Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
“(…)the Parties to this Agreement hereby agree that, effective as of the date of the Agreement, each and every other Party and its current or future affiliates or associated companies and Representatives is irrevocably and unconditionally released from any and all claims and liability.(…)”niet anders worden uitgelegd dan dat partijen bij het sluiten van de VSO de bedoeling hebben gehad om alle (eventuele) tussen hen bestaande geschilpunten van welke aard dan ook tot aan de datum van ondertekening van de VSO op 7 januari 2016, waaronder dus ook onderhavige vordering ter zake van het ten onrechte gebruik maken van de Eurovergunning door RTS in de periode van 1 november 2014 tot 1 januari 2016, onder de finale kwijting te laten vallen. Dat het gebruik van de Eurovergunning door RTS onderwerp van de onderhandelingen over de VSO is geweest blijkt uit Bijlage A (Exhibit A) bij de VSO, waaronder een factuur van 18 augustus 2014 van (de persoonlijke holding van) [eiser] die onder meer ziet op honorering voor het
“gebruik van transportvergunning op diploma en naam [eiser]”. Dat deze factuur slechts ziet op de periode van januari 2014 tot en met juni 2014, zoals door [eiser] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling betoogd, maakt niet dat de vordering die ziet op de periode van 1 november 2014 tot 1 januari 2016 niet onder de finale kwijting zou vallen. Laatstgenoemde periode dateert, zoals hiervoor gememoreerd, immers ook van voor datum ondertekening van de VSO.
173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)