ECLI:NL:RBNHO:2022:994
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen faillissementsverklaring van Nederlandse Olie en Vetten B.V.
Op 14 december 2021 heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nederlandse Olie en Vetten B.V. (hierna: Nove) een verzetschrift ingediend tegen het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 30 november 2021, waarbij Nove in staat van faillissement is verklaard. Nove verzocht om vernietiging van dit vonnis, met kosten rechtens. De behandeling van het verzet vond plaats op 25 januari 2022, waar Nove werd vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.F.C. en bestuurder [betrokkene 2]. De tegenpartij, de besloten vennootschap NEWPORT EUROPE B.V. (hierna: Newport), werd vertegenwoordigd door mr. [betrokkene 3].
De rechtbank heeft vastgesteld dat Nove tijdig in verzet is gekomen, zoals vereist door artikel 8 lid 2 van de Faillissementswet. Nove betwistte de vordering van Newport en stelde dat er geen summierlijk gebleken vorderingsrecht was. De rechtbank oordeelde dat voor een faillietverklaring summierlijk moet blijken van feiten die aantonen dat de schuldenaar heeft opgehouden te betalen, wat inhoudt dat er meerdere schuldeisers moeten zijn en dat de schuldenaar niet meer betaalt.
Nove heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een vonnis in kort geding en een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waaruit volgens de rechtbank voldoende summierlijk van de vordering van Newport op Nove blijkt. De rechtbank concludeerde dat de argumenten van Nove niet voldoende waren om aan te tonen dat er sprake was van een kennelijke misslag in de eerdere beslissingen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. W.S.J. Thijs en openbaar uitgesproken op 26 januari 2022.