Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
In aanmerking nemendeDat de verhuurder eigenaar is van een roerende zaak, hierna te noemen het gehuurde, staande en gelegen aan het [adres] te [plaats 1].Dat het gehuurde aan de verhuurder en aan de huurder genoegzaam bekend is, zodat daarvan geen nadere omschrijving nodig is (…)1. Deze huurovereenkomst is ingegaan op 1 januari 2021(…)AlgemeenDe huurovereenkomst betreft de kiosk met de naam “[bedrijf 2]”gelegen aan het [adres] op de strandafrit met het recht van gebruik en de huurovereenkomst met de gemeente [plaats 1].(…)BetalingsconditiesDe huurprijs per jaar bedraagt € 21.000,00 excl. btw voor het gehuurde.(…)Voor de inventaris wordt een bedrag ad € 25.000,00 excl. btw gerekend ter overname, welk te is betalen voor aanvang van de exploitatie.
Verkoop:De verkoop geschied per datum 01 januari 2025, of zover anders bepaald door overeenstemming tussen beide partijen.De verkoopprijs van het bedrijf, met gebruik van de naam en de gemeentelijke vergunning bedraagt € 100.000,00 (…).Te leveren object en toebehorenHet bedrijf Kiosk [bedrijf 2] wordt in zijn geheel verkocht aan de kopers voor de in dit contract vermelde verkoopprijs. (…)
€ 96.000,00 en € 2.000,00 ontvangen.
3.De vordering
- € 27.527,50 ter zake van de huurtermijnen vanaf januari 2022 tot en met januari 2023;
- € 48.702,50aan (toekomstige) huur tot de einddatum van de huurovereenkomst;
- € 1.158,01 ter zake de rente tot 18 januari 2023;
- € 1.537,30 ter zake de buitengerechtelijke kosten;
te vermeerderen met wettelijke rente en kosten