ECLI:NL:RBNHO:2023:10275

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
10143978 \ CV EXPL 22-6049
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot restitutie en compensatie bij instapweigering van passagiers

In deze zaak hebben de passagiers, die een ticket hadden geboekt via Booking.com voor een reis van Amsterdam naar Manila met een overstap in Zürich, een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Swiss International Air Lines AG, wegens instapweigering. De passagiers vorderden restitutie van de ticketprijzen en compensatie op grond van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de passagiers zelf hadden besloten om niet aan boord te gaan, ondanks dat zij waren geïnformeerd over een vertraging van hun vlucht. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers niet voldoende bewijs hadden geleverd dat zij zich tijdig bij de incheckbalie hadden gemeld en daadwerkelijk hadden geprobeerd te boarden. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er sprake was van instapweigering. De vordering tot restitutie en compensatie werd afgewezen, en de passagiers werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 17 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10143978 \ CV EXPL 22-6049
Uitspraakdatum: 17 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. D. Hazenberg (DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Swiss International Air Lines AG Swiss International Air Lines SA Swiss International Ltdhandelend onder de naam
SWISS INTERNATIONAL AIR LINES LTD
gevestigd te Bazel (Zwitserland)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. L.E. Schalk (Russell Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 29 september 2022 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben bij Booking.com een ticket geboekt voor de volgende vluchten:
- van Amsterdam Schiphol Airport via Zürich (Zwitserland) en Singapore (Singapore) naar Manila (Filipijnen) op 22 en 23 april 2022 met de vluchtcombinatie LX725, LX176 en PR502 (hierna: de heenvlucht);
- Manila (Filipijnen) via Singapore (Singapore) en Zürich (Zwitserland) naar Amsterdam Schiphol Airport op 28 mei 2022 (hierna: de terugvlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vluchten uitgevoerd.
2.3.
De passagiers zijn niet meegevlogen.
2.4.
De passagiers hebben restitutie van de betaalde ticketprijzen en compensatie gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.681,73, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 juni 2022 dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 475,74 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de instapweigering van passagier sub 1 gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van
€ 600,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers op grond van artikel 8 van de Verordening aanspraak op restitutie van de betaalde ticketprijzen tot een bedrag van
€ 1.481,73.
3.4.
De vervoerder betwist de vordering. Op het verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vraag die voorligt is of sprake is van instapweigering als bedoeld in artikel 4 van de Verordening. De kantonrechter overweegt als volgt. De passagiers hebben gesteld dat passagier sub 1 de toegang tot de heenvlucht is geweigerd omdat hij niet over een geldig visum zou beschikken. De vervoerder betwist de gestelde instapweigering en heeft aangevoerd dat hij geen reden had om passagier sub 1 te weigeren bij het instappen. Voor passagier sub 1 gold – als partner van passagier sub 2, te weten een Balikbayan, immers een uitzondering op het visumvereiste.
4.3.
Volgens de vervoerder hebben de passagiers zelf besloten om niet aan boord van vlucht LX725 te gaan. Op 22 april 2022 zijn de passagiers per e-mail op de hoogte gebracht van de vertraging van vlucht LX725. Door deze vertraging zouden de passagiers mogelijk hun overstap in Zürich missen. De vervoerder heeft aangevoerd dat de passagiers naar aanleiding van dit bericht telefonisch contact hebben opgenomen met de vervoerder. In dit telefoongesprek zijn de passagiers geadviseerd om, ondanks de vertraging, de reis voort te zetten. Hierbij is hen medegedeeld dat zij in Zürich omgeboekt zouden worden op de eerstvolgende vervangende vlucht(en) naar hun eindbestemming. Ter onderbouwing hiervan heeft de vervoerder een uitdraai uit het computerreserveringssysteem PNR overgelegd:
PAX CALLED TO NOTIFY US ABT THE TIME CHANGE / I ADVSD PAX TO DO CONTINUE THE JOURNEY IN ZURICH PAX WILL BE REBOOKED. De passagiers hebben vervolgens opnieuw telefonisch contact opgenomen met de vervoerder. In dit telefoongesprek hebben zij aangegeven de vlucht te willen annuleren. De passagiers zijn geadviseerd om dit aan de check-in balie te doen (
PAX CALLED TO OFFLOAD PAX / ADVSD TO DO THAT AT THE CHECK IN COUNTER). De passagiers hebben vervolgens nogmaals contact opgenomen met de vervoerder om te vragen of zij nog steeds ingecheckt waren op vlucht LX725. De passagiers zijn vervolgens medegedeeld dat zij niet ingecheckt waren. Omdat de tickets niet rechtstreeks door de passagiers zijn geboekt, maar via een reisagent, zijn de passagiers geadviseerd contact op te nemen met de reisagent (
PAX CLD TO ASK IF HE IS STILL CHECKED IN // ADV NOT CHECKED IN // SINCE TA BOOKING ASK TO CONTACT TA).
4.4.
De kantonrechter merkt op dat de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de gestelde instapweigering rust op de passagiers; zij beroepen zich immers op het rechtsgevolg van die stelling, te weten het recht op restitutie en compensatie op grond van de Verordening. Het had dan ook op de weg van de passagiers gelegen om, mede gelet op het gemotiveerde verweer van de vervoerder, meer feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit de juistheid van hun stelling kan volgen. Weliswaar hebben de passagiers voldoende aannemelijk gemaakt dat voor passagier sub 1 een uitzondering op het visumvereiste gold, maar hieruit blijkt niet dat de passagiers zich tijdig hebben gemeld bij de incheckbalie en ook daadwerkelijk hebben geprobeerd om te boarden. Nu de passagiers hebben nagelaten om hun stelling met stukken te onderbouwen, is niet komen vast te staan dat sprake was van instapweigering voor de vlucht. De vordering tot restitutie en compensatie zal dan ook worden afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 464,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 116,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter