ECLI:NL:RBNHO:2023:110

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
11 januari 2023
Zaaknummer
9759182 \ CV EXPL 22-1740
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de levering van een muzieksysteem en de gevolgen van Covid-19 op de contractuele verplichtingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen Easys Horeca B.V. en een gedaagde partij die een rockcafé exploiteert. De gedaagde heeft op 29 september 2020 een contract getekend voor de levering van een muzieksysteem, maar zijn café moest kort na de opening op 15 oktober 2020 sluiten vanwege Covid-19 maatregelen. De gedaagde heeft het contract op 19 oktober 2020 opgezegd, maar Easys heeft de vordering tot betaling van abonnementskosten ingediend, omdat de gedaagde de facturen niet had betaald. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen en dat de gedaagde niet kon ontsnappen aan zijn verplichtingen onder het contract, ondanks de sluiting van zijn café. De kantonrechter heeft de vordering van Easys toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie heeft de gedaagde een vordering ingesteld, die is afgewezen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in de proceskosten moet worden veroordeeld, aangezien hij grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 9759182 \ CV EXPL 22-1740
Vonnis van 4 januari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EASYS HORECA B.V.handelend onder de namen
Eazis Horeca en Eazis Music & Systems,
te Almelo,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Easys,
gemachtigde: Groothuis Ligtermoet & Nijhuis gerechtsdeurwaarders & incasso
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam
[bedrijf],
te [plaats],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. B. Wessel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 12 producties van 10 maart 2022 van Easys;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met 8 producties van 4 mei 2022 van [gedaagde];
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met producties 13 en 14 van 15 juni 2022 van Easys;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie met producties 9 tot en met 13 van 13 juli 2022 van [gedaagde];
- de conclusie van dupliek in reconventie van 10 augustus 2022 van Easys.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Easys handelt in computers, randapparatuur en software.
2.2.
Op 18 augustus 2020 heeft [gedaagde] zijn eenmanszaak ‘
[bedrijf]’ (een rockcafé) opgericht.
2.3.
Op 29 september 2020 heeft [gedaagde] zijn handtekening gezet onder een contract met Easys met een looptijd van drie jaar, met ingang van 1 november 2020, met betrekking tot de ‘
Eazis Music Player (basis abonnement)’, tegen betaling door [gedaagde] van € 165,00 per kwartaal exclusief btw (hierna: het Contract).
2.4.
In het Contract staat onder meer: ‘
(…) Door ondertekening verklaart de klant akkoord te gaan met (…) de verkorte leveringsvoorwaarden zoals beschreven op achterzijde van dit blad(hierna: de Leveringsvoorwaarden).
Verschuldigde bedragen zullen automatisch geïncasseerd worden. Bij betaling anders dan incasso wordt een toeslag van € 2,50 in rekening gebracht, per factuur!
2.5.
In de Leveringsvoorwoorden staat onder meer:

(…)
1.1
Dit contract betreft een abonnement met levering van software en huur van de muziekbestanden voor een periode van 39 updates of indien anders overeengekomen zoals vermeld op voorzijde van het contract.
(…)
4.1
Het contract geldt voor een periode van 3 jaar en zal telkens met een jaar verlengd worden.
(…)
5.1
De abonnementsgelden van het contract zullen eens per kwartaal per Europese Sepa machtiging bij de klant geïnd worden. (…) Bij betaling anders dan incasso wordt een toeslag van € 2,50 in rekening gebracht, per factuur. Als Easys toestemming heeft gegeven anders te betalen dan via automatische Sepa machtiging dient de klant de abonnementsgelden binnen 8 dagen te voldoen.
(…)
5.3 (…)
Vanaf de vervaldatum van de rekening kan EAZIS de wettelijke rente per maand in rekening brengen.
(…)
6.1
Het contract dient tenminste drie maanden voor einddatum contract, aangetekend, aan EAZIS opgezegd te worden.
(…)
6.5
Bij tussentijdse beëindiging van het contract is klant verplicht de abonnementsgelden van de nog resterende duur van het update contract te voldoen zonder enige kortingen.
(…)
2.6.
Op 12 oktober 2020 opende [gedaagde] de deuren van [bedrijf]. Deze moest hij vervolgens op 15 oktober 2020 weer sluiten in verband met de door de overheid getroffen Covid-19 maatregelen.
2.7.
Op 19 oktober 2020 mailt [gedaagde] aan Easys: ‘
(…) Ik heb onlangs een contract bij jullie afgesloten voor het muziek systeem, mijn nieuwe café is welgeteld drie dagen open geweest. Aangezien we weer in lockdown zitten en deze hoogstwaarschijnlijk langer zal duren dan 4 weken wil ik mijn contract opzeggen. Er is nog niks geleverd vanaf jullie kant omdat ik ook nog steeds geen internet heb in het café. Ik kan de contract kosten niet betalen. (…)
2.8.
Op 20 oktober 2020 mailt Easys aan [gedaagde]: ‘
(…)dank ik u voor het prettige telefoongesprek gisteren. Onderling is er afgesproken dat wij het contract wat u met Easys heeft on hold zetten, in de wacht. In praktijk maximaal tot 1 april 2021. Uiteraard hopen wij met zijn allen dat het snel beter gaat en u uw zaak alsnog mag openen en ons muzieksysteem daarbij goed kunt gebruiken.
Om ervoor te zorgen dat wij geen rechten voor u af moeten dragen moet de dongle die in de computer zit daarvoor retour naar Easys. Indien u in de mogelijkheid bent zouden we het ook zeer op prijs stellen als u de dongle (een paarse USB stick) aangetekend naar ons zou willen opsturen. (…)
Zodra u weer open mag kunt u telefonisch contact met ons opnemen. Wij zorgen dan voor een software dongle zodat u uw systeem per direct kan gebruiken (…).
2.9.
[gedaagde] reageert daarop per e-mail van 20 oktober 2020: ‘
(…) Bedankt voor uw terugkoppeling. Ik zal de dongle terug sturen. (…)
2.10.
Omstreeks 1 juli 2021 stuurt Easys een factuur naar [gedaagde].
2.11.
Als reactie op die factuur stuurt [gedaagde] op 23 juli 2021 een e-mail aan Easys met als onderwerp ‘
Opzegging contract [bedrijf]’, met als bijlage een brief waarin onder meer staat: ‘
(…) Op 19 oktober 2020 heb ik u per email laten weten dat ik het contract met Easys wilde opzeggen. De reden was dat ik slechts 3 dagen met mijn cafe open ben geweest en daarna van overheidswege verplicht dicht moest. Inmiddels weten we dat deze lockdown 7.5 maanden, tot 5 juni 2021 heeft geduurd.
Er was op het moment van opzeggen ook nog niks geleverd door Easys, het was dus ook niet mogelijk geweest om muziek af te spelen. In artikel 1.1 van het contract staat dat het abonnement bestaat uit levering van software en huur van de muziekbestanden voor een periode van 39 updates. Ik heb echter nooit gebruik kunnen maken van het systeem, aangezien ik de nog aanwezige dongle op uw verzoek heb terug gestuurd. Bijgevoegd treft u de emailwisseling aan waarin u dit bevestigt en tevens aangeeft dat het contract on hold wordt gezet. De dongle was nog van de vorige eigenaar.
(…) Terwijl u nu de gehele periode van sluiting in rekening wilt brengen, inclusief de resterende periode van de duur van het contract. Nogmaals, ik heb nooit een dongle ontvangen. De dongle van de vorige eigenaar heb ik op jullie verzoek terug gestuurd.
U heeft dus geen dienst geleverd en hoeft dit ook niet meer te doen. Ik wens geen gebruik te maken van jullie muzieksysteem en wens niet te betalen voor iets waar ik nooit gebruik van heb kunnen maken en ook geen gebruik meer van wil maken. (…)
2.12.
Bij e-mail van 23 juli 2021 reageert Easys: ‘
(…) U heeft met Easys een getekende overeenkomst voor drie jaar. Dat wij deze overeenkomst later hebben laten ingaan in verband met de corona pandemie is vanuit Easys een coulance. Als leverancier zijn wij u in deze moeilijke tijd tegemoetgekomen om tot aan opening na corona uw contract te bevriezen.
Deze overeenkomst is nu per 1 juli 2021 voor u ingegaan terwijl de Horeca toch al langer open mocht. (…) Wij hebben voor u al sinds het retour sturen van die hardware dongle een software dongle klaar staan die met een kort telefoontje in uw computer kan worden geïmplementeerd. (…) Als u dan in gebreke blijft om te bellen voor de dongle is dat uw verantwoording. Het contract is rechtsgeldig en loopt derhalve nu tot 1 juli 2024. (…)
2.13.
Bij factuur van 1 oktober 2021 heeft Easys een bedrag van € 202,68 inclusief btw bij [gedaagde] in rekening gebracht, bestaande uit de abonnementsgelden van 1 kwartaal ‘
periode 2021-4’ (€ 165,00) en ‘
Handling- en Innovatie toepassingen’ (€ 2,50).
2.14.
Bij factuur van 18 november 2021 heeft Easys een bedrag van € 2.026,80 inclusief btw bij [gedaagde] in rekening gebracht, bestaande uit de abonnementsgelden van ‘
10 Kwartalen tot 1-11-2023’.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Easys vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.229,48,
vermeerderd met de wettelijke (handels)rente, buitengerechtelijke incasso-, proces- en nakosten.
3.2.
Easys legt aan de vordering – kort weergegeven – ten grondslag dat [gedaagde] de facturen
van 1 oktober 2021 en 18 november 2021 onbetaald heeft gelaten. Easys heeft de facturen eerst geïncasseerd per automatische incasso, maar de betalingen zijn vervolgens door [gedaagde] gestorneerd. Easys heeft zich daarom genoodzaakt gezien de betreffende facturen aan [gedaagde] te versturen, waarbij ex artikel 5.1 van de Leveringsvoorwaarden ook een bedrag van € 2,50 aan administratiekosten in rekening is gebracht. [gedaagde] is in verzuim, omdat hij de facturen niet conform artikel 5.1 van de Leveringsvoorwaarden binnen 8 dagen na factuurdatum heeft voldaan.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Easys,
met veroordeling van Easys in de proces- en nakosten.
3.4.
[gedaagde] voert daartoe – kort weergegeven – aan dat geen rechtsgeldige overeenkomst
tussen partijen tot stand is gekomen, althans dat [gedaagde] de overeenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd. [gedaagde] beroept zich er verder (onder meer) op dat aan hem consumentenbescherming toekomt middels de reflexwerking. Op grond daarvan roept [gedaagde] de partiele nietigheid van artikel 6.5. van de Leveringsvoorwaarden in en stelt hij dat de Leveringsvoorwaarden ex artikel 6:233 van het Burgerlijk Wetboek (BW) onredelijk bezwarend zijn.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.6.
[gedaagde] vordert – samengevat en na vermeerdering van eis – veroordeling van
Easys tot betaling van primair € 10.900,00, althans subsidiair een bedrag op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, aan door [gedaagde] werkelijk gemaakte kosten, vermeerderd met de wettelijke rente en nakosten.
3.7.
Easys voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde], dan wel
tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde], met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Is er een overeenkomst tot stand gekomen?
4.1.
Ter onderbouwing van haar vordering beroept Easys zich op een tussen partijen
gesloten overeenkomst. [gedaagde] betwist dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
4.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
Alhoewel tussen partijen in geschil is of de overeenkomst eerst mondeling tot stand is gekomen, staat vast dat [gedaagde] het Contract heeft ondertekend. Daarmee is sprake van een aanvaarding van het aanbod van Easys. Ook uit de e-mails van [gedaagde] van 19 oktober 2020 en 23 juli 2021 blijkt dat ook hij er vanuit ging dat tussen partijen een overeenkomst was gesloten en dat de Leveringsvoorwaarden daarop van toepassing zijn.
4.3.
Uit de standpunten van partijen en de overgelegde stukken maakt de kantonrechter op
dat [gedaagde] zich ná het sluiten van de overeenkomst heeft bedacht. Zijn café moest drie dagen na de opening op 12 oktober 2020 op de 15de oktober, weer sluiten vanwege de Covid-19 maatregelen en (zodoende) kon hij, kennelijk, de abonnementskosten vanaf 1 november 2020 niet aan Easys voldoen. Op het moment van het sluiten van de overeenkomst met Easys op 29 september 2020 had [gedaagde] echter de wil om de overeenkomst aan te gaan. De kantonrechter volgt [gedaagde] dan ook niet in zijn standpunt dat zijn wil en verklaring niet overeenstemden.
4.4.
Ook het verweer van [gedaagde] dat hij de overeenkomst onder druk is aangegaan, volgt de
kantonrechter niet. Hetgeen [gedaagde] daartoe stelt is – nog afgezien van de betwisting door Easys – met onvoldoende concrete feiten onderbouwd. Weliswaar was [gedaagde] een onervaren zelfstandig ondernemer, maar niet is gebleken dat Easys wist of moest begrijpen dat zij [gedaagde] moest weerhouden van het sluiten van de overeenkomst. De overeenkomst is eenvoudig en voldoende overzichtelijk van opzet. Voor het aangaan van een dergelijke overeenkomst was geen bijzondere ervaring vereist en bij [gedaagde] kon over de verplichtingen die hij aanging geen onduidelijkheid bestaan. Dat [gedaagde] later spijt kreeg komt, hoe vervelend ook, voor zijn rekening en risico.
4.5.
Dat Easys haar verplichtingen uit de overeenkomst niet zou zijn nagekomen, zoals
[gedaagde] verder nog stelt, doet aan de totstandkoming van de overeenkomst niet af.
4.6.
De conclusie is dat op 29 september 2020 een rechtsgeldige overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
Wat is er tussen partijen overeengekomen?
4.7.
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag wat zij precies zijn
overeengekomen. Er is sprake van een uitleggeschil van de overeenkomst.
4.8.
Bij de uitleg van een bepaling van een schriftelijke overeenkomst gaat het niet alleen
om de zuiver taalkundige uitleg van die bepaling. Beslissend is de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en wat zij ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (zie Hoge Raad, 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4185 (Haviltex). Toepassing van de Haviltex-maatstaf leidt naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval tot de volgende uitleg van de overeenkomst.
4.9.
Uit de inhoud van het Contract blijkt dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten
met een looptijd van drie jaar, met ingang van 1 november 2020, met betrekking tot de ‘
Eazis Music Player (basis abonnement)’, tegen betaling door [gedaagde] van € 165,00 per kwartaal exclusief btw. Uit de overige stukken en de standpunten van partijen begrijpt de kantonrechter dat het (in ieder geval) de bedoeling van partijen was dat Easys muziekbestanden aan [gedaagde] zou leveren door middel van het verstrekken van een dongle (usb-stick). De dongle is de sleutel tot de software van Easys, die door Easys op afstand kan worden ontsleuteld.
Reflexwerking
4.10.
[gedaagde] beroept zich middels de reflexwerking voor kleine ondernemers op de beschermende wettelijke bepalingen voor overeenkomsten tussen handelaren en consumenten. Op grond daarvan roept [gedaagde] (onder meer) de partiele nietigheid van de Leveringsvoorwaarden in, stelt hij dat de Leveringsvoorwaarden ex artikel 6:233 BW onredelijk bezwarend zijn en dat Easys de bepalingen van (onder meer) artikel 6:230m BW heeft veronachtzaamd. Easys betwist dat aan [gedaagde] consumentenbescherming toekomt.
4.11.
Voor een geslaagd beroep op reflexwerking moet de ondernemer zich materieel niet onderscheiden van een consument en de gesloten overeenkomst moet buiten het gebied van zijn eigenlijke professionele activiteit liggen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde] onvoldoende gesteld op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat hij in deze zaak met een consument gelijkgesteld moet worden. Ook heeft hij onvoldoende gesteld op grond waarvan het beding voor hem anderszins onredelijk bezwarend zou zijn. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt.
4.12.
[gedaagde] heeft in deze gehandeld in zijn hoedanigheid van eigenaar van een horecaonderneming. Dat [gedaagde] slechts een kleine eenmanszaak uitoefent als caféhouder, zoals hij stelt, doet daaraan niet af. De met Easys gesloten overeenkomst tot afname van muziekbestanden betreft verder naar het oordeel van de kantonrechter voor een onderneming als die van [gedaagde], een rockcafé, niet een dermate ongebruikelijke dienst dat sprake is van een overeenkomst buiten het gebied van zijn eigenlijke professie. Muziek is in een dergelijke onderneming immers van essentieel belang. Dat [gedaagde] een leek is, ‘
niet meer dan de doorsnee consument en dan een onnozel en naïef exemplaar daarvan’, zoals hij stelt, blijkt nergens uit. Sterker nog. Uit de overgelegde stukken blijkt dat [gedaagde] eerder als vennoot van een café, genaamd Café Asgard V.O.F., onbeperkt bevoegd was om namens die vennootschap te handelen. Dat [gedaagde] op het moment van het sluiten van de overeenkomst een onervaren zelfstandig ondernemer was, maakt dit niet anders. Ook van een startende onderneming mag immers verwacht worden dat hij over basale knowhow beschikt ten aanzien van het afsluiten van overeenkomsten en het voeren van de onderneming.
4.13.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de beschermende bepalingen van afdeling 6.5.2B BW niet op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zijn. Alle beroepen van [gedaagde] die zijn gegrond op consumentenbescherming worden daarom afgewezen.
Opzegging
4.14.
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij de overeenkomst heeft opgezegd op 19
oktober 2020, zodat hij geen gelden aan Easys verschuldigd is. De kantonrechter is met Easys van oordeel dat [gedaagde] de overeenkomst niet anders dan tegen betaling, (tussentijds) kon opzeggen. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt.
4.15.
De tussen partijen gesloten overeenkomst is een dienstenovereenkomst voor bepaalde
tijd. Een dergelijke overeenkomst is in beginsel niet (tussentijds) opzegbaar. Het komt aan op hetgeen partijen hierover hebben afgesproken. In dit geval is tussen partijen overeengekomen dat de overeenkomst tussentijds door [gedaagde] kan worden opgezegd tegen betaling van de abonnementsgelden van de nog resterende duur van het Contract (artikel 6.5 van de Leveringsvoorwaarden). Het is in die zin dus juist dat [gedaagde] de overeenkomst tussentijds kon opzeggen (zoals hij stelt), maar dan wel tegen betaling van het abonnementsgeld over de resterende duur van het Contract.
Onvoorziene omstandigheden
4.16.
Voor zover [gedaagde] heeft bedoeld een beroep te doen op onvoorziene omstandigheden
ex artikel 6:258 BW, die bestaan uit het van overheidswege moeten sluiten van zijn café op 15 oktober 2020, oordeelt de kantonrechter dat een dergelijk beroep van [gedaagde] niet slaagt. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt.
4.17.
Op het moment dat [gedaagde] het Contract ondertekende op 29 september 2020 waren de
horecagelegenheden in Nederland nog geen vier maanden (gedeeltelijk) weer open in verband met de Covid-19 maatregelen. Bovendien kondigden minister-president Rutte en minister de Jonge op 28 september 2020, de dag voordat partijen het Contract ondertekenden, in een persconferentie weer aangescherpte Covid-19 maatregelen aan, die onder meer betrekking hadden op de horeca. De kantonrechter is daarom met Easys van oordeel dat [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomst op 29 september 2020 wist, of tenminste had kunnen (en moeten) weten, dat het verplicht sluiten van zijn nog te openen café op korte termijn een reële mogelijkheid zou zijn.
Contract ‘on hold’ gezet
4.18.
Uit de e-mails van partijen van 20 oktober 2020 begrijpt de kantonrechter dat een
nieuwe, althans gewijzigde, afspraak tussen hen tot stand is gekomen. Deze gewijzigde afspraak hield in dat het Contract tot maximaal 1 april 2021 ‘
on hold’ werd gezet in verband met de verplichte sluiting van [bedrijf]. Easys verzoekt [gedaagde] de software-dongle aan Easys te retourneren. Zodra het café weer open mocht, moest [gedaagde] telefonisch contact opnemen met Easys. Easys zou dan zorgen voor een software-dongle, zodat [gedaagde] het muzieksysteem kon gebruiken. Uit de reactie van [gedaagde] blijkt dat hij met dit voorstel van Easys heeft ingestemd. Hij bedankt Easys in zijn e-mail van 20 oktober 2020 immers voor de terugkoppeling van het telefoongesprek en hij stemt toe de dongle terug te sturen. In zijn brief van 23 juli 2023 verwijst [gedaagde] ook naar deze gewijzigde afspraak.
4.19.
Easys heeft het Contact uiteindelijk pas weer op 1 juli 2021 laten ingaan. Rond die
datum heeft zij [gedaagde] een eerste factuur gestuurd. [gedaagde] had op dat moment weliswaar nog geen contact met Easys opgenomen (conform de gewijzigde afspraak), maar begin mei 2021 mochten de terrassen weer open en per 5 juni 2021 waren binnen activiteiten in de horeca weer toegestaan. Volgens Easys kon het Contract, conform de gemaakte afspraak, daarom van de ‘
on hold’-status af. De kantonrechter volgt Easys in dat betoog. [gedaagde] schoot namelijk tekort in de nakoming van de gewijzigde afspraak doordat hij geen contact met Easys op heeft genomen nadat [bedrijf] weer open mocht. Dat Easys haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nakwam (het leveren van de software-dongle met muziekbestanden) is daarmee aan [gedaagde] zelf te wijten. Daarbij komt dat uit de brief van [gedaagde] van 23 juli 2021 ook blijkt dat [gedaagde] Easys niet heeft toegestaan om (alsnog) te leveren. Daarmee kan geen sprake zijn van een tekortkoming aan de zijde van Easys. Voor zover [gedaagde] stelt dat Easys vóór 1 juli 2021 ook nooit iets heeft geleverd, doet dat aan het voorgaande niet af. Op dat moment hoefde Easys namelijk nog niet te leveren. Het Contract ging immers, door de gewijzigde afspraak, pas op 1 juli 2021 in.
4.20.
De kantonrechter acht het redelijk om de gewijzigde afspraak in die zin uit te leggen
dat het Contract tijdelijk, namelijk voor de periode dat [bedrijf] noodgedwongen dicht moest, stil werd gelegd in die zin dat beide partijen zich niet aan de op hen rustende verplichtingen hoefden te houden. Dat het echter de bedoeling van partijen was, zoals Easys stelt, dat met de gewijzigd afspraak ook de einddatum van het Contract automatisch opschoof (naar 1 juli 2024), volgt de kantonrechter niet. Dit blijkt naar het oordeel van de kantonrechter niet uit de woorden ‘
on hold’ of ‘
in de wacht’ zetten, of uit de overige inhoud van de gewijzigde afspraak. Dit maakt daarom geen onderdeel uit van de gewijzigde afspraak tussen partijen.
4.21.
Uiteindelijk is het Contract ingegaan op 1 juli 2021, tot 1 november 2023. Voor die
periode is [gedaagde] dus gehouden de abonnementsgelden aan Easys te betalen. Dat betekent dat [gedaagde] € 1.865,90 inclusief btw aan Easys verschuldigd is (28 maanden x € 55,00 exclusief btw, is € 66,55 inclusief btw + € 2,50 contractuele administratiekosten). In die zin zal de vordering van Easys dan ook worden toegewezen.
De rente
4.22.
De kantonrechter begrijpt uit het petitum dat Easys (primair) de wettelijke
handelsrente, althans (subsidiair) de wettelijke rente, over de hoofdsom vordert. De contractuele rente waarover Easys het in het lichaam van de dagvaarding heeft, vordert zij niet, zodat de kantonrechter daarover geen oordeel zal geven.
4.23.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de wettelijke handelsrente over €
1.865,90 worden toegewezen vanaf de vervaldata van de facturen.
De buitengerechtelijke incassokosten
4.24.
Easys maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De
kantonrechterstelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. De kantonrechter stelt vast dat Easys voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Easys heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 279,89.
Proceskosten en bewijsaanbod
4.25.
[gedaagde] is de partij die (grotendeels) ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Easys als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,16
- griffierecht
487,00
- salaris gemachtigde
374,00
(2,00 punten × € 187,00)
Totaal
968,16
4.26.
Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 93,50 aan nasalaris, voor
zover daadwerkelijk nakosten door Easys worden gemaakt.
4.27.
De kantonrechter gaat voorbij aan het door [gedaagde] aangeboden getuigenbewijs. Bij
gebreke van stellingen die – indien bewezen – tot een ander oordeel zouden leiden, wordt aan bewijslevering namelijk niet toegekomen.
4.28.
Omdat de overige stellingen van partijen niet tot een ander oordeel leiden, behoeven
deze geen bespreking.
in reconventie
4.29.
[gedaagde] vordert in reconventie veroordeling van Easys tot betaling van de door hem werkelijk gemaakte kosten. Deze vordering zal worden afgewezen. Uit de beslissing in conventie volgt immers dat aan de kant van Easys geen sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen, zodat geen grondslag bestaat voor deze vordering.
4.30.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Easys vastgesteld op € 746,00 aan salaris gemachtigde (€ 2,00 punten x € 373,00).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Easys te betalen een bedrag van € 1.865,90 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW met ingang van de vervaldata van de facturen, tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Easys te betalen een bedrag van € 279,89 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Easys tot dit vonnis vastgesteld op € 968,16;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Easys te betalen een bedrag van € 93,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Easys worden gemaakt;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
5.7.
wijst de vordering van [gedaagde] af;
5.8.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Easys tot dit vonnis vastgesteld op € 746,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023.