In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Finnair OYj, vertegenwoordigd door mr. T. Teke, wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De vlucht AY1305 van Helsinki naar Amsterdam, gepland op 8 juni 2022, werd geannuleerd. De passagier had haar vorderingsrecht aan AirHelp overgedragen, die vervolgens compensatie van € 400,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004 eiste. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van een tekort aan bemanningsleden door een hoog ziekteverzuim, veroorzaakt door de Omikron-variant van het coronavirus. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de vlucht geannuleerd was, de vervoerder zich niet kon beroepen op buitengewone omstandigheden, aangezien ziekte van personeel geen dergelijke omstandigheid oplevert volgens rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU. De kantonrechter wees de vordering van AirHelp toe, maar compenseerde de proceskosten, omdat AirHelp niet had getracht om het geschil minnelijk op te lossen. Het vonnis werd uitgesproken op 20 september 2023.