ECLI:NL:RBNHO:2023:10605

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
C/15/344240 / KG ZA 23-503
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van onrechtmatige publicaties in online krant deels toegewezen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde1] en Stichting De Orkaan. [Eiser], een ondernemer en bestuurslid van de Stichting UITdeZaanstreek, vorderde rectificatie van onrechtmatige publicaties die door [gedaagde1] in de online krant De Orkaan waren geplaatst. De publicaties bevatten beschuldigingen over [eiser] met betrekking tot de organisatie van de Zaanse UITmarkt en de subsidieaanvraag bij de gemeente Zaanstad. De voorzieningenrechter oordeelde dat de beschuldiging dat [eiser] de gemeente Zaanstad zou hebben misleid bij de subsidieaanvraag onjuist was en dat deze publicatie onrechtmatig was. De rechter gebiedde [gedaagde1] en Stichting De Orkaan om binnen 48 uur een rectificatie op hun website te plaatsen en de onrechtmatige beschuldiging te verwijderen. De vordering van [eiser] om een rectificatie te plaatsen werd deels toegewezen, terwijl andere vorderingen werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/344240 / KG ZA 23-503
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2023
in de zaak van
[eiser] (ook geschreven als [eiser]),
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. R.P. de Vries te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde1],

wonende te [woonplaats],
advocaat mr. R. Brekhoff te Amsterdam.
2. de stichting
STICHTING ZAANS MEDIA PLATFORM DE ORKAAN,
gevestigd te Assendelft,
verschenen in de persoon van haar bestuurder [A],
gedaagden,
Partijen zullen hierna [eiser], [gedaagde1] en Stichting De Orkaan genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de producties van de zijde van [gedaagde1]
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiser]
  • de pleitnota van [gedaagde1]
  • de schriftelijke verklaring van [eiser].
1.2.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling op 11 oktober 2023 zijn verschenen [eiser], bijgestaan door mr. De Vries voornoemd, [gedaagde1], bijgestaan door mr. Brekhoff voornoemd en namens Stichting De Orkaan de heer [A], bestuurder.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft een ontwerp- en communicatiebureau, [naam],. [eiser] is daarnaast bestuurslid van de Stichting UITdeZaanstreek en heeft vanuit die stichting vanaf 2017 meermalen de Zaanse UITmarkt georganiseerd.
2.2.
De Orkaan is een online krant. De exploitatie van De Orkaan is sinds 25 november 2020 ondergebracht bij Stichting De Orkaan. De journalistieke inhoud is in handen van [gedaagde1] en zijn mederedacteur mevrouw [B.] (hierna: [B.]). In De Orkaan zijn meerdere artikelen gepubliceerd over de Zaanse UITmarkt.
2.3.
Na de editie van de Zaanse UITmarkt van 2022 heeft [eiser] besloten om de organisatie van volgende edities van de UITmarkt over te dragen aan een geschikte opvolger.
2.4.
In verband met de daarvoor geldende deadline heeft [eiser] vóór 1 oktober 2022 namens Stichting UITdeZaanstreek een subsidieaanvraag ingediend bij de gemeente Zaanstad voor de Uitmarkt 2023.
2.5.
Omstreeks april 2023 heeft [eiser] een geschikte opvolger gevonden voor de organisatie van de Zaanse UITmarkt, te weten de heer [C.] (hierna: [C.]), ook betrokken bij de organisatie van de Hembrug Happening.
2.6.
In De Orkaan zijn door [gedaagde1] in de periode van 13 juni 2023 tot en met 8 juli 2023 een aantal artikelen gepubliceerd over de organisatie van de Zaanse UITmarkt en over [eiser]. Het gaat om de volgende artikelen:
Uitmarkt wordt onderdeel Hembrug Happening – update d.d. 13 juni 2023
Zaanse UITmarkt op losse schroeven d.d. 14 juni 2023
Einde UITmarkt? d.d. 4 juli 2023
Zaanse UITmarkt gaat niet door, maar waarom eigenlijk? d.d. 5 juli 2023
Zaanstad wil nog steeds een UITmarkt d.d. 8 juli 2023.
2.7.
In zijn column UITgesproken in het UITdeZaanstreek magazine van juli/augustus 2023 is [eiser] onder de kop
‘UITmarkt of UIT met de markt?’ingegaan op de publicaties in De Orkaan op 13 en 14 juni 2023 en heeft hij benadrukt dat de beschuldigingen over hem en de Zaanse UITmarkt niet kloppen.
2.8.
[eiser] heeft op 7 juli 2023 [gedaagde1] aangeschreven dat de berichtgeving op 13 juni 2023, 14 juni 2023 en 5 juli 2023 over hem en de Zaanse UITmarkt onjuist was en dat hij voornemens was een advocaat in te schakelen en een klacht in te dienen bij de Raad van Journalistiek. Hij heeft [gedaagde1] en (de voorzitter van) Stichting De Orkaan verzocht de berichtgeving te rectificeren op de door hem in zijn brief genoemde punten.
2.9.
In de publicatie van 8 juli 2023 in De Orkaan heeft [gedaagde1] gepubliceerd dat [eiser] inmiddels rectificatie heeft geëist van de berichtgeving over hem en over de Zaanse UITmarkt en dat [eiser] als geen rectificatie volgt naar de Raad voor de Journalistiek zal stappen. Daaronder wordt onder ‘Lees ook:’ verwezen naar de eerdere publicaties.
2.10.
Op 11 juli 2023 heeft [B.] namens Stichting De Orkaan laten weten dat De Orkaan bereid is feitelijke onjuistheden te corrigeren, maar dat zij behalve de schrijfwijze van UITdeZaanstreek in het artikel, geen feitelijke onjuistheden heeft geconstateerd.
2.11.
Op 27 juli 2023 heeft DAS Rechtsbijstand (hierna: DAS) het bestuur van Stichting De Orkaan aangeschreven en aansprakelijk gesteld voor de door [eiser] en zijn onderneming geleden en nog te lijden schade als gevolg van onrechtmatig handelen door Stichting De Orkaan en haar gesommeerd binnen vijf dagen een rectificatie te plaatsen.
De Orkaan heeft aan deze sommatie geen gevolg gegeven maar meegedeeld eveneens een advocaat te zullen inschakelen en dat een reactietermijn van vijf dagen te kort is.
2.12.
In een brief van 7 augustus 2023 heeft DAS namens [eiser] Stichting De Orkaan gesommeerd om uiterlijk vóór 10 augustus 2023 te 12.00 uur de gevraagde rectificatie te plaatsen.
2.13.
In reactie op deze brief heeft [gedaagde1] per e-mail van 7 augustus 2023 namens Stichting De Orkaan laten weten dat de sommatie is gericht aan het bestuur, maar dat het bestuur niet de optie heeft om te rectificeren omdat die bevoegdheid bij de redactie rust en dat niet op het verzoek zal worden ingegaan.
2.14.
Partijen zijn vervolgens met elkaar in overleg gegaan. De uitkomst van dat overleg was dat eind augustus 2023 een interview met [eiser] gehouden zou worden, met name over de drie belangrijkste geschilpunten: de vergoeding (hoogte, doel), de ‘misleiding’ (was bekend dat het evenement anders georganiseerd zou worden toen subsidie werd aangevraagd) en de verantwoordelijkheid voor het niet-doorgaan van de Uitmarkt (komt dat door de berichtgeving in De Orkaan). Verder werd afgesproken dat [eiser] na het interview het volledige artikel ter inzage zou krijgen, waarbij correctie of aanvulling van feitelijke onjuistheden was toegezegd en dat, als [eiser] het na de aanvulronde niet eens was met de strekking van het artikel, hij ervoor mocht kiezen om het artikel niet te laten publiceren. Tot slot zou bij de vijf artikelen waartegen [eiser] bezwaar had gemaakt een link naar het interview geplaatst worden.
2.15.
Aan deze afspraken is uiteindelijk geen uitvoering gegeven, omdat partijen het niet eens konden worden over de wijze waarop aan het interview uitvoering zou worden gegeven.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
3. [gedaagde1] en Stichting De Orkaan zal gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis bovenaan op de homepage van de website www.deorkaan.nl, een rectificatie te plaatsen, zoals vermeld in de dagvaarding;
Primair:
II. [gedaagde1] en Stichting De Orkaan zal gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de volgende beschuldigingen van de website www.deorkaan.nl, althans alle websites en sociale media die onder het beheer van gedaagde vallen, te verwijderen en verwijderd te houden:
1. dat [eiser] een bedrag van € 10.000,- aan goodwill heeft gevraagd;
2. dat [eiser] voor de overdracht van de Zaanse UITmarkt een vergoeding voor zichzelf heeft bedongen;
3. dat [eiser] de gemeente Zaanstad bij een subsidieaanvraag zou hebben misleid;
Subsidiair:
III. [gedaagde1] en Stichting De Orkaan zal gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis op de pagina van de ‘publicaties’- aangaande de heer [eiser] - een rectificatie te plaatsen, zoals vermeld in de dagvaarding,
een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde1] en/of Stichting De Orkaan in de kosten van deze procedure, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde1] en Stichting De Orkaan onrechtmatig hebben gehandeld jegens hem. Hij voert daarvoor het volgende aan.
De beschuldigingen van [gedaagde1] in de artikelen in De Orkaan aan het adres van [eiser] zijn onnodig grievend en hebben een onvoldoende feitelijke basis waardoor ze een onrechtmatige schending opleveren van zijn eer en goede naam. De Orkaan lijkt op het eerste gezicht een lokale online krant voor de inwoners van de Zaanstreek, maar uit de gepresenteerde statistieken op de website van De Orkaan blijkt dat die website maandelijks 450.000 keer wordt bezocht en dat de nieuwsbrief wordt verstuurd naar 3.600 mensen, zodat De Orkaan een groot bereik heeft. Verder schrijft De Orkaan over zichzelf dat zij een onafhankelijk en professioneel nieuwsmedium is dat zorgvuldige journalistiek bedrijft en dat andere media zoals FD, AD, NRC en De Volkskrant, in toenemende mate het nieuws van De Orkaan overnemen. Dit betekent volgens [eiser] dat publicaties in De Orkaan gezag genieten en dat de gemiddelde lezer al snel op het waarheidskarakter van de berichtgeving zal vertrouwen.
De vermelding in de artikelen dat de vergoeding alleen op goodwill betrekking heeft is niet juist want de vergoeding ziet ook op zaken als concept/merk, huisstijl, website, merchandise, munten, banieren, en advertentie- en contentpagina’s in het UITmagazine. Ook de beschuldiging dat het zou gaan om een privévergoeding voor [eiser] is niet terecht. De vergoeding is bedoeld voor stichting UITdeZaanstreek in verband met voor die zaken door de stichting reeds gemaakte kosten. Verder wordt ten onrechte gesuggereerd dat hij gemeenschapsgeld voor zichzelf en dus voor een oneigenlijk doel wilde gebruiken en wordt hij ervan beschuldigd de gemeente Zaanstad te hebben misleid met onjuiste informatie in de subsidieaanvraag. De inkomsten van de stichting bestaan voor 50% uit subsidiegeld en dit subsidiegeld is niet onrechtmatig gebruikt. Ten tijde van de subsidieaanvraag heeft hij overleg gehad met de gemeente over zijn voornemen om de organisatie van de UITmarkt over te dragen aan een opvolger, waarbij toen in overleg is besloten dat hij de subsidieaanvraag zou indienen, gelet op de naderende deadline, om zo de eventuele organisatie van een Zaanse UITmarkt 2023 veilig te stellen.
De feitelijke beschuldigingen zijn gepubliceerd op stellige wijze, zonder voorbehoud, terwijl een journalist ook de plicht heeft om belastende verklaringen uit een interview met een bron eerst te verifiëren, zelfs als het medium de beschuldigingen niet tot de hare heeft gemaakt. Als gevolg van de beschuldigingen moet [eiser] zich regelmatig verantwoorden ten opzichte van klanten van zijn bedrijf en heeft [C.] uiteindelijk de beoogde samenwerking opgezegd. Bovendien loopt hij onomkeerbare reputatieschade op doordat mogelijke klanten van zijn bedrijf bij een onderzoek naar hem op het internet ook op deze beschuldigingen stuiten.
3.3.
[gedaagde1] voert verweer. Hij betwist dat sprake is van onrechtmatige beschuldigingen en voert daarvoor het volgende aan. Hij heeft zich bij de publicaties gebaseerd op meerdere bronnen en hij heeft [eiser] meermalen benaderd om zijn kant van het verhaal te horen, maar [eiser] wilde zelf de redacteuren van De Orkaan niet te woord staan. [gedaagde1] wijst er op dat hij als journalist recht heeft op vrijheid van meningsuiting en dat zowel het Europese Hof voor de Rechten van de Mens als de Nederlandse rechter de vrijheid van meningsuiting zien als een essentiële bouwsteen voor een democratische samenleving waarin de pers een vitale rol vervult als publieke waakhond. De beschuldigingen waartegen [eiser] opkomt vinden voldoende steun in de feiten.
De vraag om een overnamesom door [eiser] was niet terecht omdat uit het kostenoverzicht bij de Aanvraag Evenementensubsidie Zaanse UITmarkt 2023 van Stichting UITdeZaanstreek blijkt dat in de begroting met alle kosten die volgens [eiser] onder de goodwill vallen al rekening is gehouden zodat de genoemde kosten door gemeenschapsgeld waren gedekt en er geen reden was om die bij de overnemende partij in rekening te brengen. In de subsidieaanvraag wordt ook geen melding gemaakt van een overdrachtsom,
Er was een tip ontvangen dat de gang van zaken rond de Uitmarkt 2023 niet in overeenstemming was met de subsidieaanvraag en omdat het hier gaat om een belangrijk evenement waarvoor gemeenschapsgeld ter beschikking wordt gesteld was het zijn taak om deze misstand aan de kaak te stellen. Het staat vast dat [eiser] ten tijde van de subsidieaanvraag al had besloten het stokje over te dragen, terwijl daarover niets vermeld is in de subsidieaanvraag waarin juist wordt vermeld dat [eiser] de organisator zal zijn. In het plan van aanpak in de subsidieaanvraag is vermeld wie wat wanneer zal doen in het kader van de organisatie van de Uitmarkt 2023, maar daarvan is niets terecht gekomen. De gemiddelde lezer wordt dus misleid door de inhoud van de aanvraag. De gemeente heeft wel verklaard dat zij op de hoogte was, maar onduidelijk is wanneer de gemeente hiervan precies op de hoogte was.
De Orkaan en hijzelf hebben aangeboden [eiser] in een interview weerwoord te laten bieden, maar het is niet tot een interview gekomen omdat ze met [eiser] geen overeenstemming konden bereiken over de wijze waarop het interview zou plaatsvinden.
3.4.
Stichting De Orkaan heeft zich bij monde van haar bestuurder [A] volledig aangesloten bij het verweer van [gedaagde1] en daar niets aan toegevoegd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om een botsing tussen fundamentele grondrechten, te weten het recht op vrijheid van meningsuiting beschermd door artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM, en het recht op bescherming van de eer en goede naam en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer beschermd in artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 EVRM.
Bij deze fundamentele rechten staan twee maatschappelijke belangen tegenover elkaar, namelijk aan de ene kant het belang van [gedaagde1] en/of Stichting De Orkaan om zich in het openbaar kritisch, informerend en/of waarschuwend te kunnen uitlaten over (beweerdelijk aanwezige) misstanden en aan de andere kant het belang van [eiser] om niet te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen die afbreuk doen aan zijn integriteit, geloofwaardigheid, eer en goede naam. Welke van deze twee belangen de doorslag behoort te geven, hangt af van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de geuite verdenkingen, de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie de verdenkingen betrekking hebben, de ernst van de misstand welke de uitlatingen aan de kaak willen stellen, de mate waarin deze verdenkingen steun vinden in beschikbaar feitenmateriaal, de mate van waarschijnlijkheid dat ook op een andere, voor de wederpartij minder schadelijke manier, zaken aan de orde gesteld hadden kunnen worden, het gezag dat derden zullen toerekenen aan de persoon die de uitlatingen deed en het gedrag en de positie van de benadeelde.
4.2.
[eiser] heeft gesteld dat [gedaagde1] in De Orkaan drie onrechtmatige uitlatingen over hem heeft gedaan in zijn publicaties, namelijk:
[eiser] heeft een bedrag van € 10.000,- aan goodwill gevraagd;
[eiser] heeft voor de overdracht van de Zaanse UITmarkt een vergoeding voor zichzelf bedongen;
[eiser] heeft de gemeente Zaanstad bij een subsidieaanvraag misleid.
De voorzieningenrechter zal deze drie punten hierna afzonderlijk bespreken.
De uitlating dat [eiser] een bedrag van € 10.000,- aan goodwill heeft gevraagd
4.3.
In de publicatie van 13 juni 2023 is onder de kop
‘Uitmarkt wordt onderdeel Hembrug Happening – update’voor zover hier relevant vermeld:
Organisator [eiser] van UITdeZaanstreek schrijft aan deelnemers dat hij het stokje heeft doorgegeven. Maar in feite is het stokje verkocht, [eiser] heeft verschillende andere culturele instellingen benaderd of die van hem het evenement (waar bijna € 34.000 subsidie van Zaanstad voor gegeven wordt) van hem wilden overnemen voor € 10.000. [C.] van Hembrug Happening is daar op ingegaan.
Voor andere organisatoren was die € 10.000 ‘goodwill’ een te grote investering, zelfs als die over 5 jaar zou worden uitgesmeerd.(…)
[C.] vindt het ‘niet kies’ om in te gaan op de bedragen die naar [eiser] voor de goodwill zijn gegaan, het zou volgens hem wel over “een deal voor meerdere jaren” gaan.
(…)
[eiser] wil niet reageren: “jullie hebben in het verleden drie keer negatief over ons geschreven, en daarom heb ik geen zin in samenwerking met De Orkaan.”
(…)
De Orkaan heeft begrepen dat [eiser] bij diverse culturele ondernemers en bij instellingen heeft ‘geleurd’ met de UITmarkt “omdat hij er geen zin meer in had”. Hij heeft daarbij om een vergoeding gevraagd (we hoorden verschillende bedragen, variërend van € 5000 tot€ 10.000 die ook gespreid betaald zou kunnen worden. Eén van de betrokkenen noemde dat ‘subsidie-handel’. Omdat [eiser] niet met De Orkaan wil praten en [C.] het bedrag niet wil noemen, blijft dat onderdeel onduidelijk.
4.4.
De voorzieningenrechter begrijpt dat het bezwaar van [eiser] zich er met name tegen richt dat uit de publicatie het idee kan ontstaan dat de gevraagde overnamesom uitsluitend betrekking heeft op goodwill zonder dat duidelijk wordt wat dat inhoudt, terwijl de overnamesom betrekking heeft op het concept/merk, huisstijl, website, diverse on- en offline communicatiemiddelen, T-shirts, munten, mascottes, banieren en advertentie- en contentpagina’s in het UITmagazine, waarvoor de stichting UITdeZaanstreek in het verleden al heeft betaald. De vergoeding ziet volgens [eiser] ook deels op een vergoeding voor de door hem te investeren tijd in de overdracht van de organisatie van de UITmarkt om te zorgen dat die een succes zou blijven.
4.5.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit de door [gedaagde1] overgelegde e-mailwisseling met de heer [D.] van Cultureel Centrum Bullekerk, waar de UITmarkt tot dan toe plaatsvond, dat deze heeft verklaard dat door [eiser] gesproken was over een bedrag aan goodwill en dat hij had begrepen dat [eiser] ook met andere partijen gesproken had over een bedrag aan goodwill. Weliswaar is deze e-mailwisseling van een datum na de publicatie maar hierin bevestigt Busch dat de weergave van [gedaagde1] van een eerder gesprek met hem juist is. Hieruit is voldoende aannemelijk geworden dat de term ‘goodwill’ is gebruikt en dat voor het gebruik van deze term in het artikel dus voldoende steun aanwezig was in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal. Deze publicatie is niet onrechtmatig.
De uitlating dat [eiser] voor de overdracht van de Zaanse UITmarkt een vergoeding voor zichzelf heeft bedongen
4.6.
In de publicatie van 13 juni 2023 is voor zover hier relevant vermeld:
Organisator [eiser] van UITdeZaanstreek schrijft aan deelnemers dat hij het stokje heeft doorgegeven. Maar in feite is het stokje verkocht, [eiser] heeft verschillende andere culturele instellingen benaderd of die van hem het evenement (waar bijna € 34.000 subsidie van Zaanstad voor gegeven wordt) van hem wilden overnemen voor € 10.000. [C.] van Hembrug Happening is daar op ingegaan.
4.7.
In de publicatie op 14 juni 2023 met als kop
‘Zaanse UITmarkt op losse schroeven’is voor zover relevant vermeld:
Het bestuur[vzr.: van Stichting Hembrug Happening]
wil ook duidelijkheid over de rol van [eiser], [E.]: “hoe het kan zijn dat [eiser] gemeenschapsgeld gebruikt om een coördinator aan te trekken voor de uitvoering van dit voornemen? Ik vertrouw dat niet.” (…)
[C.] was vanmorgen onbereikbaar voor commentaar. Vraag blijft hoe de constructie precies is, als het bestuur van Hembrug Happening niet wil dat hun naam aan het evenement wordt verbonden, wie is dan de organisator? Doet [C.] dat op persoonlijke titel of ‘in dienst van [eiser]? Dat je moet betalen om ‘in dienst’ te komen lijkt een curieuze constructie. (…)
([eiser] is niet om commentaar gevraagd, hij heeft eerder aangegeven niet met De Orkaan te willen praten.)
4.8.
In de publicatie van 4 juli 2023 is onder de kop
‘Einde UITmarkt?’voor zover relevant vermeld:
[eiser] zou privé een vergoeding aan andere mogelijke organisatoren hebben gevraagd wanneer zij de UITmarkt zouden voortzetten. [C.] is hiermee akkoord gegaan maar wilde niet zeggen hoe hoog die vergoeding is. [F.]:
“Ik snap dat [eiser] privé hier een vergoeding voor vraagt. Dat je voor al je werk wat krijgt is redelijk. Wij gaan niet over het bedrag, dat is [eiser] overeengekomen met [C.]. (…)”
4.9.
In de publicatie van 5 juli 2023 wordt onder de kop ‘
Zaanse UITmarkt gaat niet door, maar waarom eigenlijk?’ voor zover relevant vermeld:
Wat wel gebeurt is dat [eiser] verschillende culturele instellingen en organisaties benadert met de vraag of zij de UITmarkt willen overnemen. Daar hangt overigens ook een prijskaartje aan: [eiser] wil persoonlijk een vergoeding van de nieuwe organisator. (…)
4.10.
In de publicatie van 8 juli 2023 wordt onder de kop ‘
Zaanstad wil nog steeds een UITmarkt’ voor zover relevant vermeld:
Daarin schreven wij – op basis van verschillende bronnen – dat [eiser] al lang voor de Uitmarkt een andere organisator zocht en een vergoeding voor de overdracht vroeg.
4.11.
Door [eiser] is betwist dat de gevraagde vergoeding voor hem in privé zou zijn, maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit de overgelegde stukken, waaronder de aantekeningen van [gedaagde1] van het gesprek met [F.], de voorzitter van Stichting UITdeZaanstreek, dat inderdaad gesproken is over een privévergoeding voor [eiser]. Daarom wordt geoordeeld dat voor deze publicatie voldoende steun aanwezig was in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal. Deze publicaties zijn daarom niet onrechtmatig.
4.12.
Weliswaar heeft [eiser] gesteld dat Hekman heeft verklaard verkeerd geciteerd te zijn, maar niet is gesteld of gebleken dat Hekman hierover heeft geklaagd bij De Orkaan. Het door [eiser] ter onderbouwing van zijn stelling overgelegde whatsappbericht is niet gedateerd en ook blijkt daaruit niet concreet wat er dan niet juist zou zijn weergegeven in de publicatie, zodat aan deze stelling voorbij wordt gegaan.
De uitlating dat [eiser] de gemeente Zaanstreek bij een subsidieaanvraag heeft misleid
4.13.
In de eerder genoemde publicatie van 14 juni 2023 is voor zover hier relevant vermeld:
Het bestuur[vzr.: van Stichting Hembrug Happening]
wil ook duidelijkheid over de rol van [eiser], [E.]: “hoe het kan zijn dat [eiser] gemeenschapsgeld gebruikt om een coördinator aan te trekken voor de uitvoering van dit voornemen? Ik vertrouw dat niet.” (…)
([eiser] is niet om commentaar gevraagd, hij heeft eerder aangegeven niet met De Orkaan te willen praten.)
4.14.
In de eerder genoemde publicatie van 5 juli 2023 wordt voor zover hier relevant vermeld:
Afgelopen september 2022, toen de Zaanse UITmarkt werd gehouden, wist organisator [eiser] al dat hij de volgende editie niet wilde organiseren. Desondanks vroeg hij via de Stichting UITdeZaanstreek de subsidie aan. Daarna is hij pas op zoek gegaan naar een nieuwe organisator. (…) [eiser] en de Stichting misleiden Zaanstad bovendien met onjuiste informatie. In de subsidieaanvraag staat letterlijk: “de verantwoordelijkheid voor de gehele productie ligt bij [eiser] – directeur van de stichting UITdeZaanstreek.” Op dat moment weten zij al dat ze het niet willen organiseren.
4.15.
De publicatie van 14 juni 2023 waarin gesuggereerd wordt dat [eiser] mogelijk gemeenschapsgeld gebruikt zou hebben om een coördinator aan te trekken is niet onrechtmatig. Door het gebruik van de aanhalingstekens achter [E.] is voldoende duidelijk gemaakt aan de gemiddelde lezer dat het hier gaat om de mening van [E.].
4.16.
Met betrekking tot de publicatie van 5 juli 2023 wordt vooropgesteld dat een tip dat een subsidieaanvraag niet juist is, omdat het (lokaal) belangrijke evenement waarvoor de subsidie is aangevraagd door een ander zou worden georganiseerd dan in de aanvraag is vermeld, kan wijzen op een maatschappelijke misstand die aan de kaak gesteld moet worden. Er zou immers sprake kunnen zijn van een ten onrechte verkregen subsidie of van een subsidie die voor een ander doel wordt gebruikt dan waarvoor deze is aangevraagd. Dit kan duiden op een vorm van fraude. Dat is echter een ernstige beschuldiging die niet lichtvaardig mag worden gedaan, gelet op de gevolgen voor de eer en goede naam van de beschuldigde persoon.
Alvorens over te gaan tot publicatie rust daarom op de journalist de plicht om een dergelijk ernstige beschuldiging goed te onderzoeken en deze pas te publiceren als daarvoor voldoende steun aanwezig is in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal. Van de journalist hoeft niet verwacht te worden dat hij motiveert dat de juistheid van de publicatie onomstotelijk vaststaat.
4.17.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [gedaagde1] onvoldoende onderzoek gedaan voor zijn stelling dat [eiser] de gemeente heeft misleid. Ter zitting heeft hij verklaard dat niet duidelijk is geworden wanneer de gemeente ervan op de hoogte was dat [eiser] de organisatie van de UITmarkt wilde gaan overdragen, maar desgevraagd heeft hij toegegeven dat hij hiernaar geen navraag heeft gedaan bij de gemeente. [gedaagde1] heeft de beschuldiging dus alleen gebaseerd op de inhoud van de subsidieaanvraag. In een door [eiser] overgelegde e-mailwisseling met een medewerker van de gemeente bevestigt de medewerker dat [eiser] de gemeente steeds op de hoogte heeft gehouden van zijn wens om het stokje over te dragen en ook van de beslissing om sowieso de subsidie aan te vragen voor 1 oktober 2022 om de Uitmarkt zeker te stellen. Hieruit blijkt voldoende dat de gemeente op de hoogte was, zodat de beschuldiging dat [eiser] de gemeente heeft misleid onjuist is. Dit betekent dat deze beschuldiging onvoldoende steun vindt in het ten tijde van de publicatie aanwezige feitenmateriaal en dat de publicatie onrechtmatig is.
4.18.
Het betoog van [gedaagde1] dat het voor het publiek zonder meer duidelijk is waarom [gedaagde1] vindt dat de aanvraag misleidend is wordt verworpen. [gedaagde1] presenteert de beschuldiging in het artikel op zo’n stellige wijze en in een context dat het voor de gemiddelde lezer niet zonder meer duidelijk is dat het hier alleen de mening van [gedaagde1] betreft, nog daargelaten dat ook een mening van een journalist in een medium dat zorgvuldige journalistiek bedrijft voldoende steun moet vinden in de feiten.
Hoor en wederhoor
4.19.
Vaststaat dat [gedaagde1] [eiser] niet voor iedere publicatie de mogelijkheid heeft geboden om weerwoord te geven. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat [eiser] dit over zichzelf heeft afgeroepen door in verband met de publicatie van 13 juni 2023 duidelijk kenbaar te maken niet met [gedaagde1] of [B.] te willen praten en niet met De Orkaan te willen samenwerken. Anders dan [eiser] heeft betoogd gaat de verplichting van een journalist in zo’n situatie niet zover dat de betrokkene desondanks schriftelijk benaderd moet worden voor het geven van commentaar.
Conclusie
4.20.
Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat het bezwaar van [eiser] tegen de beschuldiging dat hij de gemeente Zaanstad zou hebben misleid terecht is. [gedaagde1] en Stichting De Orkaan zijn aansprakelijk voor deze onjuiste publicatie. Gelet op de aard van de beschuldiging, het bereik van De Orkaan en het gezag dat aan De Orkaan kan worden toegedicht, heeft [eiser] voldoende belang bij de door hem gevraagde rectificatie. De gevorderde rectificatie op de homepage van de website van De Orkaan zal worden toegewezen op de wijze als hierna onder ‘de beslissing’ wordt vermeld. De voorzieningenrechter gaat er van uit dat beide gedaagden het in hun macht hebben om de rectificatie te bewerkstelligen, aangezien geen van beide in deze procedure heeft aangevoerd daartoe niet in staat of bevoegd te zijn.
4.21.
De primaire vordering van [eiser] dat [gedaagde1] en Stichting De Orkaan worden veroordeeld de onrechtmatige beschuldigingen te verwijderen van de website van De Orkaan kan eveneens worden toegewezen, op de wijze als bij ‘de beslissing’ wordt vermeld.
4.22.
Ook de gevorderde dwangsom is toewijsbaar, zij het dat deze zal worden gematigd.
4.23.
Omdat partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten zo gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt [gedaagde1] en Stichting De Orkaan om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis bovenaan op de homepage van de website [website], zonder weglatingen, aanvullingen of commentaar in een met zwart omlijnd kader, duidelijk leesbaar bij gebruikelijke resoluties (zwarte tekst op een witte achtergrond) met gecentreerd in kapitale letters en vetgedrukt en onderstreept de woorden
RECTIFICATIE PUBLICATIE [eiser], waarbij de rest van de tekstgrootte overeenkomt met de tekstgrootte van de overige artikelen op de homepage, voor de duur van 72 uur de volgende rectificatietekst te plaatsen:
RECTIFICATIE PUBLICATIE [eiser]
Op 5 juli 2023 hebben wij een publicatie op onze website geplaatst waarin wij de beschuldiging hebben geuit dat de heer [eiser] de gemeente Zaanstad zou hebben misleid bij een subsidieaanvraag voor de Zaanse UITmarkt. Deze beschuldiging is onjuist en heeft geen feitelijke basis. Wij hadden daarom niet tot het publiceren van deze beschuldiging mogen overgaan. Wij zijn per vonnis van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland veroordeeld om deze rectificatie te plaatsen.
[gedaagde1], hoofdredactie
5.2.
gebiedt [gedaagde1] en Stichting De Orkaan om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de beschuldiging in het artikel van 5 juli 2023 dat [eiser] de gemeente Zaanstreek bij een subsidieaanvraag zou hebben misleid uit het artikel op de website www.deorkaan.nl te verwijderen en verwijderd te houden;
5.3.
bepaalt dat als [gedaagde1] en/of Stichting De Orkaan na ommekomst van de hiervoor in 5.1 en 5.2 genoemde termijn één of meer van de in die beslissingen opgelegde geboden overtreden zij hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander voor dat bedrag zal zijn gekweten, aan [eiser] een dwangsom verbeuren van € 500,- per dag tot een maximum van € 10.000,- zal zijn bereikt;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
compenseert de proceskosten tussen partijen zo dat ieder partij de eigen kosten draagt;
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 25 oktober 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1155