ECLI:NL:RBNHO:2023:11029
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Beklag tegen inbeslagname van horloge in het kader van strafrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een beklagprocedure op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klager, vertegenwoordigd door mr. M. Veldman, had een klaagschrift ingediend tegen de inbeslagname van een horloge, dat op 19 februari 2020 in beslag was genomen van de beslagene, die verdacht werd van betrokkenheid bij hennepkwekerijen. Het klaagschrift werd op 6 juli 2023 ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat dit te laat was, aangezien het klaagschrift uiterlijk binnen twee jaar na de inbeslagneming ingediend had moeten worden. De rechtbank verklaarde de klager niet-ontvankelijk in zijn beklag, omdat de termijn was overschreden.
Daarnaast overwoog de rechtbank dat er ook twijfels bestonden over de eigendom van het horloge. De klager had aangevoerd dat hij het horloge tijdelijk had uitgeleend aan de beslagene, maar de rechtbank vond deze stelling onvoldoende onderbouwd. Het garantiebewijs dat de klager had overgelegd, bood geen duidelijkheid over de eigendom van het in beslag genomen horloge. De rechtbank concludeerde dat de klager niet kon worden aangemerkt als eigenaar of rechthebbende van het voorwerp, wat ook een reden was om het beklag niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. L.J. Saarloos, en er staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.