ECLI:NL:RBNHO:2023:10134

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
23/1596
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de aanvraag voor een eerste bewonersvergunning voor parkeren in Zandvoort

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een eerste bewonersvergunning voor parkeren. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort afgewezen met een besluit van 20 mei 2022, en het bestreden besluit van 12 januari 2023 bevestigde deze afwijzing. Eiser, woonachtig in Zandvoort, heeft zijn aanvraag ingediend, maar zijn adres is uitgesloten van het verlenen van een bewonersvergunning volgens de Beleidsregels Adressenlijst maximum aantal parkeervergunningen Zandvoort. De rechtbank heeft op 13 juli 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van verweerder aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat er geen schending is van het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank oordeelt dat het parkeerbeleid zorgvuldig is vastgesteld door de gemeenteraad en dat de keuze om geen vergunningen te verlenen aan bepaalde adressen gerechtvaardigd is. Eiser heeft aangevoerd dat het beleid in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat het belang van het reguleren van de parkeerdruk in Zandvoort zwaarder weegt dan het belang van eiser bij het verkrijgen van een vergunning.

Daarnaast heeft eiser gesteld dat het vertrouwensbeginsel is geschonden, omdat hij in eerdere communicatie de indruk had gekregen dat zijn aanvraag zou worden goedgekeurd. De rechtbank oordeelt echter dat er geen ondubbelzinnige toezegging is gedaan die het vertrouwen van eiser rechtvaardigt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/1596

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. S.K. Reijke),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort, verweerder
(gemachtigden: C. Laros - Van der Jagt en M. de Vries).

Inleiding

1.1
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag van eiser voor een eerste bewonersvergunning voor parkeren.
1.2
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 20 mei 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 12 januari 2023 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4
De rechtbank heeft het beroep op 13 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2.1
De rechtbank beoordeelt of verweerder de aanvraag van eiser om een eerste bewonersvergunning voor parkeren terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
2.2
Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
2.3
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Feiten en omstandigheden
3. Eiser is woonachtig op het adres [adres] in [plaats] . Hij heeft bij verweerder een aanvraag ingediend voor een eerste bewonersvergunning voor parkeren.
Bestreden besluit
4. Verweerder heeft de aanvraag voor een eerste bewonersvergunning afgewezen op grond van artikel 1, eerste lid, van de Beleidsregels Adressenlijst maximum aantal parkeervergunningen Zandvoort (de Beleidsregels), omdat het adres van eiser is uitgezonderd in de beleidsregels. Voor de adressen die zijn opgenomen in de beleidsregels is een parkeerplaats op eigen terrein of in de bijbehorende parkeergarage aanwezig. Bij de bouw van de woningen is een parkeernorm gesteld en zijn deze parkeerplaatsen op eigen terrein dan wel inpandig gemaakt. Er zijn in het openbaar gebied onvoldoende parkeerplaatsen voor bewoners om te parkeren. Er worden geen parkeervergunningen afgegeven, zodat bewoners daadwerkelijk gebruik maken van de eigen parkeerplaatsen.
Van schending van het vertrouwensbeginsel is geen sprake, omdat in de e-mail van 16 juni 2022 van de toenmalige projectleider van de afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte en in de e-mail van 6 juli 2022 van een juridisch adviseur van de afdeling Juridische Zaken geen concrete, ondubbelzinnige toezegging is gedaan door een bevoegd persoon. Er is alleen gesproken over het doen van een aanvraag voor een parkeervergunning. Dit impliceert niet dat de aanvraag wordt toegewezen.
Is het evenredigheidsbeginsel geschonden?
5.1
Eiser voert aan dat hij begrijpt dat er problematiek is met betrekking tot parkeren en dat de parkeerdruk in het centrumgebied hoog is terwijl de parkeervoorzieningen daar beperkt zijn. Dat een strenger parkeerbeleid is opgesteld acht eiser dan ook niet vreemd. De Parkeerverordening 2022 (de Parkeerverordening), Nadere regels Parkeerverordening Zandvoort (de Nadere regels) en de Beleidsregels zijn echter alleen enkel streng te noemen voor de adressen die zijn opgenomen op de adressenlijst in de Beleidsregels. Het parkeerbeleid is daarmee direct in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Wat eiser vooral stuit is dat bewoners van de adressen die niet in de Beleidsregels zijn opgenomen op grond van artikel 4, zesde lid, van de Nadere regels recht hebben op ongelimiteerde tweede bewonersvergunningen. Dit betekent dat indien de directe overburen van eiser de beschikking zouden hebben over zes auto’s, zij recht hebben op vijf tweede bewonersvergunningen. Dit terwijl eiser geen recht heeft op een tweede bewonersvergunning, enkel en alleen omdat hij de beschikking heeft over één enkele parkeerplaats.
5.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat het parkeerbeleid zorgvuldig tot stand is gekomen en is vastgesteld door de gemeenteraad. De adressenlijst is opgesteld met een doel, welke ook expliciet in de afwijzing is genoemd. In de Parkeerverordening zijn adressen opgenomen waarvoor geen parkeervergunning kan worden aangevraagd.
5.3
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van schending van het evenredigheidsbeginsel. Verweerder heeft met artikel 1 van de Beleidsregels invulling gegeven aan zijn bevoegdheid om parkeervergunningen te verlenen. In zowel het bestreden besluit als in het verweerschrift heeft verweerder afdoende gemotiveerd waarom er voor is gekozen om aan de bewoners van de adressen die zijn opgesomd in artikel 1 van de Beleidsregels geen parkeervergunning te verlenen. Die keuze is, gelet op het belang van het reguleren van de parkeerdruk in Zandvoort, ook geschikt en noodzakelijk. Die keuze is het gevolg van de gehanteerde parkeernorm bij verlening van de omgevingsvergunning voor de bouw van de woningen waarin in eiser woont. Daarin onderscheidt het adres van eiser zich met adressen waar mogelijk meer parkeervergunningen kunnen worden verleend. Verweerder heeft het belang van het reguleren van de parkeerdruk in Zandvoort zwaarder mogen laten wegen dan het belang van eiser bij het verkrijgen van een parkeervergunning. De beroepsgrond slaagt niet.
Is het vertrouwensbeginsel geschonden?
6.1
Eiser voert aan dat uit de e-mail van 16 juni 2022 kan worden opgemaakt dat eiser na het indienen van een aanvraag de bewonersvergunning verleend zou krijgen en de kosten voor de vergunning € 120,- per jaar zou bedragen. Dat dezelfde medewerker in een latere e-mail op 20 juni 2022 aangeeft dat zij eiser foutief heeft geïnformeerd en dat hij toch niet in aanmerking komt voor een bewonersvergunning doet daar niets aan af. Voorts blijkt uit de e-mail van 6 juli 2022 dat een concrete en ondubbelzinnige toezegging is gedaan door een bevoegd persoon. De toezegging heeft een gerechtvaardigd vertrouwen gewekt bij eiser, mede omdat specifiek is benoemd dat de bezwaren zijn bekeken waarna een beslissing op bezwaar is genomen. Verweerder besluit echter pas op 12 januari 2023 dat aan eiser geen bewonersvergunning voor parkeren wordt verstrekt.
6.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de communicatie rond de afhandeling van het bezwaarschrift van eiser heeft gehaperd. Deze hapering heeft er echter niet toe geleid dat sprake is van een ondubbelzinnige toezegging, waarop eiser kon vertrouwen. Uit de mailwisseling met de projectleider blijkt dat eiser in eerste instantie op 16 juni 2022 verkeerd is geïnformeerd over de bewonersvergunning, maar dit is in de e-mail van 20 juni 2022 gecorrigeerd. Per abuis is op 6 juli 2022 aan eiser een e-mail gestuurd waarin staat dat hij alsnog een aanvraag kan doen. Op 13 juli 2022 heeft de secretaris van de bezwaarcommissie geconstateerd dat het bewaar van eiser anders was dan de andere bezwaren en als bezwaar tegen de afwijzing behandeld moest worden. Het feit dat eiser de berichtgeving vanuit de gemeente verwarrend vindt wijst er op dat geen sprake is van een concrete en ondubbelzinnige toezegging.
6.3
De rechtbank is van oordeel dat het vertrouwensbeginsel niet is geschonden. Weliswaar wordt in de e-mails van 16 juni 2022 en 6 juli 2022 aangegeven dat eiser een parkeervergunning kan aanvragen, maar in deze e-mails wordt niet concreet en dubbelzinnig toegezegd dat de parkeervergunning ook daadwerkelijk wordt verleend. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 augustus 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Parkeerverordening 2022
Artikel 3. Vergunningverlening
1. Het college kan een vergunning verlenen voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.
2. Een vergunning kan worden verleend aan:
a. een houder van een motorvoertuig die volgens de BRP ingeschreven staat op een adres binnen een vergunninggebied ten behoeve van het parkeren van dat motorvoertuig bij de woning (bewonersvergunning);
Artikel 4. Bevoegdheid college tot het stellen van nadere regels
1. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het aanvragen, verlenen en gebruiken van een vergunning.
2. Het college kan een maximum aantal vergunningen instellen dat voor een adres kan worden verleend, waarbij dat maximum ook nul kan zijn.
Nadere regels parkeerverordening [plaats]
Artikel 4 Bewonersvergunning
1. Een bewonersvergunning kan worden verleend aan een houder van een motorvoertuig die volgens de BRP ingeschreven staat op een adres binnen vergunninggebied Centrum, Oud Noord, Nieuw Noord of Zuid.
3.Een bewonersvergunning wordt verleend als eerste bewonersvergunning tenzij:
c. het adres is uitgesloten van het verlenen van een bewonersvergunning in de Beleidsregels Adressenlijst maximum aantal parkeervergunningen [plaats] .
De bewonersvergunning wordt dan als tweede bewonersvergunning verleend behoudens het bepaalde in het vijfde lid.
5.Een bewonersvergunning wordt verleend als tweede bewonersvergunning indien:
a. op het adres van aanvrager reeds een eerste bewonersvergunning is verleend of;
b. het adres van de aanvrager beschikt over een parkeerplaats op eigen terrein, voor dit adres een poetregistratie als bedoeld in artikel 5 is gedaan en de bewonersvergunning niet wordt aangevraagd voor het kenteken waarvoor deze poetregistratie is gedaan;
tenzij het adres is uitgesloten van het verlenen van een bewonersvergunning in de Beleidsregels Adressenlijst maximum aantal parkeervergunningen [plaats] .
Beleidsregels Adressenlijst maximum aantal parkeervergunningen [plaats]
Artikel 1 Adressen waarvoor op basis van artikel 4 lid 2 parkeerverordening een maximum aantal vergunningen wordt ingesteld
1.Voor de volgende adressen wordt geen bewonersvergunning, 2e woningvergunning, verhuisvergunning en/of bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 4, 7, 9 en 11 van de Nadere regels Parkeerverordening [plaats] verleend:
• Cornelis Slegersstraat 9, 9b, 11, 11a tot en met 11e, 13 a tot en met 13g, 15a tot en met 15e, 17 en 19;
• Gasthuisplein 3;
• Grote Krocht 1;
• Haltestraat 8A tot en met 8I;
• Koningstraat 44 tot en met 70 (even);
• Louis Davidscarré 1 tot en met 13;
• Louis Davidsstraat 20, 22, 24, 28, 30, 34, 36, 42, 44, 46, 48, 52, 54, 56, 58, 60, 64, 68, 70, 72, 74, 78, 82, 90, 92 en 94;
• Prinsesseweg 1, 2a, 2b, 2c, 3, 4a-1, 4a-2, 4b-1, 4b-2, 4b-3, 4c-1, 4c-2, 4c-3, 4d-1, 4d-2, 4d-3, 4e-1, 4e-2, 4e-3, 4f-1, 4f-2, 4f-3, 4g-1, 4g-2, 4g-3, 4h-1, 4h-2, 4h-3, 5, 6a tot en met 6g, 7, 8a-1, 8a-2, 8a-3, 8b-1, 8b-2, 8b-3, 8c-1, 8c-2, 8c-3, 8d-1, 8d-2, 8d-3, 8e-1, 8e-2, 8e-3, 8f-1, 8f-2, 8f-3, 8g-1, 8g-2, 8g-3, 8h-1, 8h-2, 8h-3, 9, 10, 10a, 11, 13, 14a tot en met 14g, 15, 16a tot en met 16f, 17, 18a tot en met 18f, 19, 20a tot en met 20f, 21, 22a tot en met 22f en 23 tot en met 57 (oneven).