In deze zaak heeft AirHelp GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen KLM Cityhopper B.V., vertegenwoordigd door mr. J.I.J. van Pelt en mr. B.E. Struijk, wegens de annulering van vlucht KL1431 van Amsterdam naar Birmingham op 30 december 2021. De annulering vond plaats als gevolg van de coronamaatregelen, waarbij 40 cabine bemanningsleden verplicht in quarantaine zaten. AirHelp vorderde compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die luchtvaartmaatschappijen verplicht tot compensatie bij annuleringen, tenzij zij kunnen aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering van de vlucht niet in geschil is en dat de vervoerder zich kan beroepen op buitengewone omstandigheden. De vervoerder heeft aangevoerd dat de annulering het gevolg was van de coronapandemie en de daarmee samenhangende overheidsmaatregelen. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de annulering niet te vermijden was en dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging van de passagiers te beperken.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van AirHelp afgewezen en geoordeeld dat de proceskosten voor rekening van AirHelp komen. Dit vonnis is uitgesproken op 20 september 2023 door kantonrechter J.J. Dijk in Haarlem.