Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
2.[eiser 2]
3.[eiser 3]
VERENIGING VAN EIGENAREN [adres]
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1]
VVE BEHEER HAARLEM BV
Het procesverloop
2.De zaak in het kort
3.Feiten
7.Procedures – ingekomen vragen
4.Het verzoek
Het besluit van de Vereniging nietig te verklaren cq te vernietigen om niet tegen het aangrenzende perceel te procederen om de op de erfgrens aangebrachte balkons te sluiten.
Verzoekers dan wel de Vereniging een vervangende machtiging te verlenen tot het instellen bij de Rechtbank een vordering jegens eigenaar van het aangrenzende perceel om de aangrenzende balkons te sluiten en de privacy van de bewoners van het [adres] te waarborgen;
Jopa te veroordelen in de proceskosten aan de zijde verzoekers.
5.Het verweer
6.De beoordeling
Mocht er op enig moment sprake zijn van overlast, dan kunnen [eiser 1] c.s. hiertegen zelf rechtsmaatregelen nemen: zij hebben de VvE daar niet voor nodig.
De VvE heeft als verweer aangevoerd dat [eiser 1] c.s. geen belang hebben, omdat slechts sprake is van vrees voor overlast casu quo hinder die – zo begrijpt de kantonrechter het standpunt van de VvE – zich nog niet heeft verwezenlijkt. De balkons zijn niet open, omdat er een hek is dicht op de deuren van de hotelkamer naar het balkon. Hierdoor is het (vrijwel) niet mogelijk om het balkon te betreden. Dit verweer is relevant voor de beoordeling van de vraag of Jopa BV in redelijkheid tot verwerping van het voorstel kon komen, omdat hij daarbij ook rekening moest houden met de belangen van de minderheidseigenaren. Het voorstel zag er volgens de notulen op dat de bestuurder van de VvE een proces-volmacht zou verkrijgen om een privaatrechtelijke procedure op te starten zodra de balkons open zouden zijn / gebruikt zouden worden. De notulen vermelden dat de balkons op dat moment niet open / niet in gebruik zijn. De stemming ziet vervolgens op de vraag of de bestuurder een proces-volmacht krijgt om te zijner tijd een proces tegen het hotel te starten indien er – in de ogen van de bewoners – hinder is/dreigt. De minderheidseigenaren/verzoekers hadden volgens het voorstel op dat moment dus (slechts) een toekomstig belang. Onzeker was op dat moment of en zo ja wanneer eventuele hinder zich zou voordoen. Daarnaast is volgens het voorstel het gebruik van de proces-volmacht afhankelijk van de instructie van de minderheidseigenaren/verzoekers, namelijk wanneer zij vinden dat sprake is van hinder. De voorgestelde machtiging is daarmee te onbepaald. Gelet op dat laatste in samenhang met het feit dat volgens de notulen op het moment van besluitvorming nog geen sprake was van hinder waarvoor de proces-volmacht zou kunnen worden gebruikt, heeft Jopa BV als meerderheidseigenaar/verhuurder, mede gelet op zijn eigen belang als hoteleigenaar, in redelijkheid tot verwerping van het voorstel kunnen komen.