Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, vordert de vrouw, eiseres, dat de man, gedaagde, wordt veroordeeld om mee te werken aan de verkoop van de voormalige echtelijke woning. De partijen zijn voormalig echtelieden, die in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Hun huwelijk is op 26 mei 2023 ontbonden. De vrouw heeft de woning in oktober 2021 verlaten, terwijl de man deze nog bewoont. Tijdens de echtscheidingsprocedure is afgesproken dat de woning verkocht zou worden, maar de man heeft tot juli 2023 aangegeven de woning nog niet te willen verkopen. De vrouw heeft herhaaldelijk verzocht om medewerking, maar de man heeft niet gereageerd.
De voorzieningenrechter heeft op 19 oktober 2023 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen aanwezig waren. De vrouw heeft aangevoerd dat zij niet in onverdeeldheid kan blijven en dat de man eerder de hypotheeklasten niet heeft betaald, wat zijn betrouwbaarheid in twijfel trekt. De man heeft verweer gevoerd en aangegeven dat hij de woning eerst wil opknappen voordat deze verkocht wordt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een patstelling is ontstaan in de communicatie tussen partijen, wat de verkoop van de woning belemmert.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw belang heeft bij een spoedige doorbraak van deze patstelling en heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen. De man is veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning en aan de makelaar opdracht te geven om de woning in de verkoop te zetten. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval de man niet aan de veroordeling voldoet. De proceskosten zijn gecompenseerd, gezien de voormalige echtelijke relatie tussen partijen.