Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitaantekeningen van [eiser] ,
- de spreekaantekeningen van [gedaagden] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap (hierna: eiser) en twee gedaagden die een woning huren van eiser. Eiser vorderde toegang tot de woning voor inspectie en het snoeien of verwijderen van bomen in de tuin van gedaagden, die volgens eiser overlast zouden veroorzaken. De procedure begon met een dagvaarding op 30 augustus 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 2 oktober 2023. Eiser stelde dat de bomen te groot waren en dat er sprake was van overlast voor omwonenden, terwijl gedaagden betwistten dat er sprake was van spoedeisend belang en dat de bomen ongezond of gevaarlijk waren.
De kantonrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor de vordering tot verwijdering of snoeien van de bomen, aangezien deze al lange tijd aanwezig waren en geen directe gevaren opleverden. De rechter concludeerde dat de overlast niet zodanig ernstig was dat deze als onrechtmatig moest worden gekwalificeerd. Ook de vordering om de woning te inspecteren werd afgewezen, omdat eiser niet voldoende noodzaak had aangetoond voor een inspectie zonder specifiek doel. De kantonrechter wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde eiser in de proceskosten van gedaagden, vastgesteld op € 793,-.