ECLI:NL:RBNHO:2023:10898

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
10241725 \ CV EXPL 22-7253
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op dwaling bij aankoop lederen bankstel en mededelingsplicht verkoper

In deze zaak heeft eiser, een consument, een vordering ingesteld tegen [bedrijf] B.V. naar aanleiding van de aankoop van een lederen bankstel op 22 februari 2020. Eiser heeft geklaagd over gebreken aan het bankstel, waaronder kuilen en kale plekken in het leder, en heeft de koopovereenkomst op 8 oktober 2021 buitengerechtelijk ontbonden. Eiser stelt dat zij bij de aankoop heeft gedwaald over de optische kenmerken van het bankstel, en dat [bedrijf] haar mededelingsplicht heeft geschonden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat van een lederen bank mag worden verwacht dat deze lange tijd in goede staat blijft en niet al binnen enkele weken een doorleefde indruk vertoont. De rechter concludeert dat [bedrijf] niet voldoende heeft geïnformeerd over de eigenschappen van het gekozen anilineleder, waardoor eiser niet goed geïnformeerd was over de duurzaamheid en de optische veranderingen van het bankstel. De vordering van eiser tot terugbetaling van de koopprijs wordt toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter M.P.E. Oomens op 11 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10241725 \ CV EXPL 22-7253
Uitspraakdatum: 11 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiseres
hierna te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. A.C.I.J. Hiddinga (DAS)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf] B.V.
gevestigd te [plaats]
gedaagde
hierna te noemen: [bedrijf]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 15 november 2022 een vordering tegen [bedrijf] ingesteld. [bedrijf] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 31 augustus 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 21 augustus 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Op 22 februari 2020 heeft [eiser] bij [bedrijf] een lederen bankstel gekocht voor een totaalbedrag van € 6.845,00. De bank is bekleed met 3141 / Rincon leder.
2.2.
Het bankstel is op 20 mei 2020 geleverd. Op 4 juni 2020 heeft [eiser] bij [bedrijf] geklaagd over diverse gebreken, zoals kuilen en kale plekken in het leder.
2.3.
Op 24 juni 2020 is een medewerker van [bedrijf] bij [eiser] thuis geweest om de bank te bekijken. Bij e-mail van 26 juni 2020 heeft [bedrijf] aan [eiser] laten weten dat het bankstel voldoet aan hetgeen zij daarvan mocht verwachten.
2.4.
[eiser] heeft op 3 maart 2021 een vervolgklacht ingediend.
2.5.
Op 21 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] een deskundige ingeschakeld om het bankstel te beoordelen. In het hiervan opgemaakt rapport (hierna: het rapport) staat - voor zover van belang - het volgende:
“(…)
Het betreffende leer valt onder de categorie Aniline leer. Het leer is na het looien en na door en door met bijtstoffen te zijn gekleurd licht geschuurd en afgewerkt met een wax. Aniline leer is de duurste leersoort die verkrijgbaar is omdat door het ontbreken van een toplaag alle natuurlijke kenmerken van de huid zichtbaar zijn. Het betreft een leer met een open structuur die erg gevoelig is voor invloeden van buitenaf. Het afslijten van een wax is inherent aan wrijving of onderhoud en de mate waarin deze laag van het leer kan verdwijnen is afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de mate van onderhoud.
(…)
Gezien de zeer matige/minimale slijtvastheid van dit leer kan men geen duurzaamheid verwachten voor wat betreft de optische kenmerken. Was dit een voorname eis geweest bij de aankoop van het product en de selectie van het leer, dan had men voor een ander type vulmateriaal en voor een ander leertype moeten kiezen. Het onderhavige leer wordt binnen de branche ook wel schrijfleer genoemd, doordat men eenvoudig met een nagel op het leer kan schrijven.
(…)”
2.6.
Op de verkooporder staat - voor zover van belang - het volgende:
“(…)
CBW-erkend voorwaarden meegegeven
x ja / 0 nee
Leer is licht- en zongevoelig
x ja / 0 nee
Eigenschappen van echt (natuurlijk) leer besproken
x ja / 0 nee
Onderhoud van leer besproken
x ja / 0 nee
Onderhoud set meegegeven
x ja / 0 nee
Eigenschappen en onderhoud van kussens besproken
x ja / 0 nee
Afleveringsvoorwaarden besproken en meegegeven
x ja / 0 nee
Keuze voor garantiepakketten
0 ja / x nee
(…)
Opmerkingen:
  • Plooivorming in leder is mogelijk;
  • Leder bevat levenstekens/nat. kenmerken is UV/vet/vochtgevoelig;
  • Klant kiest niet voor schadepakketten;
  • Kleur- en structuurverschillen t.o.v. staal mogelijk.
(…)”
2.7.
Bij e-mail van 8 oktober 2021 heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en [bedrijf] gesommeerd het aankoopbedrag van € 6.845,00 binnen vijftien dagen na dagtekening (terug) te betalen. [bedrijf] heeft niet aan deze sommatie voldaan.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat [bedrijf] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 6.845,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 717,25 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
[eiser] heeft primair aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij bij het aangaan van de koopovereenkomst heeft gedwaald. Volgens [eiser] heeft [bedrijf] ten aanzien van de (optische) kenmerken van de bank (waaronder de slijtvastheid) haar mededelingsplicht geschonden, zodat de overeenkomst op grond van artikel 6:228 lid 1 aanhef en sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) vernietigbaar is. De subsidiaire grondslag berust op de stelling dat het bankstel bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde (non-conformiteit).

4.Het verweer

4.1.
[bedrijf] betwist de vordering. Zij voert daartoe aan dat [eiser] bewust heeft gekozen voor bekleding met Rincon donkerbruin (het showmodel is gestoffeerd met Rincon cognac). Bij het aangaan van de koopovereenkomst is [eiser] geïnformeerd over de eigenschappen en de kenmerken van deze ledersoort. Het bankstel voldoet aan hetgeen [eiser] daarvan mocht verwachten, zodat bovendien geen sprake is van een gebrek.

5.De beoordeling

5.1.
Een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar indien de wederpartij in verband met hetgeen zij over de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had moeten inlichten. Dit staat in artikel 6:228 lid 1 sub b BW.
5.2.
[eiser] stelt dat zij heeft gedwaald omtrent de specifieke eigenschappen van het bankstel. Reeds twee weken na het in gebruik nemen van het bankstel begon het leder ‘kale’ plekken en kuilvorming te vertonen. Volgens [eiser] had [bedrijf] hiervoor moeten waarschuwen, maar heeft zij dit niet gedaan.
5.3.
[bedrijf] betwist dat er sprake is van dwaling. Voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst heeft de verkoopmedewerker [eiser] erop gewezen dat kuilvorming inherent is aan de gekozen opstelling en (nonchalante) stoffering. Het voorgaande blijkt uit de verkooporder (‘
plooivorming in leder is mogelijk’). Verder geldt dat het betreffende leder valt onder de categorie anilineleder. Anilineleder is geolied, en kan daarom niet ‘kaal’ worden. Het kan wel lichter van kleur worden, hetgeen een ‘vintage look’ geeft. [eiser] is ook hier door de verkoopmedewerker over geïnformeerd, aldus [bedrijf].
5.4.
Met [eiser] is de kantonrechter van oordeel dat van een lederen bank verwacht mag worden dat deze lange tijd ‘goed’ blijft en niet al binnen enkele weken een doorleefde indruk maakt. De kantonrechter is derhalve van oordeel dat op de verkoper een mededelingsplicht rust ten aanzien van de optische veranderingen en kuilvorming. De koopovereenkomst is in de winkel gesloten. Dat betekent dat de kantonrechter bij de beoordeling van de vraag of [bedrijf] aan haar mededelingsplicht heeft voldaan de informatie die op de website van [bedrijf] te vinden is buiten beschouwing laat. [bedrijf] heeft aangevoerd dat zij [eiser] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft geïnformeerd over de verschillende ledertypen. Nadat [eiser] haar keuze had gemaakt, is zij opnieuw geïnformeerd over de eigenschappen en kenmerken van de gekozen ledersoort. Voor een compacte samenvatting van hetgeen door de verkoopmedewerker is besproken verwijst [bedrijf] naar de verkooporder. De kantonrechter overweegt als volgt. Uit de verkooporder blijkt dat [eiser] heeft gekozen voor bekleding van de bank met de leersoort ‘Rincon’. De kantonrechter kan uit de verkooporder echter niet uit opmaken dat ‘Rincon’ een anilineleder is, met alle bijbehorende eigenschappen. De enkele opmerking dat het leder gevoelig is voor vet en/of (zon)licht en/of vocht is onvoldoende om aan te nemen dat [eiser] is gewaarschuwd voor het feit dat het bankstel binnen een extreem korte gebruiksperiode optische veranderingen zou vertonen. Voor zover dit – zoals [bedrijf] ter zitting heeft betoogd – uit de bijgeleverde ‘wax- en oliebeschrijving’ volgt, geldt dat [bedrijf] dit stuk niet in het geding heeft gebracht zodat de kantonrechter dit stuk ook niet kan meenemen in haar beoordeling. De kantonrechter is verder van oordeel dat ‘kuilvorming’ iets anders is dan ‘plooivorming’, zodat [bedrijf] ook op dit punt niet aan haar mededelingsplicht heeft voldaan.
5.5.
[eiser] stelt dat zij het bankstel niet zou hebben gekocht als zij had geweten dat het bankstel zo snel optische veranderingen en kuilvorming zou vertonen. [bedrijf] heeft dit niet weersproken. Bovendien acht de kantonrechter het aannemelijk dat [eiser] het bankstel niet had gekocht – althans niet met hetzelfde type leder – als zij van de eigenschappen en eigenaardigheden van anilineleder op de hoogte was geweest. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] de overeenkomst op 8 oktober 2021 dan ook rechtsgeldig vernietigd met een beroep op dwaling. Ingevolge artikel 3:53 lid 1 BW werkt de vernietiging terug tot het tijdstip waarop de koopovereenkomst is gesloten. Dit brengt mee dat [eiser] de koopprijs op grond van artikel 6:203 lid 2 BW onverschuldigd heeft betaald en dat [bedrijf] eigenaar van het bankstel is gebleven. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering tot terugbetaling van de koopprijs wordt toegewezen.
5.6.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [bedrijf], omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door [eiser] worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [bedrijf] tot betaling aan [eiser] van 7.562,25‬, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 6.845,00 vanaf 23 oktober 2021 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
veroordeelt [bedrijf] tot betaling van de proceskosten die aan de kant van [eiser] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 131,18;
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 660,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
veroordeelt [bedrijf] tot betaling van € 132,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door [eiser] worden gemaakt;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter