vluchtdatum. De vervoerder heeft dit niet weersproken. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is dan ook als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.5.
Ten aanzien van de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten wordt als volgt overwogen. De passagiers stellen buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt en hebben vergoeding daarvan gevorderd. Voldaan dient te worden aan het vereiste dat alleen redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt kunnen worden toegewezen. In dit geval zijn de kosten in redelijkheid gemaakt. Vast staat dat de gemachtigde de vervoerder in verschillende brieven heeft aangemaand tot terugbetaling van de vliegtickets. De vervoerder betoogt dat deze buitengerechtelijke werkzaamheden nodeloos zijn gemaakt, omdat de vordering is erkend en de vervoerder heeft de passagiers doorverwezen naar het aanknooppunt van de tickets. De kantonrechter verwerpt dit verweer. De vervoerder heeft door middel van de terugbetaling erkend dat hij hiertoe gehouden was en heeft de vordering pas gedeeltelijk voldaan na datum dagvaarding. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is in zoverre verschuldigd dat moet worden aangesloten bij het wettelijke tarief dat hoort bij het een bedrag van € 2.329,92, te weten € 349,49.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 417,49, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.329,92 vanaf de datum van de verschillende vluchten tot aan de dag van voldoening;
6.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 100,89;
griffierecht € 236,00;
salaris gemachtigde € 436,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 109,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt
;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter