Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling.
- [minderjarige 1], geboren op [datum 1] 2006 te [plaats] en
- [minderjarige 2], geboren op [datum 2] 2007 te [plaats].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, met als doel de man te veroordelen tot medewerking aan de verkoop van hun gezamenlijk eigendom, een woning. De vrouw en de man hebben een affectieve relatie gehad die in 2019 is beëindigd, en uit deze relatie zijn twee minderjarige kinderen geboren. De vrouw heeft de woning in 2019 verlaten, terwijl de man er nog steeds woont. Partijen hebben eerder afspraken gemaakt over de verdeling van de overwaarde van de woning, maar de vrouw voelt zich benadeeld door de omstandigheden waaronder deze afspraken zijn gemaakt, vooral na het ontvangen van een taxatierapport dat een hogere overwaarde aangaf dan eerder gedacht. De vrouw vordert nu dat de man zijn medewerking verleent aan de verkoop van de woning, op straffe van een dwangsom. De man voert verweer en stelt dat de vrouw de overeenkomst zelf heeft ondertekend en dat hij bereid is de overeengekomen overbedelingssom te betalen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende aanleiding is om te veronderstellen dat de overeenkomst vernietigbaar is wegens misbruik van omstandigheden, maar dat er ook een spoedeisend belang is voor de vrouw. De rechter geeft de man een termijn van twee maanden om te onderzoeken of hij de woning kan overnemen, anders moet de woning verkocht worden. De proceskosten worden gecompenseerd.