Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1], wonende te [plaats 1],
[eiser 2],wonende te [plaats 2],
eisers
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer in de hoofdzaak
- € 127,50, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf zeven dagen na de annulering, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 63,34 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
4.De beoordeling in de hoofdzaak
"een boeking"in de zin van de Verordening wordt beschouwd:
"het feit dat de passagier een ticket heeft of een ander bewijs dat de boeking is aanvaard en geregistreerd door de luchtvaartmaatschappij of de touroperator." Het Hof heeft in het arrest van 21 december 2021 (C-146/20, C-188/20, C-196/20 en C-270.20) een ruimere definitie aan het begrip boeking toegekend. Als de passagiers beschikken over een door de touroperator afgegeven ander bewijs in de zin van artikel 2 onder g van de Verordening, dan staat dit andere bewijs ook gelijk aan een boeking. De bewijslast ter zake van het voornoemde rust op de passagiers.
Flight booking ref: AT/UUC3SL’, zodat kan worden aangenomen dat de boeking door de vervoerder is bevestigd. De vervoerder heeft voornoemde stellingen gemotiveerd weersproken en daartoe aangevoerd dat de boeking door de passagier sub 2 niet tot uitgifte van een ticket heeft geleid. Belkasmi Reizen heeft de tickets niet of niet tijdig voor uitgifte bevestigd waardoor er op 14 februari 2021 een automatische annulering heeft plaatsgevonden. Ter onderbouwing hiervan heeft de vervoerder verwezen naar de als productie 4 bij antwoord overgelegde boekingsgegevens: “
CANCELLATION DUE TO NO TICKET” en “
AUTO CANCEL”. De kantonrechter begrijpt dat de vervoerder hiermee bedoelt dat er geen sprake is van een annulering in de zin van de Verordening. Weliswaar is de vlucht op een later tijdstip door de vervoerder geannuleerd, maar op dat moment had de passagier sub 2 geen bevestigde boeking (meer) voor de vlucht. De kantonrechter is van oordeel dat de passagiers, tegenover de gemotiveerde betwisting door de vervoerder, onvoldoende hebben onderbouwd dat aan de vereisten voor de toepasselijkheid van de Verordening is voldaan, zodat de vordering tot betaling van de hoofdsom voor afwijzing gereed ligt. De overige verweren van de vervoerder behoeven geen bespreking meer.