In deze civiele procedure, aangespannen door Regio-bouw B.V. tegen een gedaagde, staat de geldigheid van een handtekening onder een aannemingsovereenkomst centraal. Regio-bouw vordert betaling van een bedrag van € 218.641,66, met als grondslag dat de gedaagde een aannemingsovereenkomst heeft ondertekend voor de bouw van een woning op zijn perceel. De gedaagde betwist echter de ondertekening en stelt dat de handtekening vervalst is. Hij heeft een rapport van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau (NFO) overgelegd, waaruit blijkt dat de handtekening waarschijnlijk niet van hem is. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast bij Regio-bouw ligt, en dat zij moet aantonen dat de handtekening daadwerkelijk van de gedaagde afkomstig is. De rechtbank staat Regio-bouw toe om nader bewijs te leveren, waaronder het horen van getuigen, om haar stelling te onderbouwen. De zaak wordt aangehouden voor verdere bewijslevering en de rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.