In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 oktober 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een vijfjarige minderjarige, die sinds haar geboorte uit huis is geplaatst. De rechtbank oordeelt dat de ouders, ondanks eerdere zorgen, in staat zijn om de zorg voor hun dochter geleidelijk aan op zich te nemen. De minderjarige verblijft momenteel in een pleeggezin, waar zij zich goed ontwikkelt. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige afgewogen tegen de zorgen van de gecertificeerde instelling (GI) en concludeert dat de ouders, met de juiste ondersteuning, in staat zijn om een veilige en stabiele opvoedsituatie te bieden. De rechtbank heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 14 februari 2024, met de intentie om vanuit het pleeggezin te werken aan een thuisplaatsing bij de ouders. De rechtbank benadrukt het recht van de minderjarige om bij haar ouders op te groeien, zoals vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).