In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar Duits recht, een vordering ingesteld tegen KLM Cityhopper B.V. wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 18 december 2019, naar aanleiding van een vertraging van de vlucht van München naar Amsterdam, waardoor de passagier zijn aansluitende vlucht naar Kristiansand heeft gemist. Flightright heeft de vordering gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vervoerder compensatie verschuldigd is. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van € 250,00 toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Flightright niet voldoende had aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan gebruikelijke incassohandelingen. Tevens heeft de kantonrechter geoordeeld dat Flightright als professionele procespartij zorgvuldiger had moeten zijn in de dagvaarding, die fouten bevatte. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 5 oktober 2022.