In deze zaak vordert een verhuurder, aangeduid als [eiseres], betaling van een huurachterstand, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De huurders, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], hebben erkend dat er een huurachterstand is ontstaan, maar [gedaagde 2] verzet zich tegen de ontbinding en ontruiming. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurders tekort zijn geschoten in hun verplichtingen uit de huurovereenkomst, aangezien zij de huur niet tijdig en volledig hebben betaald. De huurachterstand is zo groot dat dit ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele onderdelen die zijn afgewezen, zoals de vordering tot beëindiging van de kamerverhuur en de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De huurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de huurachterstand en moeten de woning binnen twee maanden na het vonnis ontruimen. De zaak zal voor het vaststellen van de schade naar de schadestaatprocedure worden verwezen.