In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Royal Air Maroc, vertegenwoordigd door mr. T. Teke, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Casablanca op 4 juli 2022, die meer dan drie uur vertraging opliep. AirHelp heeft de vordering ingesteld op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij vertragingen. De vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de aanmaning tot betaling niet correct was verzonden, omdat deze door de passagier zelf was gedaan en niet door AirHelp. De kantonrechter oordeelde dat de aanmaning niet rechtsgeldig was en dat AirHelp niet voldoende had geprobeerd om het geschil minnelijk op te lossen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van € 400,00 toegewezen, maar de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2023.