Uitspraak
1.De procedure
- de akte overlegging aanvullende producties van [eiser] van 6 oktober 2022
2.De feiten
‘De Leninggever(kantonrechter: [eiser])
verstrekt op 01 april 2021 aan de Leningnemer(kantonrechter: [gedaagde])
en de Leningnemer ontvangt van de Leninggever ter leen de som van € 640.061 (zegge: zesduizend vierhonderd enezestig euro), hierna te noemen: ‘de hoofdsom’, door overboeking van het bedrag op bankrekeningnummer […] ten name van [eiser]. […] De lening wordt aangegaan voor huurschuld incasso kosten. […]De Leningnemer is verplicht tegelijk met de rentebetaling op de hoofdsom een bedrag van € 600,- per maand af te lossen. Deze aflossing vindt voor het eerst plaats op de eerste dag van april 2021. De lening zal volledig zijn afgelost op 01 maart 2022.’
‘je hebt allemaal scenario in je hoofd dat je het geld niet terug krijgt terwijl ik dat helemaal niet zeg’. Op de vraag van [eiser]
‘Bedoel je daarmee dat je de afbetaling regeling die je met mij hebt gemaakt niet na gaat komen en niks aan mij gaat betalen?’heeft [gedaagde] gereageerd:
‘nou niet je huur hoor maak je daar maar niet druk om. Heb ik al 1000 keer gezegd.’
‘ik heb aangegeven dat wij het contract hebben ondertekend dat ik niet 600 euro kan aflossen. Jij ging daarmee akkoord toen ik zei als we het bedrag nog bespreken, dan teken ik. […] Ik heb aangegeven bij jou dat ik geen 600 euro in een maand kan betalen, anders zou ik niet ondertekenen. Toen heb ik gezegd dat we het hier nog over zouden hebben. Er is dus geen vast bedrag afgesproken, anders zou ik niet ondertekenen.’Op 3 november 2021 heeft [gedaagde] nog aan [eiser] geschreven:
‘Ik heb er alles aan gedaan om op 01 nov 600 euro te hebben staan op mijn rekening om het naar je over te kunnen maken. Dat is me niet gelukt, je hebt eerder aangegeven niet akkoord te willen gaan met een ander bedrag dus ik heb de hoop opgegeven. […]’Daarop heeft [eiser] gereageerd:
‘300 zou voor nu voldoende zijn.’