Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“10. Nummer 787, ter grootte van ongeveer een hectare elf aren vijfendertig centiaren of zoveel groter of kleiner als na uitmeting door of vanwege de bevoegde landmeter zal blijken, uitmakende een ter plaatse kennelijk aangeduid gedeelte van het weiland aldaar”.Uit onderdeel D van de akte volgt de eigendomsaanvaarding van het weiland nabij de [adres] te [plaats] . Door het plaatsen van een hek hebben [gedaagde] en [yyy] de grens tussen hun beider weilanden vastgesteld. Dat zij geen behoefte hadden aan een kadastrale bepaling van de exacte oppervlakte van nummer 878 doet daar niet aan af. Dat is ook in overeenstemming met de als onderdeel B. opgenomen bijzondere bepaling,
“Het onderhoud van de erfafscheiding, welke geplaatst wordt door de eigenaren van het hiergemelde kadastrale nummer 878 op de nieuw te vormen erfgrens, komt ten laste van beide eigenaren of hun rechtverkrijgende (-n) in eigendom”.