ECLI:NL:RBNHO:2023:10880

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
10371110 \ CV EXPL 23-1319
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van passagiers tegen Transavia Airlines C.V. inzake annulering van vlucht en vaststellingsovereenkomst

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door Aviclaim, een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines C.V. naar aanleiding van de annulering van hun vlucht van Faro naar Nederland. De passagiers vorderden compensatie en vergoeding van kosten, maar de vervoerder stelde dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten waarin finale kwijting was overeengekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers op 6 maart 2023 een schikkingsvoorstel van Transavia hebben ontvangen, dat zij op 7 maart 2023 hebben aanvaard. De passagiers stelden echter dat deze overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand was gekomen, omdat de vervoerder niet bereid was om nevenkosten te vergoeden. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers niet konden aantonen dat de overeenkomst niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten als de vervoerder op de hoogte was geweest van de buitengerechtelijke correspondentie. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 18 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10371110 \ CV EXPL 23-1319
Uitspraakdatum: 18 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R. Bos (Aviclaim)
rolgemachtigde: mr. A.Y. Lai
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. L. Kloot

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 6 februari 2023 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Faro Airport (Portugal) naar Nederland.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.4.
Op 6 maart 2023 om 11:54 uur heeft de vervoerder een schikkingsvoorstel gedaan:
“Onder voorbehoud van alle rechten en weren, kan ik u berichten dat Transavia Airlines C.V., gevestigd en kantoorhoudende te Schiphol, (hierna: Transavia) mij te kennen heeft gegeven dat zij om haar moverende redenen bereid is om aan de eisende partij (hierna: de passagiers) in de bovengenoemde zaak tegen finale wederzijdse kwijting in der minne te voldoen:
Compensatie: € 800,00Eten en drinken: € 51,00Totaal: € 851,00*
Opgemerkt wordt dat Transavia niet bereid is nevenkosten (deurwaarderskosten en liquidatietarief) te voldoen, nu Transavia geen buitengerechtelijke correspondentie heeft ontvangen. Voor zover die correspondentie wel verstuurd zou zijn, wordt verzocht om te onderbouwen middels stukken, zoals een ontvangstbevestiging.
Voorts is Transavia niet bereid de taxikosten ad € 130,00 te voldoen. Immers, passagiers zijn door Transavia naar hun eindbestemming vervoerd. Niet gebleken is van noodzakelijk vervoer.
Transavia is verder niet bereid de alcoholische drankjes te voldoen. De alcoholische consumpties zijn zodoende afgetrokken van de totalen op de bonnetjes.
(…)
I.
Passagiers doen tegen betaling van het overeengekomen schikkingsbedrag volledig, onherroepelijk, onvoorwaardelijk en definitief afstand van de aanspraak die zij meent te hebben of op enig moment in de toekomst te zullen hebben op Transavia, haar medewerkers, hulppersonen en enige andere betrokken personen ter zake het geschil in voormelde gerechtelijke procedure en verleent laatstgenoemden te dien aanzien algehele en finale kwijting. Passagiers zullen Transavia bovendien vrijwaren tegen alle aanspraken van derden, waaronder de betrokken passagiers, ter zake het geschil.
II.
De gerechtelijke procedure bij de rechtbank Noord-Holland zal door Aviclaim ingetrokken worden nadat ik van u een akkoord heb ontvangen. Transavia en passagiers (hierna: partijen) dragen daarbij ieder verdere eigen kosten.”
2.5.
De gemachtigde van de passagiers (hierna: Aviclaim) is op 7 maart 2023 om 10:49 uur met het schikkingsvoorstel akkoord gegaan:
“Dat is akkoord, ik zal om intrekking verzoeken.Kunt u voortaan ons referentienummer gebruiken in de correspondentie? Alvast mijn dank.”
2.6.
Op 7 maart 2023 om 11:11 uur schreef Aviclaim:
“Op deze zaak kom ik terug omdat er weldegelijk gecorrespondeerd is tussen de passagiers en Transavia. Ik zal de zaak niet intrekken tenzij ook de proceskosten worden vergoed. Tenslotte verzoek ik u om een andere uitleg waarom Transavia slechts bereid is om 50 euro te vergoeden ivm gemaakte kosten.”
2.7.
De gemachtigde van de vervoerder heeft op 7 maart 2023 om 13:35 uur aan Aviclaim laten weten dat het niet mogelijk is om terug te komen op de vaststellingsovereenkomst en daarin opgenomen finale kwijting.
2.8.
De vervoerder heeft een bedrag van € 851,00 aan de passagiers betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagiers vorderen – na vermindering van eis – dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 130,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 dagen na de annulering, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 154,05 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd dat er tussen partijen geen minnelijke regeling tot stand is gekomen, omdat de gemachtigde van de vervoerder niet bereid bleek om haar eigen voorwaarde na te komen en alsnog vergoeding van de proceskosten aan te bieden. Voor zover er wel sprake is van een vaststellingsovereenkomst, stellen de passagiers dat deze onder invloed van dwaling tot stand is gekomen. De passagiers stellen verder dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is hen verzorgingskosten te betalen conform artikel 9 van de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) tot een bedrag van € 130,00.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De passagiers hebben in de dagvaarding gesteld dat de vervoerder hen diende te vervoeren van Faro naar Rotterdam met vlucht HV6092 op 5 juni 2022, maar dat deze vlucht is geannuleerd. De kantonrechter begrijpt uit de overige stellingen en de overgelegde stukken dat de HV6092 de vlucht betreft waarnaar de passagiers zijn omgeboekt. De kantonrechter begrijpt dan ook dat de passagiers bedoeld hebben om aanspraak te maken op compensatie en verzorgingskosten voor (de geannuleerde) vlucht HV5360 op 4 juni 2022.
4.3.
De vervoerder heeft primair aangevoerd dat de vordering van de passagiers moet worden afgewezen omdat partijen, gelet op de vaststellingsovereenkomst van 7 maart 2023 en de daarin overeengekomen finale kwijting, niets meer van elkaar te vorderen hebben. De kantonrechter overweegt als volgt. Uit het schikkingsvoorstel volgt dat de vervoerder geen buitengerechtelijke correspondentie heeft ontvangen van de passagiers en/of Aviclaim en zodoende niet bereid was om de nevenkosten te voldoen. Voor zover de passagiers en/of Aviclaim wel buitengerechtelijke correspondentie zouden hebben overgelegd, heeft de vervoerder Aviclaim verzocht om dit te bewijzen door middel van, bijvoorbeeld, een ontvangstbevestiging. Daarmee heeft de vervoerder echter niet toegezegd dat hij de nevenkosten wél zou voldoen als Aviclaim nadere stukken zou overleggen. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan de stelling van de passagiers dat er geen overeenstemming is bereikt omdat de vervoerder haar “eigen voorwaarde” niet is nagekomen.
4.4.
De vraag die vervolgens voorligt is of de passagiers een geslaagd beroep kunnen doen op vernietiging van de vaststellingsovereenkomst wegens dwaling. Volgens de passagiers had de gemachtigde van de vervoerder een verkeerde voorstelling van zaken door er (onterecht) vanuit te gaan dat er geen buitengerechtelijke correspondentie was geweest. De kantonrechter overweegt dat wat daar ook van zij, gesteld noch gebleken is dat de vervoerder de vaststellingsovereenkomst niet (onder dezelfde voorwaarden) zou hebben gesloten als zijn gemachtigde wél van de buitengerechtelijke correspondentie op de hoogte was geweest. Voor zover de passagiers bedoeld hebben te stellen dat hun eigen gemachtigde heeft gedwaald, is de kantonrechter van oordeel dat die dwaling niet te wijten is aan inlichtingen van de vervoerder. Bij de aanvaarding van het schikkingsvoorstel wist Aviclaim dat hij correspondentie had bijgevoegd als productie en kende hij het standpunt van de vervoerder, namelijk dat hij de stukken niet heeft ontvangen in de buitengerechtelijke fase en hij zodoende niet voornemens was deze te vergoeden. Het beroep op de vernietigbaarheid wegens dwaling faalt. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vervoerder de passagiers mag houden aan de vaststellingsovereenkomst. De vordering van de passagiers ligt dan ook voor afwijzing gereed.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 78,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 19,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter